Aflevering 177 herfst 2012 11 persoonen die geerne souden vertrecken ende naer Isekepe overvaren met het schip d'Eendracht welcke lijste aengenomen is omme naer behooren te boeckenEn 'Francisco Medina binnen staende versoekt paspoorten voor diverse persoonen van de hebreeusche natie die gernne naer Isekepe souden varen met het bovengenoemde schip d'Eendracht naer omvrage is hen aengeseght dat sij morgen souden commen ende dat men hen accomoderen en de versochte passeporten geven sal'.18 Het schip 'd'Eendracht', ook bekend onder de naam 'Concordia', vertrok 12 mei vanuit Middelburg, Adrien van Bullestraete de Jong was de eigenaar en Hendrik Strutman was de kapitein. Van deze overtocht bestaat een gedetailleerde beschrijving.19 Er gingen in 1658 en 1659 in totaal vier of vijf schepen met een groot aantal Joden aan boord naar Nova Zeelandia. De onderneming had succes, in 1661 werd voor de eerste maal een hoeveelheid suiker uit dit gebied in Middelburg geveild.20 In Amsterdam kwam dat jaar een schip met zestig tot zeventig duizend pond suiker aan met het schip 'd'Eendracht'.21 Inquisitieverslagen Via inquisitie verslagen krijgen wij inzicht in het privéleven van Francisco en zijn vrouw. Zijn zwager Gaspar Pereira noemt hem namelijk verscheidene malen tijdens zijn verhoor door de Inquisitie. Lucien Wolf schrijft in de introductie van Jews in the Canary Islands dat dit inquisitieverslag een van de belangrijkste documenten is betreffende de migratiebeweging naar Noord-Europa. Gaspar, die heel veel Joden uit de noordelijke diaspora kende, werd in 1662 tijdens een van zijn zakenreizen naar Tenerife op bevel van de Inquisitie te Orotava, een plaats aan de noordkust van Tenerife, in hechtenis genomen. De Inquisitie, zo schrijft Wolf, was op het spoor van de Pereira-familie gezet door het reeds vermelde rapport van de Spaanse ambassadeur aan de Spaanse koning, Philips IV uit 1655 (hierin werd Diego, Gaspars broer genoemd als correspondent van Francisco). Diego kon destijds ontkomen, maar er werd op de overige correspondenten van Francisco gelet en zo werd Gaspar zeven jaar later gearresteerd. Zijn goederen werden geconfisqueerd en tijdens een langdurig proces dat gepaard ging met martelingen, werd hij ertoe gebracht de namen van een groot aantal familieleden en bekenden te noemen. Eind 1663 werd hij overgebracht naar Sevilla en na deel genomen te hebben aan een autodafé werd hij voor de rest van zijn leven overgebracht naar de kerkers van de Inquisitie. Behalve van de handelswijze van het Heilig Officie en het leven van Gaspar in de kerkers van de Inquisitie, geeft de serie verslagen ondermeer een levendig beeld van het leven van de marranen22 in West-Europa en die van Antwerpen en Middelburg in het bijzonder. Er wordt ons een blik gegund in het leven van personen die tot nu toe zijdelings genoemd werden door Joodse historici. Er wordt licht geworpen op hun sociale, religieuze en commerciële leven gedurende de periode 1650-1663. Uit de verslagen blijkt dat Gaspar de Inquisitie er van wilde overtuigen dat hij zelf niets te maken had met het jodendom. Op 8 maart 1662 verklaarde hij dat zijn zuster, Gracia Pereira en haar echtgenoot, Francisco de Medina, die in Middelburg woonden openlijk als joden leefden. Toen men hem vroeg wat hij hiervan gezien had antwoordde hij dat hij ze geen joodse riten had zien uitvoeren, omdat hij zakelijke betrekkingen onderhield

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2012 | | pagina 13