Van de Zêêuwse Dialectverênigieng
zdv
Nehalennia zomer 2015 nr. 188
Van de redactiecommissie
In de vorige afleveringen van Nehalennia zijn al een
aantal onderwerpen van volkskundige aard aan de orde
geweest, zoals kerst-, nieuwjaars- en paasgebruiken, de
schoonmaak, voor het eerst naar school, leren zwemmen,
voeding, op visite. Uit reacties van lezers merken wij dat
dit soort bijdragen zeer op prijs wordt gesteld.
Deze keer wil ik het hebben over lichamelijke hygiëne,
zoals men dat plechtig noemt. Het is in de tegenwoordige
tijd met luxe badkamers met bubbelbaden en op zijn
minst een douche niet meer voor te stellen hoe primitief
dat vroeger allemaal was. Ik zal me hier beperken tot per
soonlijke herinneringen uit de jaren vijftig van de vorige
eeuw.
Dagelijks baden behoorde er geenszins bij, men volstond
met een 'kattenwasje': alleen het gezicht en de handen
werden s morgens gewassen met wat toiletzeep. Als
kind ging ik vrijdagsavonds in de teil. Er werd een ketel
water gekookt op de kachel of het butagasstel. Dat werd
vermengd met koud water tot het een aangename tem
peratuur bereikt had. Je nam als kind plaats in de teil en
werd ingezeept. Dan een poosje lekker 'weken'. Waren er
meerdere kinderen in een gezin, dan ging als de een zich
afgedroogd had, de ander in de teil. In grote gezinnen wel
meerderen achter elkaar. Het was dan niet al te fris alle
maal. Op het water dreven zeepresten, kaom genoemd. Af
en toe werd er wat warm water uit de ketel toegevoegd.
De volwassenen trokken zich op zaterdagmiddag ergens
terug en wasten hun lichaam met water uit een teiltje.
Op zaterdagmiddag trok je dan je 'zaeterdaekse' kleren
aan. Dat waren afdankertjes van de zondagse kleding.
Later werden die weer je 'daekse' kleren. De verschoning
bestond uit een onderbroek, een hemd en een borstrok, in
de winter van jeagerwol, in de zomer een katoenen. Daar
moest je het dan een hele week mee doen. Alleen als je op
reis ging deed je tussentijds een schone onderbroek aan.
Moeder zei dan altijd: 'As je ongewege 'n ongelok kriegt in
naer 't ziejkenhuus mot, dan hei je in ielk geval 'n schóó-
nen ongerbroek an.'
Ja, een borstrok en een hemd moest je altijd aan, al was
het 30 graden. Ik herinner me nog dat ik bij zo'n tempera
tuur gekleed was met hemd, borstrok, een bloes en daar
overheen nog een wollen 'slipover'. Wij waren op een dag
aan het spelen en ik had het zo heet dat ik mijn bloes had
uitgetrokken en alleen de spencer weer had aangetrokken
over mijn ondergoed. Ik speelde verder met blote armen
tot aan mijn schouder. Mijn oudste zuster zag het en riep:
'Gaauw, je bloes an! Mo j' ziejk wooreü'
Tot 1956 had Ouddorp nog geen waterleiding. Boven de
rechtbank (het aanrecht) was bij ons in de keuken aan de
wand een pomp aangebracht om water uit d'n tras (regen
waterput) te kunnen pompen. Een wasbak om je te was
sen bestond ook niet. In de gootsteen stond de wasteste.
Die werd gevuld met wat koud water en zo kon je gezicht
Zêêuwse Dialect
Verênigieng
Veel verbeterde er al toen we waterleiding kregen en een
geiser die op butagas werkte. Later, begin jaren zestig,
werd een douche aangelegd. Daarover heb ik een aantal
jaren geleden al eens een verhaaltje geschreven. Verderop
in dit nummer kunt u het lezen. Misschien heeft u soort
gelijke bad-ervaringen. Stuur ze maar naar de redactie of
regelrecht naar emailadres dialect@hetnet.nl
In dit nummer treft u een interview aan met de schrijfster,
vertelster en kunstenares Jopie Minnaard- Verheijke. Van
haar komt er in het najaar weer een nieuwe publicatie uit.
Verder verhalen en gedichten en de gebruikelijke rubrie
ken. De dialectredactie heeft weer geprobeerd er een leuk
en boeiend nummer van te maken.
Namens de redactie wens ik u veel lees- en kijkplezier.
Pau Heerschap
Verenigingsnieuws
Nieuwe statuten
In de vorige Nehalennia berichtten we reeds dat een werk
groep bezig was de statuten van onze vereniging aan te
29
wassen. Die werd ook gebruikt om je haar te wassen, dan
gevuld met warm water. Je waste je haar gewoon met
toiletzeep. Mijn zusters gebruikten Schwarzkopf haarwas
poeder. Het uitspoelen deed je dan met behulp van een
ketel warm water. Alles bij elkaar een ingewikkeld gedoe.
Als wij 's zomers in de zee waren wezen zwemmen, dan
ging je helemaal niet in bad. Je was immers al uitgebreid
in het water geweest.
De ouwe wasteste.