m m LAVWERHOF. 3. Gravure van de 'Lauwer-hof' door Adriaen van de Venne in zijn 'Tafereel van Sinne-Mal' (Middelburg 1623) achter hun winkel. Daer sal, al wat ick weet, gaen werden wijt vermaert, Al wat door sinnen-breyn, can werden recht verklaert. O wel gewenschten dagh! nu voor my is ghevonden; Een Lanteen Stadt, een Huys, daer Cunste wert ghebonden: Een Plaetse, daer de Faem met Letter-druck verbreyt, Al watter dient gedaen, al watter dient gheseyt. Hier, ismen inde weer te bootsen naer het leven; Hier, wert de Schilder-konst geleert, en hoogh verheven: Hier maecktmen al 't geweet, by yder een gemeyn, Hier straalt de Cunst sich uyt, gelijck een spring-Fonteyn. Hier sietmen fraey en net, de wel-geplante-paden, Cruys-wijs, vierkant, en ront, met bloemen overladen. Hier gaet men uyt, of in, twee dubbel-gaeldery, Van boven schoon verguit, en onder schildery. Hier is, wanneer de Son climt op het alderhooghste, Een lommer-coele-plaets, int alderschoon, en drooghste. Hier is een tonge-lust, en veelderleye vrucht: Hier is een vetten gront, een open soete lucht. Hier wert men oock ghewaer, de Wyser van de daegen; En snelheyt van den loop, der vlugge Phoebus wagen. Hier gaet of oudt, of jonck, beduyden op het kruyt, Dat water, locht, en vyer, en aerde voed' de spruyt. Hier inden Palmen-hof, en plaets der Lauwerieren, Gebied ick evenstaegh, der Zeeuwen hooft te eieren. Hier heb ick volle macht! hier toon ick heerschappy! Hier houd ick nu mijn Hof, by Boucken-Druckery. Ghy dan coomt altemael, die met dijn constich schrijven Het menschelijck geslacht, tot reden aan kond' drijven: Coom herwaerts, treflijck-volck, en brengt dijn hooge stof, Hier binnen, by de Beurshier buyten inden Hof. Hier sal men na de Const, dijn' Geesten-rijcke dingen, Door teycken-schilderconst, een beeltenis aenbringen. Men sal het tot vermaeck doen snijden op de Plaet, Op dat het voor het oogh, sich lustighlijck ghelaet. Het is niet alleen een fraai reclamegedicht voor hun zaak, maar dit gedicht bewijst ook dat Adriaen een vaardige pen en fantasie had. Hij weet een bepaald gegeven op kunstige wijze te hanteren en uit te werken. Daarbij gebruikt hij de motieven van de mythologie, die hem als renaissance-kunstenaar zeer vertrouwd waren, op een dusdanige manier dat het geheel niet te overdadig wordt, een kwaal die andere dichters ongenietbaar maakt. Uit deze regels blijkt tevens dat hij ook als dichter over hetzelfde scherpe waarnemingsvermogen beschikt dat hem als schilder en tekenaar tot een van de belangrijkste figuren uit het eerste kwart van de zeventiende eeuw maakte. Het gedicht besluit met een levendige opsomming van al de goede, schone en merkwaardige zaken die de welgestelde inwoners van het rijke en welvarende Middelburg zich konden Aflevering 177 herfst 2012 ZMfB PEUR ERJJHS h O/fe Ruft-plactfc,v.m MERCVRIVS, E N'DE T> efjclfs lenftmck* totnUe (otiJÏ-hrmimiers. WAnnecr ick heb bdhcn.uyt wijt-bctcfemde rijcken," Naer Ooft, cn Zuv4 en Wcft/ai Noorden liccn cc kijeke, A Eg

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2012 | | pagina 6