Aflevering 177 herfst 2012 9 Een Indiaanse vrouw van het Tupi-volk) in Nederlands Brazilië; schilderij door Albert Eckhout, 1641. 'een vermogend handelaar' Ik keer terug tot de kerkenraadverslagen. Men hield, zo vervolgt Nagtglas de joden in het oog en: 'wurmde zolang tot dat deze rijke en nijvere menschen de stad verlieten en daardoor Middelburg eene onherstelbare schade werd toegebragt' (p.126). Er volgen enige voorbeelden van dit 'gewurm'. 'Zoo nam de regering den 3. mei 1664 een streng besluit om de weelde der Joden in te tomen' (p. 127). Toen de dochter van 'zekere Pinto', die we nog vaker tegen zullen komen, in 1660, zou trouwen met diens halfbroer, drong men er op aan dat de joden, evenals mennisten, papisten, luthersen en anderen, voor de kerkenraad zouden moeten ondertrouwen. Nog geen jaar later kwam de kerkenraad tussen beiden toen Mozes Netto een 'moorinneke' dat hij van een schipper gekregen had en dat tegen haar wil gedoopt was, naar Essequibo wilde vervoeren. De kwestie werd aanhangig gemaakt bij de burgemeester en men besloot er op toe te zien dat er in het vervolg geen slaven of slavinnen meer aan joden werden gegeven. van dat jaar en Menasseh heeft hem in Middelburg begraven. Menasseh overleed twee maanden later en werd zelf in Amsterdam begraven. Bedenkende dat de Joodse gemeenschap klein was in Middelburg en wetende dat Francisco in Amsterdam een leerling was van Menasseh (die in Middelburg gehuisvest was bij zijn zwager Ephraim Abravanel), lijkt het mij zeer waarschijnlijk dat ze elkaar destijds ontmoet hebben. De historicus Jonathan Israel heeft ook zo zijn vermoedens: 'There is no positive indication that Menasseh's choice of Middelburg was influenced in any way by the enthusiasm for colonial schemes evinced by Francisco de Medina and other Sephardic merchants active there in the 1650's, but the month of Menasseh's arrival, October, was also the very same in which David Nassy and other Portuguese Jewish colonisers from Amsterdam met for a conference at Middelburg with the States of Zeeland's committee governing the colony of Nova Zeelandia12 In een ander boekwerkje, Eene rustplaats der bannelingen, schrijft Nagtglas dat zich in Middelburg slechts zeer weinig gegoede Portugezen voorgoed gevestigd hebben en dat men na 1720 geen sporen meer vindt van vermogende Portugezen. Nagtglas vermeldt in dit verband de namen van Paolo Jacomo Pinto, Francisco de Medina en Mozes Netto. Pinto woonde op de Rouaanse Kaai nr. 17. In zijn huis werden godsdienstoefeningen gehouden. Voor de bouw van een synagoge werd geen toestemming gegeven (p. 13). 'Eveneens aan de Rouaanse Kaai', vervolgt Nagtglas, 'niet ver van Pinto, in het huis 'de drie zeildragers', woonde Francisco de Medina, mede een aanzienlijk man en een vermogend handelaar' (p.14).13 Op 11 januari 1658 werd Francisco poorter van Middelburg. Hij was in deze stad de tweede Portugese Jood die hiervoor in aanmerking kwam (Pinto was de eerste geweest).14 Over Francisco zegt Nagtglas verder: 'In 1676 verzocht hij de Staten van

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2012 | | pagina 11