29
'Gezigt van de
Zandijkze Poort
der Stad Vere'.
Kopergravure door
J. Schwartzenbach,
1789 (collectie J.H.
Midavaine).
Op zondag 25 september ontstaat paniek als de commandeur van de stad,
kolonel De Mauregnault, bericht heeft ontvangen dat een Engelse vloot
van 80 oorlogsschepen en enkele kleinere vaartuigen met naar schatting
40.000 soldaten en 1.000 paarden zou zijn gesignaleerd. Naar verluidt heeft
de vloot het gemunt op Cadzand of Veere. Nog dezelfde dag komt het
stadsbestuur in vergadering bijeen en de gehele mannelijk bevolking wordt
gelast inplaats van naar de kerk te gaan, zich met spade of schop naar de
wallen te begeven. Gelukkig blijkt na verloop van tijd dat het bericht al 14
dagen oud was en onjuist. Omdat verschillende burgers hun plicht verzaken
en niet op de wallen komen opdagen om aan de versterking ervan mee te
helpen, vaardigt het stadsbestuur op 11 februari 1673 een publicatie uit
waarin ze waarschuwt dat degene die in gebreke blijft of een ander in zijn
plaats stuurt een boete van 3 schellingen zal verbeuren.
Als in 1674 de oorlog is geëindigd besluit het stadsbestuur op 17 november
de wallen opnieuw met bomen te beplanten. Hierna zijn er tot aan de Franse
tijd weinig gegevens over de vestingwerken bewaard gebleven. Op 5 juni
1700 wordt nog een bestek gemaakt voor het herstel van de zeemuren aan
de noordzijde van de stad en in 1744 wordt de zware muur aan de zeezijde
versterkt met een aarden talud en de gehele omwalling voorzien van een
borstwering.
Aflevering 176 zomer 2012
In de volgende afl. het slot van dit artikel.
Noot
1. Een versie van deze bijdrage, door de auteur voorzien van 121 eindnoten, kan opgevraagd
worden bij de redactie van Nehalenniajjb.kuipers@scez.nl