m
i2 m
Aflevering 177 herfst 2012
De Portugees-Joodse
begraafplaats
aan de Jodengang
(foto Cornells
Henning, begin
twintigste eeuw).
met zijn zwager en dat de handelsovereenkomsten gesloten werden in
'eethuizen'. En hoewel hij in zijn zusters huis logeerde, had hij daar ook
niets gemerkt, want hij sliep boven in het huis en zijn zuster en zwager
beneden. Getuige verklaarde verder dat hij twee zusters van zijn moeder,
Simoa de Lucena en Catalina Dias, ervan verdacht eveneens de joodse
leer aan te hangen daar zij van Antwerpen, waar de joden pas in 1694 hun
godsdienst konden belijden, naar Middelburg verhuisd waren.23 Ook de
moeder van Gaspar Pereira en zijn grootmoeder van vaders kant, Gracia
Denis, kwamen ter sprake. Van laatstgenoemde dacht hij dat ze in Rouen
of Bordeaux lag begraven en hij gaf voor niet te weten dat ze de dood vond
op de brandstapel. Hij vermoedde dat deze informatie afkomstig was van
zijn vijanden; wel was het volgens hem mogelijk dat zij bij afwezigheid in
effigie24 verbrand was. Wat zijn moeder betreft, hij had lang niets van haar
gehoord en dacht dat ze dood was.25 Maar als ze leefde en in Middelburg
woonde dan wilde hij wel tegen haar getuigen vanwege het feit dat hij,
zoals reeds gezegd, iedereen die daar ging wonen verdacht openlijk als
jood te willen leven.26
Op 20 augustus 1663 verklaarde Gaspar dat zijn zuster tot zijn verbazing
bij koud weer een bad had genomen
en op zijn vraag waarom ze dat
deed had ze geantwoord dat ze
'ongesteld' was en dat ze niet naar
haar man kon gaan alvorens een
bad genomen te hebben. Getuige
veronderstelde dat dat een Joodse
gewoonte was.27 Bij een andere
gelegenheid had zijn zwager hem
proberen over te halen met hem
uit te gaan maar hij had geweigerd
daar hij dacht dat deze hem naar de
synagoge wilde brengen.
De avond van die zelfde dag was z'n
zwager naar zijn kamer gekomen
om te vragen of hij met de familie
wilde dineren. Hij kon daar niet
onderuit en ontmoette behalve
familieleden, drie andere personen die naar een nieuwe Hollandse kolonie
gingen. Onder het eten werd niet over de 'Wet van Mozes' gesproken.28
Op 31 augustus verklaarde Gaspar dat hij in Amsterdam Rafael Duarte,
een intieme vriend van zijn zwager Francisco de Medina, had ontmoet.
Duarte was op zoek naar voornoemde zwager. Uit angst dat dit contact
hem zou kunnen schaden reisde beklaagde naar Antwerpen.29 Tot zover de
inquisitieverslagen.
Besluit
In 1663 werd Francisco benoemd als 'Agent van den Coninck van Portugael'
in Zeeland 'and as such dealt with the Middelburg admiralty college over
intercepted Portuguese cargoes'.30
In 1689 keren Francisco (Daniel) en Gracia (Ribca) terug naar Amsterdam.
De bloeitijd van Middelburg als handelsstad is dan alweer enige tijd
tanende. Zij sterven enkele jaren later, kort na elkaar. Ribca op 8-1-1692