m
m
Aflevering 179 voorjaar 2013
29
Van de Zeeuwse Dialectverênigieng
VAN DE REDACTIECOMMISSIE
Als dit nummer bij u in de bus valt, is het inmiddels alweer lente. Dan was
vroeger het hof geploegd en klaargemaakt voor het nieuwe seizoen: de
aardappels waren gepoot en de sjalotten stonden weer mooi op rij. In Oud
dorp was het altijd een soort wedstrijd wie de eerste nieuwe aardappelen
kon oogsten en dat was dan meestal begin juni. Door de typische zandwal-
len, de zogenaamde 'haogten', om de percelen in het Ouddorpse landschap
lagen de akkers lekker beschut en groeide alles voorspoedig en kon er al
vroeg genoten worden van een nieuwe oogst. Dat grote oude hof is nu een
soort parkachtige tuin geworden, met vijvers, een bloemenweide en een
prieel. In het hof stonden vroeger hoge betonnen palen waartussen twee
waslijnen gespannen waren: een hoge en een lage. Twee van die palen staan
er nog steeds. Als ik er langsloop moet ik altijd weer denken aan de was
van vroeger, begin jaren vijftig. Wat een bedrijf was dat toen! Wij hadden
nog geen wasmachine, dus alles ging met de hand. Maandag was het was
dag, maar het begon eigenlijk al op de zaterdag, na het wekelijkse bad van
vrijdagavond of zaterdagmiddag, als ieder zich verschoond had. Dan werd
er al het een en ander klaargezet en gesorteerd. Ik herinner me nog het
spektakel met de wasketel of wasbus, de houten waston, emmers en teilen.
Aanmaakhoutjes en eierkolen werden klaargezet bij de gemetselde kachel in
de schuur.
De wasketel of
wasbus.
Moeder begon al met de voorbereidingen voor de maandag op zondag
avond, zo na half tien. Ik vond dat altijd wat wonderlijk. In Ouddorp was
in het algemeen sprake van een strenge zondagsheiliging. Zo werd de zon
dagse soep al op zaterdag getrokken, de aardappelen geschild, de goente
voorgekookt en het vlees uit de weck vóór de zondag gebraden, zodat al
les alleen maar opgewarmd hoefde te worden. Maar naarmate de zondag
vorderde werd alles blijkbaar steeds minder erg.
Zo begon moeder dus al op de late zondagavond
met het wasspektakel. Hoe het "wasprocesprecies
verliep kan ik me niet zo goed meer herinneren. Dus
voor de details mijn zuster Jans, die vierentachtig
is, maar eens geraadpleegd. Ze herinnerde zich het
volgende nog:
's Maandagsmorgens vroeg werd de gemetselde
kachel aangemaakt en heet gestookt met eierkolen.
Vervolgens werd de grote wasbus op de kachel ge
plaatst en met regenwater gevuld, dat uit d'n tras
de regenbak, geput werd. (Ouddorp kreeg pas in
1956 waterleiding.) Het wasgoed, dat al geruime tijd
had staan weken in een teil met water en soda, werd
in de ketel gedaan en er ging waspoeder bij. Toen er
nog geen waspoeder bestond, werd met een zeep-
klopper met een stuk Sunlightzeep erin net zo lang
geklopt, tot er een schuimend sop ontstond. Nu de zaak lekker uitkoken.
Was dat lang genoeg gedaan, dan werden de wasstukken met een grote hou-