m
=c
m
Dialect op
Goeree-Overflakkee
Eén van Pau's
publicistische
activiteiten: coauteur
van het regioboek
'Dialect op Goeree-
Overflakkee
breed bezig te zijn' zegt hij over de nevenfuncties. 'Je hebt historie nodig
om taalkundige verschijnselen te kunnen verklaren.'
Aparte eilanden
Dan nu de hoofdzaak, de Goeree-Overflakkeese dialecten. Wat zijn hun
onderlinge, welke hun gezamenlijke kenmerken? Heerschap trekt direct
de Goereese en Flakkeese dialecten uit elkaar. 'Het Goerees is wezenlijk
anders dan het Flakkees. Je kunt altijd horen dat dit eiland tot 1751 twee
aparte eilanden waren. Goeree en Overflakkee werden daarna door een dam
verbonden - de Statendam waaraan Stellendam is ontstaan - waardoor de
bewoners elkaar makkelijker konden bereiken. Uit oude bronnen weten we
dat er vóórdien al enig toerisme was. Op feestdagen kwamen Flakkeeënaars
naar Ouddorp, omdat er mooie natuur was,
met stranden. Omgekeerd gebeurde dat
overigens nooit.
'Toen al zullen de mensen gehoord hebben dat
Ouddorp qua taal anders was. Wat ook klopt:
in het dialect van Ouddorp zijn taalvormen
uit het oud-Germaans bewaard gebleven. Ze
zeggen daar bijvoorbeeld niet roepenmaar
roope. Wat ook grappig is: in het Ouddorps
komt een oud-Germaanse naamvalsuitgang
voor, die op tot de dag van vandaag bestaat. Hij
stond aan mij te roepen luidt in het Ouddorps:
Hie stieng an mien te roopenemet die extra
e bij roopene. Het was geen doen om dat te
maken luidt: 't Was gêên doewene om dat te
maekene
Vier dialecten kent het eiland, heeft Heerschap
vastgesteld. De eerste groep is het Goerees.
Dat wordt hoofdzakelijk op Goeree gesproken,
in Ouddorp en in Goedereede. In beide dorpen
is het stramien, het patroon hetzelfde, maar de
klanken wijken in Goedereede af. Heerschap:
'In Goedereede zeggen ze te roopen, in
Ouddorp te roopeneen worden de ee en de
oo meer 'open' uitgesproken, zoals in het
Algemeen Nederlands.'
Dan is er het West-Flakkees. Volgens Heerschap
strekt dit dialectgebied zich uit van Stellendam via Nieuwe-Tonge naar
Stad aan het Haringvliet. Hij achterhaalde dit door op personen in deze
gemeenten de proef van te roopene en te roopen los te laten. 'Als je
dialectgrenzen wilt bepalen, zijn er bepaalde zinnen en woordvormen die je
mensen laat uitspreken.'
En wat zeiden ze?
'Sting te roepen, nogal een verschil met het Goerees.'
De derde groep is het Oost-Flakkees. Opvallende karakteristiek ervan is dat
men de 'n' niet uitspreekt, waarmee 'sterke Brabantse invloeden' worden
verraden. Men zegt dus stond te roepe. Het Oost-Flakkees kan beluisterd
worden in Den Bommel, Ooltgensplaat en Oude-Tonge, althans in het
11 H fnE
P. Heerschap
Aflevering 181 najaar 2013
E. J. mn den Broeeke-de Man
IX K. Soldaat-Doorn'het