1
MOSSEL-MAN.
Tiers%jm rMSLds%r.
Aflevering 177 herfst 2012
2. Gravure 'Zeeusche Mossel-manvan Adriaen
van de Venne in zijn 'Tafereel van Sinne-Mal'
(Middelburg 1623). We zien hier links een galerij van
de 'Nieuwe Beurse', daarboven de twee trapgevels
in de Bogardstraat waar hun bedrijf gevestigd was;
rechts de Abdijpoort van 1592, waarop de letters
SPQM Senatus Populus que Medioburgensi) en op
de achtergrond de Balans met de St.- Jorisdoelen van
1582. Een levendig straattoneeltje door Adriaen in
de onmiddellijke nabijheid van zijn woning naar het
leven 'betrapt'.
ZEEVSCHE
TOE'GNEETGENT
Den Eerfamen, Conft-rijcken
Moffijl-mans
H/felmoslen,tfiemcn ymgtin Zeeufe Yt/iter-gronde,
EaclmoslcnvorSje/t nit, en mals, enjkijc\e vol,
üj ijtl
deze gedichten waren bestemd voor de Zeeusche Nachtegael, maar zijn
afzonderlijk te Middelburg verschenen.
Middelburgsche Lauwer-hof
Adriaen laat in dit gedicht Mercurius, de god van studie en geleerdheid
en beschermer van schilders, dichters en boekdrukkers, 'landen' in de
tuin achter het huis van Jan Pietersz., na door Neptunus van de Zeeuwse
stranden verjaagd te zijn. In deze prachtige tuin, de vroegere kruidtuin van
Matthias De Lobel, stond een beeld van Mercurius en daar zal hij nu hof
houden, in die bloementuin waar schaduwrijke prielen verkoeling brengen
wanneer de zon op zijn hoogst staat, en in de aangrenzende drukkerij
en winkel waar de schilderkunst op een voetstuk wordt geplaatst en de
drukkunst kunsten en wetenschappen voor de burgerij ontsluit afbeelding
3). Mercurius nodigt de kunstliefhebbers uit naar deze plaats te komen
waar de 'cunste van Schilderen ende Drucken gheoeffent wert'. Het gedicht
prijst de aktiviteiten die de gebroeders Van de Venne onder het motto 'T is
al goet wat cunste doet' in hun schilderijwinkel annex drukkerij ontplooien
voor schilders en dichters.
In de woorden van Adriaen klinkt dit aldus:
Daerom ick nam de vlucht, en stijghde na de woleken,
En seech weer by 't gewoel der Middelburchse volcken;
Daer my de vlugge Faem had onlangs van geseght,
Als datmen my ter eer een Beelt heeft opgerecht.
Daer is de rechte Plaets\ 5 Rust-huys van behaghen;
O Plaetse van bescherm, voor alle snoode vlagen.
