Aflevering 181 najaar 2013 37
over de vloer. Vooral tijdens de Vierdaagse, dat wandelfeest weet je wel,
wisten ze 'tante Aaltje' goed te vinden. Dan waaiden de dialectklanken
om mijn oren. En kleine potjes hebben grote oren. Ik vond het prachtig
dat zangerige Noord-Hollandse spraakje te horen. Mijn vader, die bij het
uitpakken van een sinterklaaspakje zei: Geef me de skaer 's an? Met zo'n
vraagteken er achter. Mijn moeder die het bij gele pruimen altijd over
eierproem'n had.
Dus van drie dialecten kon ik proeven en het smaakte naar meer. Op
de kweekschool De Klokkenberg, waar leerlingen op zaten die overal
vandaan kwamen, schreef ik in de schoolkrant columns in het Nijmeegs,
waarin soms op humoristische wijze verschillende leraren werden
besproken. Die vonden het zelf zo prachtig, dat ze me zo'n column vaak
lieten voorlezen.
En toen kwam je naar Zeeland?
Ja, in januari 1955, direct na de Kerstvakantie, kon ik aan de slag in
Renesse. Renesse was toen nog een dorp met veel dialectsprekers. Dat is
jammer genoeg te gauw veranderd. Wat dat betreft zijn de Renessenaars
niet trots genoeg op hun eigen Schouwse taal. Ze deden allemaal te veel
hun best om door de toeristen te worden verstaan. En na de ramp zijn
er heel veel ondernemers van elders gekomen. Veel uit Brabant en Zuid-
Holland. Dus een Schouws dorp kon je Renesse al gauw niet meer noemen.
Ik herinner me, dat ik in de zestiger jaren in de klas vroeg wat een vazze
was, maar geen enkel kind wist het! Terwijl ze elkaar ermee om de oren
gooiden.
Burghse Dag 2011.
Begrijp ik dat je toen ook met Zeeuws bezig was?
O ja. Ik ben getrouwd met wat ik altijd noem een echte 'Renessance'. Niet
dat we Schouws met elkaar praatten, want zij was ook in het
onderwijs werkzaam en op school spreek je de standaardtaal. Ik
weet nog, dat ik daar een discussie over had met Adriaan de Vin
uit Zierikzee. Hij heeft het regioboek over Schouwen-Duiveland
voor onze vereniging geschreven. Een boek dat maar niet klaar
kwam en uiteindelijk dankzij Annefree van de Zande kon worden
afgemaakt. Maar dat terzijde. De Vin vond dat er op school les
moest worden gegeven in het dialect. Ik vond dat zo onpraktisch
gedacht! In welk dialect dan? Dat van Renesse? Of van Zierikzee?
Of van Bru? Om maar drie heel verschillende te noemen. En hoe
moest dat als je zoals op Renesse een Nijmegenaar als hoofd
en drie Dordtenaren als leerkracht had? En wat gaat het kosten
als je voor zo weinig kinderen en voor iedere plaats aparte
boeken moet maken? Niet reëel natuurlijk, maar wel sympathiek
gedacht.
Zelf pikte ik heel wat Zeeuws op in mijn gesprekken met oudere
Zandloapers oftewel Renessenaars. Als ik naar hen toe ging
had ik altijd een opschrijfboekje bij me. En een van de eerste
resultaten daarvan was een liedje dat ik voor het kerkkoor
schreef. Het koor zong in die tijd ook wel buitenkerkelijke liedjes.
Ik vind het nog altijd een van mijn meest geslaagde composities:
Mi t'n tram. Het gaat over Jannekee, die van Burgh ofmït'n tram
nae Zurrikzeê gieng.