Dialectkwartetten in
Hulst.
De reeks dialectlessen werd afgesloten in Clinge. In groep 7/8 hoorden we het
woordje oepadoele. Wist u dat daarmee een kikkervisje bedoeld wordt? Kijk
ook even voor deze lessen op onze site www.zeeuwsdialect.nl
Aflevering 180 zomer 2013
IN GESPREK MET JAN BOTH
Toen ik een bezoek bracht aan het Streekarchief aan de Dwarsweg in Mid-
delharnis zat Jan Both, streekarchivaris voor Goeree-Overflakkee, achter de
tafel in zijn kamer de proeven van zijn binnenkort te verschijnen boek over
de molens op Goeree-Overflakkee te bekijken. Dit werk is geschreven ter ge
legenheid van het 25-jarig jubileum van de Molenstichting Goeree-Overflak
kee. Het is niet zijn eerste publicatie op historisch gebied. Jan ken ik al heel
lang, eerst als lid en later als medebestuurslid van de Historische Vereniging
voor Goeree-Overflakkee De MotteOok bij allerlei andere gelegenheden
kom ik hem nogal eens tegen. Tijd voor een vraaggesprek dus. Zoals gebrui
kelijk spreken we met elkaar in ons dialect, Jan in dat van Middelharnis, ik
in het Ouddorps.
Wie is Jan Both?
Ik ben geboren op 23 april 1968 en in Middelharnis opgegroeid. Mijn vader
was bode op het gemeentehuis van Middelharnis. Na de Technische School,
hier nog lang de ambachtsschool genoemd, ging ik naar de MTS bouwkunde
studeren. Dat heb ik ongeveer anderhalf jaar gedaan.
Dus geen carrière in de bouwkunde?
Nee, het liep anders. Omdat mijn vader op het gemeentehuis werkte, kwam
ik daar vaak. Zo kwam ik aan mijn vakantiebaantje: werken op de postkamer
en in het archief. Nu was ik altijd al in geschiedenis geïnteresseerd en door
het werk in het gemeentearchief kwam ik in aanraking met de oude bron
nen. Dat boeide mij zo, dat ik stopte met de MTS, hoewel ik ook wel graag
architect had willen worden. Die bouwkundige kennis komt mij soms nog
wel van pas.
Je ging werken op het gemeentehuis?
Ja, ik werd aangenomen voor de postkamer en het archief. In het begin
nog op het oude gemeentehuis aan het einde van de Voorstraat in Mid
delharnis. Dat was eigenlijk al te klein, zodat er ook al mensen van de ge
meente in dependances moesten werken. Ik moest ook de post bezorgen
en zo kwam ik overal, wel op vier of vijf plekken, dus ik kende veel mensen