Aflevering 180 zomer 2013 53
Rethorica 500 jaar en dat zal groots gevierd worden. We zijn nu al bezig met
de voorbereidingen. En ook daarin heeft het streekarchief weer een functie.
Verder zit ik nog in allerlei commissies die de belangen van allerlei zaken op
dit voormalige eiland behartigen.
Je hebt ook veel gepubliceerd?
Ik ben de tel eigenlijk kwijt, dat zou ik even moeten nakijken. In elk geval
over allerlei onderwerpen, heel breed allemaal. Dat terrein strekt zich uit
van bouwkunde tot rechtspraak, van de geschiedenis van de VW tot onder
wijs. Dat is heel leuk, want op die manier verkrijg je ook door het onderzoek
ervoor heel veel kennis op een heel breed terrein. Ik schrijf, niet alleen om
dat ik het leuk vind, maar ook om overzicht te krijgen. Het is altijd heel pret
tig dat ik allerlei zaken kan naslaan, in publicaties is het makkelijker zoeken
dan in archiefdozen.
Jan, we zitten nu met elkaar dialect te praten. Hoe denk je over de toekomst
van het dialect?
Ik denk niet dat het helemaal zal verdwijnen. Je merkt nu al dat het wel
heel sterk verandert. Veel mensen verhuizen naar de 'overkant' en in die
nieuwbouwwijken krijg je een gemengde bevolking. Dat heeft ook zijn in
vloed. Op de schoolpleinen hoor je weinig dialect meer. Omdat heel veel
oude ambachten zijn verdwenen, met de daarbij horende dialecttermen,
Wat vind je van alle dingen die je doet eigenlijk het leukst?
Dat is het werken voor De Ouwe Waerelt, het historische tijdschrift voor
Goeree-Overflakkee van de historische vereniging. We werken al meer dan
twaalf jaar met dezelfde redactie, een fijne club
mensen, bestaande uit een Neerlandicus, de
streekarchivaris, de archivaris van het voorma
lige archief van het waterschap, een historica en
een historicus-journalist. De redactievergaderin
gen zijn altijd een feest, heel informeel en gezel
lig. Er wordt wat afgelachen. Tijdens die vergade
ringen ontstaat er eigenlijk spontaan steeds weer
een nieuw nummer en ontwikkelen zich ideeën
voor nieuwe nummers en het jaarlijkse thema
nummer. De geschreven artikelen worden in de
vergadringen gedegen gecontroleerd. Uitermate
vermakelijk is het dan als de Neerlandicus nog op
een taalfout of een historicus op een onjuist feit
betrapt wordt. Het einde van De Ouwe Waerelt
is, wat mij betreft, nog lang niet in zicht. Er ligt in
het archief nog zoveel op onderzoek te wachten wat nog beschreven moet
worden.
Ook heel leuk zijn de vergaderingen van de Sociëteit Rethorica. Dat is
eigenlijk een heel exclusieve club, waar vele 'belangrijke' mensen wel
voor gevraagd zouden willen worden. Maar onze bijeenkomsten zijn zo
gewoon, zo gezellig. Ook daar wordt heel wat afgelachen, bijvoorbeeld als
we het glas heffen en gezamenlijk de eeuwenoude zinspreuk 'Hoe langer,
hoe liever' uitroepen. Eigenlijk is het daar net zo als bij de vergaderingen
voor 'De Ouwe Waerelt'. (Schrijver dezes kan dat beamen.)
In stilte werken aan
alweer een nieuwe
publicatie.