De tramhaven aan het Zijpe te Anna Jacobapolder 20 Aflevering 179 voorjaar 2013 J. Quist Stoomtram Steenbergen-Brouwershaven De tramhaven ontleent zijn naam aan de tramlijnverbinding Steenbergen- Brouwershaven, aangelegd door de Rotterdamse Tramweg Maatschappij (RTM). Op vrijdag 27 april 1900 werd de nieuwe tramspoorverbinding op feestelijke wijze in gebruik genomen. De Sint Philipslandse harmonie Concordia, die officieel pas in 1902 werd opgericht, begroette de tram met blijde tonen. Er waren erebogen, erepoorten, erewachten te paard en in alle gemeenten was er een hartelijke toespraak van de burgemeester of zijn vertegenwoordiger. Hoewel de tram aanvankelijk maar met een snelheid van 20 kilometer per uur mocht rijden betekende dit openbaar vervoer een enorme verbetering. Zijpe-Anna Jacobapolder Een belangrijke schakel in de tramwegverbinding was de overtocht per veerboot over het vrij smalle vaarwater Zijpe. Aan weerszijden hiervan werden gebouwen opgericht. Aan de Fliplandse kant kwam een remise van 46 meter lang met daarin drie sporen. Hierin werd ook onderhoudswerk verricht. Verder werd er op de tramhaven een woning voor de chef machinist gebouwd en een brikettenloods. Het stationsgebouw, dat ook dienst deed als veerhuis om het wachten te veraangenamen, stond op het hoofd van de zuidelijke havendam. Er werd aan de zuidkant van de tramhaven een oprijsteiger gebouwd voor een veerpont met een op- en afrijmethode vanaf de zijkant van de pont. De tocht met de stoomtram - al in de verte te herkennen aan zijn rookpluim - vanaf Steenbergen via Nieuw-Vossemeer en Sint Philipsland voerde de passagiers door de polders, langs wegen en dreven naar Anna Jacobapolder. Daar was bij het gehucht aan de Noordweg, nu de kern Anna Jacobapolder, een halteplaats met stationsgebouw. Vervolgens reed de tram naar het eindpunt: Anna Jacobapolder-Veerhaven. Naast de twee vaste halteplaatsen stopte de tram op verzoek bij de coupure aan de Noorddijk, de Lageweg en op Lombok. In Anna Jacobapolder en haast bij elke boerderij en verder nog op diverse plaatsen was er een wissel, een soort zijspoor met weegbrug voor het overslaan van suikerbieten. Via deze wissels konden de geladen wagons gerangeerd worden achter de locomotief. Tevens was er te Sint Philipsland en te Anna Jacobapolder een mogelijkheid om vee in te laden. Goederenvervoer Voor Sint Philipsland betekende de tram-bootverbinding een voorziening die men voorheen op het eiland niet kende. Het was een belangrijke verbetering voor het personenvervoer en niet minder voor het goederenvervoer. Qua tonnage waren dat voornamelijk de bieten van Schouwen-Duiveland, Sint Philipsland en noordwest-Brabant die naar de suikerfabriek te Steenbergen werden vervoerd. Er werden echter ook steenkool en vaste goederen vervoerd. Aan de noordkant van de tramhaven waren grote stoomkranen gebouwd om het mogelijk te maken de tramwagons met lading en al op de rails te zetten. Op Zijpe (Schouwen) werden de wagons met de stoomkraan

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2013 | | pagina 22