m
40 rn
Aflevering 176 zomer 2012
de Zeeuwse Dialecten, om gegevens in te voeren in een database, om mee
te helpen met een wekelijkse rubriek op de website, om korte inhouden
te maken van geluidsopnames uit de jaren zestig en zeventig, om mee te
helpen met projecten in het onderwijs enzovoort. Voelt u er iets voor om
een kleinere of grotere taak rond streektaal op u te nemen of hebt u zelf
een goed idee, mail dan naar de adviseur. Zij neemt daarna contact met u
op om verdere afspraken te maken. Om een en ander toe te lichten over
het opstarten van een vrijwilligersgroep organiseert de adviseur op 22 juni
aanstaande om 14.00 uur een vrijwilligersmiddag, waarin een aantal taken
nader toegelicht worden. Wilt u op deze bijeenkomst aanwezig zijn (zonder
verplichting tot engagement), laat dat dan even weten via 0118-670883
06-30911599 of via mail v.de.tier@scez.nl. U krijgt dan een gedetailleerd
programma toegestuurd.
Veronique De Tier, Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland
UIT DE REGIO'S
Anita staat voor de
klas en vertelt over
de koppejaoger.
Over judder, wudder en zudder
"O, Anita, ben jij dat van die sletsen?" Afgelopen vrijdag ontmoette ik
iemand, die vroeg hoe het met me ging. Omdat ik wist dat ze moeder was
van een kind in groep 3, mondde het gesprek op een gegeven moment uit
bij het dialectproject. Deze moeder woont hier al een tijd, maar komt niet
uit de regio, dus voor haar was het woord misschien ook nieuw. Persoonlijk
vond ik het leuk om te horen dat kinderen er dus thuis over praten. Want
dat was de bedoeling, dat het project autochtone ouders misschien
stimuleert het dialect niet helemaal af te zweren en importmama's en
-papa's kennis te laten maken met onze streektaal.
Nu denkt u misschien: Waar gaat dit voorval over? Welnu, omdat ik een
talenfanaat ben, hou ik ook enorm van dialecten. Daarbij is ons Zeeuws-
Vlaams een hele mooie taal met prachtige woorden en uitdrukkingen. Via
een cursus schrijven van 'verhalen in het dialect', gegeven door Marjon
Sarneel, is het uiteindelijk uitgegroeid tot een hobby van me om verhalen
te verzinnen en voor te dragen. Dit altijd met betrekking tot de streek.
Door wellicht enige regionale bekendheid werd ik in het najaar van 2011,
benaderd door de Stichting Welzijn West Zeeuws
Vlaanderen met de vraag of ik een dialectgastles
zou willen verzorgen op de basisschool. En daar
stonden mijn oren wel naar. Afgesproken werd
dat het een project van een half uur zou worden
voor groep 3 en 4 van alle basisschoolleerlingen
in West Zeeuws-Vlaanderen. Maar hoe of wat?
Deze keer mocht ik mijn fantasie dus loslaten op
de groep 6-7 jarigen Een flinke uitdaging. Want
het moest én begrijpelijk zijn én zeker niet saai.
Na enig denk- en overpeinswerk kwam ik uit bij
een interactief verhaal met een sprookjesachtig
tintje over een meester, een leerlingetje uit groep
3 en een zeemeerminnetje. Vergezeld van een
blad, in de vorm van een soort leesplankje met