m
m Met behulp van een staaldraad is de bus 's avonds op het droge gehaald.
18 Aflevering 179 voorjaar 2013
Vijf doden waren toen al, na het verwijderen van de kap, uit het voertuig
gehaald. Ze werden eerst naar het wachtlokaal, en later naar het
gemeentelijk ziekenhuisje gebracht voor schouwing. Diezelfde avond is
het zesde slachtoffer, mevrouw Franke-de Graaf, nog gevonden. Maar
naar het lichaam van haar dochter is tevergeefs gezocht. Dat is pas eind
februari geborgen in het noordelijker op de Brabantse oever gelegen Nieuw-
Vossemeer.
De slachtoffers waren: Maatje Dingena Johanna Krijger (28 jaar, ongehuwd)
uit Poortvliet en haar zus Catharina Boudewijna van Dijke-Krijger (32
jaar, moeder van twee kinderen) uit Jaarsveld. Ze kwamen terug van
een kraamvisite bij hun zus in Etten-Leur. Het waren dochters van
de Poortvlietse bakker en wethouder M.K. Krijger. Verder Stoffelina
Pieternella Hageman-Jasperse (41 jaar, moeder van acht kinderen), vrouw
van een boerenknecht, en haar tienjarige dochter Hendrika Hageman uit
Poortvliet. Alsook de in Sint-Maartensdijk inwonende dienstbode Louisa
Maria Kesselaar (25 jaar), die haar ouders in Kattendijke had bezocht;
slagersvrouw Cornelia Franke-de Graaf (39 jaar, moeder van elf kinderen) en
haar negentienjarige dochter Grietje Jacoba Cornelia Franke uit Poortvliet.
Rechtzaak
Burgemeester W. Dronkers ontving een telegram als blijk van medeleven
van de koningin, en de Zeeuwse commissaris van de koningin bezocht de
getroffen gezinnen. Daags na nieuwjaar zijn in Poortvliet vijf slachtoffers
begraven. Bij elk van de drie uitvaarten voerde de burgemeester het woord.
Ook waren er kransen van de gemeente Tholen en van de busonderneming.
Dat laatste was eveneens het geval bij de begrafenis, diezelfde dag, van
Louise Kesselaar in 's-Gravenpolder.
Voor de rechtbank in Breda moest chauffeur Van der Vliet zich in maart
verantwoorden voor het ongeluk. Hij verklaarde dat hij had willen proberen
de bus dwars tegen de borstwering te zetten, maar dat de opdringende
vrouwen hem dat beletten en hem vanachter het stuur verdrongen. De
officier van justitie riep tien getuigen op, waaronder deskundigen die
verklaarden dat de remmen van de bus niet hadden gedeugd. Onder meer
zou een trekstang hebben ontbroken. De vier getuigen van de verdediging
beweerden dat de remmen eerder op de dag in orde waren. En dat de bus
door het ongeval en het op de kant trekken zodanig was beschadigd, dat
het onderzoeksrapport van de deskundige oppervlakkig en aanvechtbaar
was. De advocaat vroeg vrijspraak, maar de rechter nam de eis van de
officier over: vier maanden gevangenisstraf en 64 maanden ontzegging van
de rijbevoegdheid. In hoger beroep bepaalde het Gerechtshof in Den Bosch
echter begin juli dat de chauffeur werd vrijgesproken.
BBA en TAD
Na de opening van de Thoolse brug werd de tramlijn doorgetrokken tot
in het stadje, maar deze vorm van vervoer had zijn langste tijd gehad. De
Zuider Stoomtramweg Maatschappij nam in 1930 de exploitatie van de
tram over van de in financiële moeilijkheden geraakte maatschappij ABT.
Ze zette vanaf 1933 bussen in die parallel aan de lijnen reden, en ging het
volgende jaar met nog vijf trammaatschappijen op in de N.V. Brabantsche
Buurtspoorwegen en Autodiensten BBA. Op 15 oktober 1934 reed de