2 #n Aflevering 175 voorjaar 2012
'Vannekinsdorp opgemeten'
Over een middeleeuws belastingdocument van de Kop van Schouwen
Henk Dalebout en Sander den Haan
Het omvangrijke archief van de Rekenkamer van Zeeland reikt terug tot het
eind van de Middeleeuwen. De hierbij gedeponeerde archieven reiken tot in
de eerste helft van de vijftiende eeuw, met zowaar neerwaartse uitschieters
naar de twaalfde eeuw. De rekenkamerstukken verschaffen onderzoekers
van de geschiedenis van de Zeeuwse eilanden een kleurrijk palet aan
thema's voor historische naspeuringen. Nagenoeg het oudste deel van
het archief betreft de neerslag van de werkzaamheden van de grafelijke
rentmeesters-generaal beoosten en bewesten Schelde in de Bourgondisch-
Habsburgse periode. In hedendaags taalgebruik was het werkgebied
van deze rendanten, in de jaren 1433-1584, de eilanden van het gewest
Zeeland ten noorden en ten zuiden van de Oosterschelde. Betreffende
topambtenaren stelden namens hun broodheer een groot belang in de
mate van belastbaarheid en het beheer in het Zeeuwse gewest. Hun in
perkamenten banden gestoken jaarrekeningen en bijlagen daarbij over
Schouwen-Duiveland in vermeld tijdvak, bevatten een enorme veelheid
aan gegevens over landerijen en gegevens over onderhoud van het slot
Gravenhof in Zierikzee, het kantoor- en gevangenisgebouw Gravensteen
in deze stad en de molen van Renesse in bezit van de graaf van Zeeland.
De gegevens over eilandbewoners in de registers en losse stukken
betreffen hun belastbaar grondbezit en verder hun grafelijke ambten.
Rentmeestersklerken, deurwaarders, belastinggaarders en verschillende
andere ambtenaren, ze moesten allemaal worden beloond.
Kohier 1465
Grondbelasting
Vorig jaar werd de transcriptie voltooid en op de website met toegangen
archieven.nl gepubliceerd, van een papieren katern betreffende de heffing
van de 'Duynpacht' op het eiland Schouwen over 1465. 'Duynpacht'
moeten we verklaren met het woord 'grondbelasting' of met het woord
'duingeschot'. Het katern is ingebonden achter in de perkamenten
jaarrekening 1465/1466 van een iets groter formaat, opgemaakt onder
rentmeester-generaal beoosten Schelde Willem Bolle in februari 1466.
Benaming belastingdocument
Weliswaar is het katern 'kohier 1465' beschreven in de inventaris van het
rekenkamerarchief 1433-1584 onder inventarisnummer 874, maar slechts
als summiere bemerking bij de beschrijving van de jaarrekening waarin
deze zich bevindt. De Zeeuwse rijksarchivaris mr. Robert Fruin (1857-1939)
zag vermoedelijk zowel een 'legger' als een 'quohier' (kohier) in het stuk.
De door oorlogsgeweld verloren 'legger' vermeld in Fruins regest van de
verklaring van Mannen der grafelijkheid van Zeeland van 16 augustus 1466,
zou het origineel van het bewaard gebleven katern kunnen zijn geweest:
het 'kohier 1465'. Dit belastingdocument bevatte de resultaten van de
'verhevening' van 1465, alsook de te verwachten belastingopbrengst over
delen van de Schouwse binnenduinen.1 Het 'quohier' van Fruin, bij de