m De pastorie
12 Aflevering 176 zomer 2012
Niet veel mensen zullen weten dat het rechterhuis, aan de kant van het slop
naar de Achterweg, in de zeventiende eeuw een aantal jaren dienst doet
als pastorie. In 1633 verkoopt dominee Levinus Stamperius het huis aan
zijn opvolger Daniël Radius. Die verkoopt het op zijn beurt in 1639 weer
aan de jonge nieuwe predikant, dominee Wesselius Pretorius. Het was in
die tijd in Ouddorp gebruikelijk dat de nieuwe predikant de pastorie van
zijn voorganger kocht. In het huis aan de overzijde van het slop woont
dan chirurgijn Eduard Sandifort. Deze is ouderling van de Hervormde
Gemeente en stemt mede vóór om Wesselius Pretorius, kandidaat in de
godgeleerdheid, naar Ouddorp te beroepen.
Dominee Wesselius Pretorius
In het begin van de zeventiende eeuw vestigt Barent Wessels Schout (Duits:
Schulte) uit het Duitse Bentheim zich als schoenmaker in Leiden. Hij
profiteert waarschijnlijk van de economische bloei in Holland als gevolg van
de rust die het Twaalfjarig bestand dan biedt. Hij trouwt op 6 mei 1612 met
Aeltgen Jansdogter in de Pieterskerk. In het volgende jaar moet zoon Wessel
geboren zijn. Dit is af te leiden uit het feit dat hij in 1624 op elfjarige leeftijd
als Wesselius Bernardi ingeschreven wordt in de registers van de Latijnse
school, die aan de Universiteit verbonden is. In 1636 wordt hij ingeschreven
aan de theologische faculteit als Wesselius Pretorius. Omdat in de tijd
de voertaal aan de academie het Latijn is, wordt zijn achternaam Schout
verlatiniseerd tot Pretorius. Vanaf dat moment blijft dit de familienaam.
Dominee Pretorius bewoont de eerste drie jaren als vrijgezel de pastorie in
Ouddorp. Hij trouwt op 18 juni 1641 in Haarlem met Josyntge Claesdr. van
Egmont, een dochter van de Haarlemse kunstschilder Claes Lourisz. van
Egmont, die samen met Rembrandt en Pieter Last in Leiden zijn opleiding
tot kunstschilder volgde.
In 1642 wordt in de pastorie in Ouddorp een zoontje geboren. Het wordt
op 26 oktober 1642 door zijn vader gedoopt. Het handschrift van de vader
vermeldt in het doopboek van Ouddorp: 'Van my gedoopt myn eerstgeboren
zoon ende hebbe die genaemt Joannes. Getuigen sijn geweest mijn vader
Barent Schout, mijn schwager Laurentius Nicolaij van Egmont en Meutie
Geertruyt Reiniersdr. huisvrouwe van Cornelis Low.' Laatstgenoemden
zijn een tante en een oom van doopmoeder Josyntge. De moeder van de
dominee, Aeltgen Jansd., was eerder in dat jaar in april overleden.
De geschiedschrijver Den Eerzamen vermeldt in zijn boek Het eiland Goeree
dat de door de klokkengieter Johannes Burgerhuys uit Middelburg hergoten
kerkklok op de doopdag van Johannes op 26 oktober voor het eerst weer
geluid zou zijn. De klok zal op die zondag wel geluid zijn, maar het is
nooit bewezen of het juist op die dag voor de eerste keer was. Dominee
Pretorius is een gewaardeerd predikant en heeft over land en water heel
wat afgereisd. Tweemaal is hij secretaris van de classis Brielle en reist voor
vergaderingen af naar Koorndijk, Oudenhoorn, Oostvoorne en Heenvliet.
Hij neemt ook regelmatig preekbeurten waar in vakante gemeenten, o.a.
in Nieuwe Tonge, Den Bommel, Ooltgensplaat, Goedereede, Stad aan het
Haringvliet.
Er worden in de pastorie in de tijd dat Ds. Pretorius predikant van Ouddorp
is nog vier dochtertjes geboren. Dat de verhouding met de buren goed is,