Aflevering 175 voorjaar 2012
beschrijving van vermelde jaarrekening 1465/1466, zou het afschrift ervan
kunnen zijn.
Echter, noch de term 'legger' noch de term 'kohier' dekken de lading
helemaal. De auteurs van onderhavig artikel hebben gekozen voor het
gebruik van de aanduiding 'Kohier 1465', uitgaande van de aanduiding
in de inventaris van het rekenkamerarchief bij de beschrijving van
de jaarrekening. Toegegeven, deze geeft de functie van het document
misschien niet helemaal zuiver aan. Het betreft hier inderdaad een staat
van gegevens over belastbaar onroerend goed, met een totaalbedrag, maar
de bedragen van de individuele aanslag per grondbezitter ontbreken als
het feitelijk om een belastingkohier was gegaan.
De ter sprake gekomen 'verhevening' gold de opmeting van de
duinpercelen, onder toezicht van bestuurders van de Oosteren Ban en
Westeren Ban, die ten behoeve van de vaststelling van de belastingaanslag
werd verricht. Opmeting van land geschiedde in die dagen met een
meetsnoer, gehanteerd door een beëdigd landmeter. Fruins 'legger' was
in 1466 aan de gezegelde perkamenten verklaring gehecht. Het in dit
artikel behandelde Kohier 1465 lijkt een contemporain afschrift te zijn.
De verzorgde, gelijkmatig beschreven folio's wekken de indruk dat het in
principe als kopie was bedoeld, van het door Fruin waargenomen document
over de verhevening. Hier en daar in donkerder inkt aangebrachte,
aanvullingen en verbeteringen tasten de impressie niet of nauwelijks aan.
Steller document
Op de band van de jaarrekening waarin het 'Kohier 1465' van Willem
Bolles kantoor is ingebonden, geeft de vermelding 'om 't hoff' de plaats
van bestemming van het document aan: het Hof van Karei de Stoute (1433-
1477), graaf van Zeeland etc., dat onder meer in Brussel resideerde. Het
Kohier 1465, met zijn elf beschreven folio's, bevat de namen van bezitters
van duinpercelen op het toenmalige eiland Schouwen. Op grond van een
van Willem Bolle bewaard gebleven brief, door hem zelf geschreven, lijkt de
rentmeester als steller van het document te kunnen worden uitgesloten.2
Een andere penvoering en anders weergegeven lettertypen wekken die
indruk, vooral het duidelijke verschil bij de weergave van de letter 'g'.
Mogelijk was Bolles klerk Dirc Baroen Cornelisz. de schrijver, of bewaarder
'opten duynen' Claus Jacobsz., die het jaar na de verhevening als gaarder
van het duingeschot optrad.3 De rentmeesters zoon Floris Willemsz.
Bolle kan als mogelijke steller van het belastingdocument niet worden
genegeerd. Het is bepaald denkbaar dat deze identiek was met de schepen
Floris Willemsz., betrokken bij de 'hevening en goeding der duinen van
Scouwen' van juni 1465. In deze persoon mag waarschijnlijk ook een van de
reeds vermelde mannen der grafelijkheid van Zeeland worden gezien die
de verklaring van 16 augustus 1466 opmaakten. Fokker vermeldt hem in de
'Fijst van oorkonden en charters betrekking hebbende op Schouwen' als
eerste van de schepenen van de Schouwse duinen.4
Administratieve bekwaamheid kan Floris Willemsz. Bolle niet worden
ontzegd, want in het laatste deel van zijn leven was hij - tot op hoge leeftijd
- als klerk van de stad Haarlem (1491-1525) werkzaam.5
Een naamgenoot Floris Willemsz. Bolle heeft in de eerste helft van de
vijftiende eeuw in Haamstede gewoond, zoals blijkt uit het Zierikzeese