Aflevering 176 zomer 2012 bewijst het feit dat zij enkele malen optreden als doopgetuigen. Buurman Eduard Sandifort en zijn vrouw zelfs twee maal. Deze Eduard Sandifort is een bekende inwoner van Ouddorp. Sandifort is afkomstig uit Engeland, en ca. 1575 daar geboren. Hij is niet alleen chirurgijn, maar ook schoolmeester, voorlezer en voorzanger in de kerk van Ouddorp. In 1647 verkoopt Wesselius zijn woning aan Paulus Huybrechtsz. Mus, de zoon van zijn buurman Huybrecht Mus, die in het huis aan de oostzijde woont. Deze Huybrecht is smid en oefent ook bestuursfuncties uit. Zo is hij enkele malen schepen en 'man van beschikke'. Na de verkoop huurt de dominee het huis van de nieuwe eigenaar. Het lijkt erop dat de dominee gekweld wordt door geldzorgen. Is het daarom dat hij naast zijn pastorale bezigheden in 1649 een handel in bier en wijn, die hij vanuit Brouwershaven betrekt, begint? Tegenwoordig kunnen we ons moeilijk voorstellen, dat een geestelijk verzorger toen ook handel dreef in 'geestrijk' vocht. Of het oogluikend toegestaan werd of dat het zelfs openlijk mocht, zal wel altijd een 'open' vraag blijven. In 1653 wordt dominee Pretorius beroepen naar de Duitse grensplaats Emmerich. Hij neemt het beroep aan en wordt in de nieuwe standplaats op 25 mei 1653 bevestigd. Ook in zijn nieuwe werkkring is hij een geacht persoon en bekleedt hij in de classis Kleef diverse functies. Dominee Wesselius sterft in nacht van 15 februari 1664 in Emmerich. Zijn vrouw overlijdt vier weken daarna. Ze laten acht kinderen achter. Johannes Pretorius Zoon Johannes volgt in Emmerich onderwijs aan de Latijnse school en gaat in 1663 naar Leiden om er theologie te studeren. Hij woont dan bij zijn grootvader Barent Schout. Hij studeert met een beurs die afkomstig is van weldoeners. Aanvankelijk lijkt Johannes een voorbeeldig student, maar in november 1663 raakt hij betrokken bij een studentenoproer. Een aantal studenten verstoort op 26 november de promotieplechtigheid van Cornelis Uythagen, een meer verlicht theoloog. Er zijn op dat moment spanningen tussen streng orthodoxe en vrijer denkende theologen. Zo is er onder andere al een discussie gevoerd over de zondagsheiliging. Professor Hoornbeeck is bijvoorbeeld voor een strenge zondagsheiliging, professer Coccejus heeft wat dat betreft meer 'rekkelijke' ideeën. Zo zijn er allerlei zaken die spanningen opleveren. Professor Heydanus verkondigt zelfs denkbeelden die beïnvloed zijn door de vrijdenker René Descartes. Het bestuur van de universiteit is er alles aan gelegen om de rust op de universiteit te handhaven. Met schrik wordt teruggedacht aan de strijd tussen de remonstranten en contraremonstranten, waar aan het begin van de eeuw zelfs een nationale synode voor nodig was. De bij het oproer betrokken studenten worden dus streng aangepakt en er komen diverse rechtszittingen aan te pas. Het gevolg is dat Johannes, ondanks de brief van zijn vader, waarin clementie voor hem gevraagd wordt, schuldig wordt verklaard en van de universiteit verwijderd wordt. In 1664 blijft hij bij zijn grootvader Barent Schout in Leiden wonen. Naar de oost In het voorjaar van 1665 schrijft hij zich in als theologische student aan de universitiet van Utrecht. Op 18 april volgt zijn kerkelijke attestatie van

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2012 | | pagina 15