Een opmerkelijke tocht 12 Aflevering 179 voorjaar 2013 Februariramp 1953-2013 J.L. Duijzer Er is uiteraard al heel wat geschreven en bekend geworden over de gebeurtenissen rondom de watersnoodramp op 1 februari 1953, intussen 60 jaar geleden. Zelf heb ik ook wat bijzonderheden op schrift gesteld en ooit een lezing gehouden voor onze ouderenvereniging, alsook verschillende keren voor schoolklassen. Uiteraard zijn een heleboel bijzondere gebeurtenissen nooit aan het licht gekomen. Mij is ook zo'n bijzondere gebeurtenis bekend, alhoewel ik deze nooit bij de genoemde lezingen heb verteld. Ik woonde op 1 februari 1953 in Sint-Annaland aan de Voorstraat, welke straat met enorme kracht de volle laag kreeg om ongeveer 4 uur, toen de vloedbalken aan de haven bovenaan de Voorstraat het niet hielden. Doordat het water zich vanuit de Voorstraat kon verspreiden, viel deze straat nadat de eb volledig was doorgezet weer enigszins droog, omdat een Voorstraat meestal op een kreekrug was aangelegd en dus hoger lag dan de rest van het dorp, dat nog wel onder water stond. Stavenisse, de buurgemeente van Sint-Annaland, heeft, zoals bekend is, vreselijk geleden door de watervloed. Er verdronken 156 mensen, terwijl ook een groot aantal dieren is omgekomen. Omdat geheel Stavenisse onder water stond konden geborgen lijken van slachtoffers daar niet worden begraven en die, welke in de polders van Sint-Annaland waren gevonden werden naar Sint-Annaland gebracht, daar geïdentificeerd en tijdelijk begraven (ongeveer 50 slachtoffers). De meeste zijn in het najaar, toen dat weer mogelijk was, herbegraven in het massagraf te Stavenisse, hetgeen geheel door vrijwilligers werd uitgevoerd. De Kerkweg heeft misschien wel het meest te verduren gehad. Vrijwel de gehele rij huizen werd tot aan de fundering overvallen door een vloedgolf van ongeveer 2,50 meter hoog en weggespoeld. Velen bevonden zich op de zolders en werden meegesleurd. De meesten konden zich niet aan iets vasthouden, want het water was vrij woest, en verdronken. Ongeveer 70 slachtoffers zijn toen aangespoeld aan de Vierdedijk (de van oudsher genoemde Kwaeiendiek). Daarbij was ook het echtpaar Den Engelsman. Zij hadden een hondje (een zogenaamde foxhond) dat waarschijnlijk ook op de zolder zat en dat dier heeft de ramp wél overleefd. De heer Lauw den Engelsman kwam oorspronkelijk uit Sint-Annaland en had daar o.a. een zuster wonen, de weduwe Gunter, die hij zo nu en dan bezocht. Hoe vaak weet ik niet, maar minstens één keer heeft hij de hond meegenomen daarheen. Toevallig hoorde ik van een plaatsgenoot van Den Engelsman dat hij, als hij wat verder weg moest, de hond op zijn bagagedrager voor op de fiets liet meerijden, gezeten op een opgevouwen jutezak. De hond is gedurende de Ramp dus wellicht aan de dijk terechtgekomen. Alles om hem heen was water, behalve de dijken. Een aantal dagen na de ramp was de zuster van de heer Den Engelsman in huis bezig toen ze aan de achterdeur een gerammel hoorde. Ze opende de

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2013 | | pagina 14