Aflevering 176 zomer 2012
WIE HET WEET MAG HET ZEGGEN
In het vorig nummer zijn we onder bovenstaand motto een nieuwe rubriek
begonnen.
De vraag was toen: Wat zijn roezeis? Er heeft van de abonnees niemand op
gereageerd, maar toch is er een antwoord op deze vraag te geven. Dezelfde
vraag werd namelijk ook gepubliceerd in Eiland-Nieuws, een streekblad voor
Goeree - Overflakkee en van die zijde zijn veel reacties binnengekomen.
Een eerste reactie was van de heer Bram Klijn, oud-zeevisser, uit Ouddorp.
Hij dacht aan blaasjes- en knotswier, in het Ouddorps klapborren genoemd.
Als het behoorlijk gestormd heeft raken hele pakketten van dat
spul los en spoelen op het zand aan. Door zon en wind gedroogd
waaien ze de duinen in. De aanleiding voor de vraag was immers een
bericht uit 1922 uit de Maas- en Scheldebode, waarin vermeldstaat
dat er in de duinen bij Vissershoek veel roezeis voorkwamen.
De tweede reactie was van Hans Hoekman, een oud-collega van
de scholengemeenschap waar ik gewerkt had. Hans stond altijd
bekend om zijn uitgebreide kennis van de biologie. Hij belde mij
met de mededeling dat roezeis de wortelknollen van de heggenrank
moesten zijn.
Hij staafde zijn mening met een citaat uit het boekje 'Planten en hun
naam', Botanisch lexicon voor de Lage Landen, geschreven door
H. Kleijn. Daar staan de knollen vermeld als Roeselwortel, die ook
nog geneeskrachtig zou zijn voor maagkwalen. Hoekman deelde mij
tevens mee, dat deze grote knollen vroeger opgegraven werden en
aan de varkens gevoerd werden.
Zo waren er nog meer meningen. Achtereenvolgens kwamen voorbij:
paddenstoelen, rozenbottels, madeliefjes. Een van de laatste
De heggerank. reacties kwam van Jetty van Donk- Frijlink.
Ze bezorgde mij als bewijs kopieën van de betreffende passages uit
bovengenoemd werk.
Het lijkt mij dan ook het meest logisch om een schriftelijke bron te geloven
en ik ga dan ook voor de Heggenrank, Bryonia dióica.
Omdat er geen reacties waren, is er nu geen nieuwe vraag. Mocht u iets
willen weten, stuur het ons dan toe. Dan kunnen wij de vraag voorleggen
aan onze leden.
P. H.
FOLKLORE
In de vorige Nehalennia (afl. 175) stond een artikel over van ons ijverig
bestuurslid Pau Heerschap over de voorjaarsschoonmaak. Dat was voor
Rene Mijnders aanleiding te pen te pakken en een reactie te sturen. Die
geven we graag door.
De vooijaersschoonmaek
Het is een minke jaeren geleje, mar het staet mn nog helder bie: vóór de
schoonmaek van het huus, moste de schuren schoongemaekt worre.
M'n ouwers hadde een commissionairsbedrief op Stellendam. Dat