Aflevering 180 zomer 2013 zuidzijde ziet, zijn ze opgenomen in volgorde van hun maatschappelijke status. Welke twintig personen uit het kunstzinnige en literaire milieu behoorden tot de uitverkorenen, die door Cats en de gebroeders Van de Venne werden uitgenodigd deel te nemen aan dit project? Ik laat ze hier kort de revue passeren, kort, omdat het binnen het kader van deze serie te ver zou gaan om uitgebreid stil te staan bij hun afzonderlijke bijdragen, maar om te laten zien welke Zeeuwse (maar bovenal Middelburgse) intelligentsia het klimaat bepaalden in de eerste decennia van de zeventiende eeuw. Johanna Coomans (1580/1585- 1659) 'Iuffvrou Johanna Coomans, weerde huys-vrouwe vande Heer Johan vander Meerschen, Rentmeester vande Edele Mog. Heeren Staten van Zeelandt' staat bovenaan de lijst. Ze dankt deze plaats waarschijnlijk niet zozeer aan de hoge maatschappelijke positie van haar man, als wel aan het feit dat de Zeeuwen kennelijk trots zijn op haar vanwege het feit dat zij de dichtkunst beoefende als echtgenote en moeder van zes kinderen. Iets wat zeker niet- alledaags was in die tijd! Ze werd dan ook behoorlijk geroemd door en onderhield intensief contact met leden van de culturele elite van Zeeland. Zo noemt Adriaen van de Venne, die tot haar vriendenkring behoorde, haar in zijn Tafereel van Sinne-mal 'Een parel deser eeuw! een spiegel voor de vrouwen'. En Valerius noemt haar in de Zeeusche Nachtegael 'Sin-rijck, goed duyts, goe maat. Vol lieffelick bevallen. Geen ydel vuyl ghedicht; maar leersaam gansch met allen'. Zij en haar echtgenoot waren ook goed bevriend met Cats en het was diezelfde Cats die haar bij het lezerspubliek introduceerde. Zij heeft zes tamelijk omvangrijke gedichten bijgedragen aan de bundel en dat is zowat alles wat van haar werk is overgebleven. Toch heeft zij als een van de vroegste Renaissance-dichteressen met haar werk een zekere nationale reputatie opgebouwd. Zo wordt zij door de dichteres Johanna Hoobius genoemd in haar Lof der vrouwen (1643), die lovend is over haar wijsheid, geleerdheid en geestigheid en ook in Johan van Beverwijcks Van de wtnementheyt des vrouwelicken geslachts (1643) neemt ze een eervolle plaats in. En Marcus Zuerius van Boxhorn, hoogleraar aan de Universiteit van Leiden, vindt in zijn Chroniik van Zeelandt (1644) dat Coomans tot de 'uitmuntende verstanden' van Zeeland behoort. Zij had De namen der genedie baer Jlemmen by ghebracbt hebbentot de 'ZEEVSCHE NACHTEGAEL, "TVjfvrou Johanna Qtomans, wveerde huys-wrouvpe wande Heer Johan wander MeerphenRentmecjler wande Sdelc Mog. Heeren Staten wan Zeelandt. Jujfwrou AnnaSRgemers, als doen in Zeelandt wvejënde. T>. cApollonius Schotte, Hucts-hecr inden Hoogen Raile. T>. Jacob Schattey Hjdder, (t/c. "Burgemeejler der Stadt ZMiddelburfb. D. Simon wan Beaumont, Penfionans der Jladt Middelburg. D. Jacob Qtts mede Penponarü aldaer, ende nu der fiadt Dordrecht. rD. Adrianus Hojferus, 'Burgcmcefierder Jlede Zuriczec. Jonckjoeer Philebert wan 'Borjftie, Burgemeejler der Jlede Tholen. cAdriaen Valerius, Scheden en Roet Ter-werc. M'. Johannü de Brufnc, Advocaet tot Middelburgh ZM'. Jacob Luft, mede Advocaet tot Middelburgh T). ^Abraham wander M ijl, ghcWoont tot Vlipinghen D. Lenart Peutemans,Dobloor in de Medecijnen tot Middelburgh. D.Jacob HobiusBurgemeejler der Jlede Brouwers-haven. PQcolaes lAntomJJ wonder deelen. Adriaen wande Venne, conjlich Schilder tot Middelburgh. Joarmis de Swaef Schoolmeejler tot Middelburgh. Tieter wan MeldenP.J. Vos. J. Rogiers. ende meer andere. i I AN Lijst van medewerkers aan de 'Zeeusche Nachtegael' (Middelburg 1623) (Zeeuwse Bibliotheek /Beeldbank).

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2013 | | pagina 19