schrabieldes overbleven. Daar moest je dan nog de steentjes uitzoeken
en de rest ging later weer in de kachel. Aanmaakhout? Dat was meestal
klofkappershout. ...En een vakman/-vrouw kon dan door te manipuleren met
de klep en het min of meer open-/dichtzetten van de asla, de kachel harder
of zachter te laten branden."
14. Waar gingen jongelui vroeger schaatsen?
'7e leerde dat op de dichtgevrore plassen in de weilanden of op een viever in
't durp. Wasje de kunst machtig, dan saeterdagsmiddag mee n kööie nae de
veste in Middelburg over dulleven en de Waetergang d'r nae toe, "weet mw.
M. de Wolf-Mol nog te vertellen. "En de guus ree op de tenkval, onderdeel
van de Duitse verdediging, "voegt ze er nog aan toe. Dat beaamt Henk
Barentsen, ook uit Biggekerk. In Oostkapelle ging men "op de 'Alve Maene
op durp van Ööskappel, op de vivers van Iepenoord, West'oeve, Overduun
en Zêêduun en soms op de Eendekooie in den duune," schrijft Jan Zwemer.
In Kloetinge werd (en wordt nog) geschaatst op de vijver bij het Jachthuis.
Daarvor werd toestemmeing verleend door de Ambachtsvrouwe. Er was
zelfs een ijsclub. Schaatsen leerde je op de Moerpit, een geïsoleerde
drinkput aan het Langediekje. De kleintjes schaatsen op "de Wolle olie ant".
dat was een smalle uitstulping van de Moerpit, die uitstak als een duim
van een want, informeert de heer Beenhakker ons.Verder noemen we de
waetergank ZB (Dwg, Ovz) de Zwaekse Weel ZB (Kwd) de Blikken ZB (Hrh;
Lwd); de Westeindse Weel ZB (Hrh; Lwd, Bsl) In de Moer, ZB (Bid) de Vaete
voor de kerk ZB (Bsl)
Op de Wal ZB (Ndp) de Pillekesdulve ZB (Ndp) de Annewas T (Anl) de
vleien in de Wei'Oek T (Po) 't Grote Gat T (Po)'t Gat bie 't Stoomgemael T
(Po) Op de Luuster P (Phi); de Tramput P (Phi) de Bruuntjeskreeke P (Phi)
de Heule SchD (Elm; Otl; Rns)
het Dijkwater SchD (Bns) de Kerkgracht SchD (Drs) het Bakkersgat SchD
(Bns)
de Rekusweel SchD (Bns) Weel van Krepel SchD (Bns) 't Watergat SchD
(Rns)
Vaarten SchD (Otl) 't Grööte Gat ZVW (Wtk) De vaort Sluus -Brugge ZVW
(Wtk)
kreken ZVW (Nvt; Gde) waotergangen ZVW (Nvt; Gde) Op 'n pèreput ZVW
(Nvt; Gde) 't Krik Krakje: een ondergelopen weiland LvA (Hok) Grote en
Kleine Vogel LvH (Hek) De Oude Haven LvH (Hek) De Visserai LvH (Hek)
Stoofkreeke GOfl (Mdh)
De Vliegers GOfl (Mdh) De Kaoie GOfl (Mdh; Smd de Wildeman GOfl (Smd)
de Weitjes GOfl (Smd) de Singel GOfl (Mdh) de waotergank ZVO-Zd (Ovs)
Op de Kreeke ZVO-Zd (Ovs) en de Kèzersputte ZVO-Zd (Ovs).
15. Typisch voedsel tijdens de kerksdagen was rollade W (Bgk) ZB (Dwg
Ovz; Bid) GOfl (Ntg) krentebrööd W (Bgk) ZB (Dwg; Ovz; Hrh; Lwd; Bid; Ktg
Bzl) T (Po) P (Phi) SchD (Elm; Otl; Rns; Zn; Bns) LvA (Hok) LvH (Klz) GOfl
(Mdh; Odp) rozijnenbrood ZVW (Wtk) Lva (Hok) krentebrööd mi krukels T
(Po) wittebrood W (ok) ZB (Dwg; Ovz) krujebrööd W (Bgk) krutebrööd LvA
(Hok) kruidenbrood LvA (Hok) sukadebrood W (Ok) bestbrööd Zb (Ndp)
melkbrööd ZVW (Wtk) vetproppen ZVW (Gde; Nvt) beuterkoeken ZB (Dwg;
Ovz) tuulband Zb (Kwd; Hrh; Lwd; Ndp; Ktg) ZVW (Gde; Nvt) kèskrans
ZVW (Gde; Nvt) GOfl (Mdh) kerststol Zb (Kwd; Bid) ZVW (Wtk) LvA (Hok)
GOfl (Mdh) brood en 'ne gekookten ast LvH (Klz) stoofpeertje W (Bgk)
appelmoes W (Bgk) SchD (Rns) appeltjes SchD (Rns) apruutjes en friet LvA
Aflevering 180 zomer 2013
73