m Tweede Wereldoorlog
22 Aflevering 179 voorjaar 2013
Op 10 mei 1940 kreeg de RTM direct al te maken met de Duitse inval. Al het
vervoer van veer- en tramdiensten kwam stil te liggen. Omdat het veer Zijpe
- Anna Jacobapolder zeer belangrijk was voor de kustverdedigingswerken
van de bezetter, kon op 18 juli alweer worden gevaren. Ook het
bietenvervoer was in het najaar weer mogelijk. In februari/maart 1943
volgde op bevel van de bezetter de inundatie van een groot deel van
Schouwen-Duiveland, waarop de bevolking moest worden geëvacueerd.
Op 11 maart werd de tramdienst op dat eiland, tegelijk met de veerdienst,
gestaakt. Veel van het varend materiaal werd gevorderd en eer de oorlog
ten einde was, was er van de vloot en het tramnet niet veel meer over dan
een puinhoop. Haast alles was vernield. De hervatting van de veerdiensten
werd in 1945 slechts provisorisch mogelijk. Het Rijk liet de aanlegsteigers
die vernield waren weer bedrijfsklaar maken, zij het alleen voor zijlading.
Het autoverkeer nam belangrijk toe. De RTM liet het s.s. Schouwen-
Duiveland, dat eerder gebruikt werd voor het vervoer van suikerbieten per
wagon, gereedmaken voor autovervoer. Om op beide dekken te kunnen
laden en lossen was verhalen noodzakelijk. Eerst in maart 1948 kwam de
zijladingspont Grevelingen in de vaart. Hiervoor moesten de aanlegsteigers
worden aangepast. Het schip werd gebouwd op de werf van H.J. Koopman
in Dordrecht met onderdelen uit drie rivierschepen. Het betekende
weliswaar een belangrijke vooruitgang voor de veerverbinding over het
Zijpe, maar een veer met koplading bleef op het verlanglijstje staan.
De Ramp
Bijna heel Sint Philipsland en een groot deel van Schouwen-Duiveland werd
in 1953 getroffen door de Februariramp. De Minister C. Lely werd ingezet
voor vervoer van evacués naar Rotterdam. Van 18 maart tot 24 december
1953 voeren eerst de oude Zijpe en later de Minister Ph. W. van der Sleijden
tussen Anna Jacobapolder en Zierikzee. Op die datum werd de verbinding
over het Zijpe hersteld. De wens om op dit traject een veerpont met
koplading in de vaart te krijgen bleek een kostbare optie. Toch besloot het
Rijk om in 1953 in de havens van Zijpe en Anna Jacobapolder twee fuiken te
bouwen, die geschikt waren voor dit soort belading. De pont die eerder bij
Moerdijk voer onder de naam Moerdijk, kwam op 20 februari 1954 tussen
Zijpe en Anna Jacobapolder in de vaart onder de naam Krammer. In 1959
werd ook het zusterschip Zijpe, dat eerder onder de naam Willemsdorp
voer, op dit traject ingezet. De veerverbinding was door de toenemende
recreatie en het vrachtvervoer zo druk geworden, dat een tijdschema op
gezette tijden niet meer in acht genomen werd. Men voer af en aan maar
desondanks was er in de vakantieperiode soms een wachttijd van vier uren.
Deltawerken
Tot 1965 was het veer de belangrijkste verbinding voor Schouwen-
Duiveland met het vasteland. In dat jaar kwam de Grevelingendam als
onderdeel van de Deltawerken gereed, waardoor een rechtstreekse vaste
verbinding met de Randstad tot stand was gekomen. Op 1 september
1972 werd afscheid genomen van de stoomvaart op de veerverbinding
over het Zijpe. De Zijpe werd omgebouwd tot motorschip en kreeg ook
een heel ander uiterlijk. Onder begeleiding van de oude Krammer met zijn
twee statige schoorstenen mocht de Zijpe met de vlaggen in top de eerste