2 m Aflevering 182 winter 2013
31
'Archeologisch' onderzoek
naar het gekrompen dorp Werendijke
Bernard Meijlink
In de late middeleeuwen was er op Walcheren sprake van een grote
bevolkingstoename. In relatief korte tijd nam het aantal kleine dorpjes snel
toe. Rond 1300 zijn er volgens de bronnen 36 dorpjes. Het begon met de
stichting van een kleine parochie en de bouw van een kerk. Rond de kerk
ontstonden dan langzaam kleinere en grotere dorpjes. De meeste dorpjes
werden naar hun stichter, de ambachtsheer, genoemd. Voorbeelden hiervan
zijn Boudewijnskerke (BoudewijnPoppekerke (Poppe) en Biggekerke
BiggoAndere werden naar een patroonheilige genoemd, bijvoorbeeld
Aagtekerke (Agathaen Sint Janskerke (Johannes
Veel van de dorpjes kenden ook weer een snel verval. Enkele bleven
wellicht te klein en lagen te dicht bij een naburig dorp om levensvatbaar
te zijn. Maar veel dorpen kenden een gewelddadig einde tijdens de
zogenaamde 'Spaanse troebelen' in de jaren 1572-1574. In het begin
van de Tachtigjarige Oorlog vormde ook Walcheren het strijdtoneel
tussen de Spanjaarden en de Geuzen. Waar Vlissingen en bijvoorbeeld
ook Arnemuiden zich tegen de Spanjaarden hadden gekeerd en op de
hand waren van de Geuzen, bleef Middelburg nog een tijd de koning
van Spanje trouw. In de jaren 1572-1574 lagen de Geuzen in beleg rond
Middelburg. Gedurende deze jaren zou op het platteland van Walcheren
een soort guerrilla gevoerd zijn. Afwisselend de Geuzen en de Spanjaarden
plunderden en verwoestten menig dorp en kerk. Aan het eind van de
'Spaanse troebelen' was Walcheren een waar kerkenkerkhof. Volgens
bronnen zou alleen de kerk van Gapinge onbeschadigd zijn.
Vooral omdat er in de jaren erna niet genoeg geld was, niet bij dorpelingen
maar ook niet bij de overheid, konden niet alle kerken en dorpen
wederopgebouwd worden. Er zijn toen bewuste keuzes gemaakt, waarbij
de overheid en bepalende rol had. Zo besloot zij bijvoorbeeld om de
ruïne van Boudewijnskerke verder af te breken en het bouwmateriaal te
gebruiken voor het herstel van het Fort Rammekens. De parochie ging op
in die van Zoutelande en de dorpelingen gingen voortaan aldaar te kerk.
Op deze manier namen ook andere voormalige dorpjes in inwonertal snel
af. Het is om deze reden, waarom ze vandaag de dag 'gekrompen dorpen'
worden genoemd. Mooie voorbeelden vormen Mariekerke en ook Zanddijk.
Hier is het voormalige ringdorp rond een kerkhof in vorm bewaard. Alleen
ontbreekt van de kerk elk spoor. In Zanddijk is het kerkhof nog steeds (of
eerder opnieuw) in gebruik als begraafplaats, terwijl in Mariekerke het
kerkhof plaats heeft gemaakt voor moestuinen. Inwoners van dit laatste
gehucht melden af en toe de vondst van menselijk botmateriaal.
In 2006 heeft de gemeente Veere het boekje Van Boudewijnskerke tot
Zanddijk uitgegegeven, geschreven door Aad de Klerk. In dit boekje geeft
De Klerk een goede beschrijving van de geschiedenis en de (vermoede)
locatie van de tien bekende gekrompen dorpen binnen de gemeente Veere.
In navolging van dit boekje heeft Stichting Landschapsbeheer Zeeland
(SLZ) het project 'Gekrompen dorpen' georganiseerd in samenwerking