"T :,lï ^K/lf Nehalennia zomer 2015 nr. 188 daar op de lagere school. Al heel jong vond ik tekenen erg leuk. Op school kreeg je ook tekenen, maar daar moest je alleen naar voorbeeld tekenen, dus dat was eigenlijk weinig inspirerend. Maar na schooltijd kon ik me thuis helemaal uitleven. Tekenen werd mijn lust en mijn leven. En tekenen ben ik altijd blijven doen, tot op de dag van vandaag. En verder Na de lagere school mocht ik naar de vakschool voor meisjes om de driejarige vooropleiding te volgen. Daarna kon je dan nog de vierjarige opleiding voor lerares doen. Maar zover is het niet gekomen, vader vond het welletjes zo. Er moest gewerkt worden! Eigenlijk had ik graag naar de kunstacademie gegaan, maar in het Ellewoutsdijk van toen: naar de kunstacademie, geen sprake van!!!! Ook had ik wel graag verpleegster willen worden, maar vader zei: 'Dat is toch niks! Dan mö je mie zeêkpotten van 'n aar loópe! Een baantje op de bank is vee beter voe joe, lekker makkelijk en schoon wérk.' Dus werd het de bank. Maar met je creatieve uitingen was het toen gedaan? Nee, in geen geval. Vanaf mijn twaalfde kreeg ik, als lid van de muziekvereniging 'Scheldegalm', accordeonles van Chris Platschorre. Elk jaar was er van de muziekver eniging een toneeluitvoering. Ik speelde daarin mee en illustreerde vanzelfsprekend de programma's. Ja, illustreren is een van je favoriete bezigheden. Halverwege de jaren zeventig was een collega van Jan van het Goese Lyceum hier op visite. Het was de kunstschilder en musicus Gerard Menken uit Kloetinge. Hij zag mijn werk en vond het mooi, maar hij zei: 'Jij moet bij mij op les komen.' En dat heb ik gedaan, op zaterdagmorgen. Ik heb daar een heel gedegen tekenopleiding gevolgd. Toen de kinderen wat groter werden beperkte dat tekenen en schilderen zich niet alleen tot de zaterdagmorgen, maar ging ik ook thuis aan de slag. Langzamerhand heb ik mijn eigen stijl ontwikkeld. En het ging goed, zelfs zo dat ik mijn werk vanaf 1981 ook ging exposeren op diverse plaatsen. Ik ontwierp ook wandpanelen en wandkleden. Zo hangt er o.a. een gedachtenispaneel van mij in Scha- rendijke en Brielle. Inmiddels heb ik al heel wat werk van jou gezien en bewon derd. Je hebt een heel eigen, herkenbare, kleurige stijl. Als ik een omschrijving van jouw stijl zou moeten formuleren zou ik kiezen voor 'geabstraheerd realisme'. Kun je je daar in vinden? Ja, dat is wel goed gezegd. Ik probeer in mijn werk de kern weer te geven, zonder mij te verliezen in details. Ik probeer het wezenlijke weer te geven in kleuren, lijnen en vormen, zodat het boven de concrete werkelijkheid uitstijgt. Zo ontstaat bij het beschouwen een gevoel dat universeel is. Je vertelde eerder al datje toneelspeelde. Welke rol speelde toneel in jouw leven? Ja, ik speelde jarenlang verschillende rollen in de toneel groep 'Heer Hendrik'. In 1983 moest ik om gezondheids redenen mijn lidmaatschap helaas opzeggen. Echter, de drang om toneel te spelen bleef. Na verloop van tijd nam ik het initiatief om met buurtleden weer op de planken te staan. Zo ontstond de toneelgroep 'Ad hoe'. Ik schreef daar de stukken voor en voerde de regie. Ik speelde ook mee. Het bijzondere van die toneelstukken was, dat ze geschre ven waren in het dialect van de Zak van Zuid-Beveland. De groep verzorgde opvoeringen in heel Zeeland en ver daarbuiten. We waren heel succesvol. In 2005 overleden twee spelers. De groep is daarna opgeheven. Je schreef ook verhalen in dialect en ging die vertellen. Het bijzondere vind ik altijd dat jij die verhalen helemaal uitje hoofd vertelt. Het lijkt dan net of je ze ter plekke bedenkt. Ja, met die verhalen had ik veel succes en nog op avon den van verenigingen en tijdens allerlei bijeenkomsten. Tegenwoordig treed ik met mijn man Jan op, wel 25 keer per jaar. Jan vertelt dan allerlei wetenswaardigheden en ik draag dan mijn verhalen voor. De mensen blijven dat maar leuk vinden. Het dialect heeft je hart gestolen. Wat vind je bijzonder aan dialect? Ja, het is immers je moerstaal. En daarin kun je je gevoe lens veel beter uiten dan in het Algemeen Nederlands. Er zijn gezegden en uitdrukkingen in het Zeeuws, die niet eens in het Nederlands vertaald kunnen worden. Als je dat toch probeert, krijg je een heel slap aftreksel van wat je bedoelt of krijgt het een andere betekenis. 35 Jopie Minnaard-Verheijke

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2015 | | pagina 37