m Kamer van Zeeland van de in 1621 opgerichte West-Indische Compagnie 12 Aflevering 181 najaar 2013 (WIC). - Mr. Pieter van der Merct. Vermoedelijk, net als zijn vader, kiesheer van Middelburg. Personen met een vermogen van ongeveer 25.000 pond Vlaams: - Andries Bockaert. Zijn naam komen we tegen in de stadsrekeningen van Middelburg, maar dat feit levert geen verdere informatie op. - Anna van Borsele. Weduwe van Johan of Jan van der Hooge. Volgens een Middelburgse stadsrekening uit 1598 dreef Anna een houthandel. Haar man was stadsbestuurder van Middelburg. - Anthony Godyn of Godin. Net als Boudaen Courten één van de eerste bewindhebbers van de Kamer van Zeeland van de WIC. Anthony's vader Jean Godin, Antwerpenaar, was kolonel en gouverneur van Lillo. - Balthasar van de Voorde, muntmeester. - Johan Radermacher (de jonge). Koopman. Zijn gelijknamige vader was ook koopman en bovendien één van de grondleggers van de Nederlandse taalwetenschap. - Jonkheer Philippe de Soete de Houthain. Net als zijn broer, admiraal Guillaume de Soete, gouverneur van Sluis. - Pierre Pelle. Koopman in Middelburg. - Pieter Resen. Geboren in Bergen op Zoom. Secretaris van Tholen en gecommitteerde raad van de Staten van Zeeland, voor Tholen. - Pieter Romboutssen. Mogelijk familie van Johannes (Hans) Rombouts, de vermaarde koopman uit Antwerpen. - Simon van Alteren, heer van Jaersvelt. Stadsbestuurder van Middelburg en later gecommitteerde raad ter Admiraliteit in Amsterdam, wegens Zeeland. Ridder in de orde van St. Michiel. Kocht in 1614 kasteel Jaarsveld bij Utrecht. Persoon met een vermogen van ongeveer 23.000 pond Vlaams: - Mr. Johan Boreel. Vader van Jacob Boreel. Raadpensionaris van Zeeland, vermaard als kenner van oosterse talen en bekend om zijn reizen naar het Midden-Oosten. Zuidelijke Nederlanders en hun afkomst Na het bestuderen van hun genealogieën, blijkt het grootste deel van de bovenstaande personen te bestaan uit lieden met Zuid-Nederlandse voorouders. In dat kader zijn vooral de gebiedsdelen Vlaanderen en Brabant (vooral Antwerpen) sterk vertegenwoordigd. Uiteraard wisten de Staten van Zeeland dat voor het verkrijgen van de hoognodige extra inkomsten geprofiteerd kon worden van de rijkdom van deze Zuiderlingen. Het vizier van de Staten was bij het in het leven roepen van de vermogensheffing duidelijk gericht op hen. Toch hoeven we met de Zuid-Nederlanders geen medelijden te hebben. Door de grootte van hun vermogen was de heffing verre van een aderlating. De emigratie van de Zuid-Nederlanders naar Middelburg begon al kort na 1574. Na de aftocht van het Spaanse gezag op Walcheren in dat jaar kwam een vluchtelingenstroom uit de Zuidelijke Nederlanden op gang. Aanvankelijk waren dat veel arme mensen die om godsdienstige, maar ook wel - en misschien wel hoofdzakelijk - om economische redenen

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2013 | | pagina 14