Aflevering 176 zomer 2012 Opgraving van een deel van de zeemuur tegen het Mauritiusbolwerk (foto J.H. Midavaine 27 april 2011). 'VeereGezicht op de stad vanuit het zuiden en plattegrond, circa 1650. Kopergravure uit: (collectie J.H. Midavaine). Nadat het Mauritiusbolwerk is voltooid, graaft men in 1591 de singel van de Zandijksepoort tot de Mijnsherenpoort. Bij de fortificatiewerken op het eind van de 16e eeuw is het aantal poorten aan de landzijde teruggebracht tot drie en de torens aan de westzijde van de stad zijn verdwenen. Zoals op oude stadsplattegronden is te zien, zijn de toegangsbruggen tot de poorten in de flank van een bastion gelegd. Om het arsenaal een goede bescherming tegen eventuele vijandelijke aanvallen te kunnen bieden, zijn de wallen hier rondom hoger dan in de rest van het tracé. Tot halverwege de 19e eeuw worden de vijf bastions met een Romeins cijfer aangeduid, te beginnen met nummer I bij de Arnemuidsepoort. In 1598 brengt Johan van Rijswijck voor de Raad van State de vestingwerken opnieuw in kaart. Op de tekening is met latere hand met potlood een zesde bastion aan de zuidwestzijde van de stad tussen de Zandijkse- en de Warwijksepoort toegevoegd, dat echter nooit is aangelegd. In mei 2011 wordt bij graafwerkzaamheden voor de aanleg van het parkeerterrein bij jachthaven Marina Veere een deel van de zeemuur blootgelegd die het Mauritiusbolwerk tegen de stroming van het zeewater moest beschermen. De muur, die in het verlengde van de zeedijk naar Arnemuiden ligt, is gemetseld van rode baksteen van 23 x 11 x 5 cm en heeft een breedte van 1,67 m. Hij staat op een muur van dezelfde soort steen van 1 m breed, die eveneens uit het eind van de 16e eeuw dateert.

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2012 | | pagina 29