m I Johannes ging na zijn schoolperiode rond 1629 als leer jongen in de leer bij een 'Fynschilder'. De boeken van het Middelburgse Sint-Lucasgilde zijn helaas verloren gegaan. De heer Abraham Bredius - het Museum Bredius in Den Haag is naar hem vernoemd - heeft de gildeboeken van 1544-1588 en van 1642-1802 overgeschreven, waarna deze aan het einde van de negentiende eeuw in druk zijn uitge geven. Aan Bredius is dus te danken dat we nog over veel gegevens van het Middelburgse St.-Lucasgilde beschikken. Helaas ontbreken de gegevens van 1588 tot 1642, zodat niet met zekerheid bekend is bij welke meester Goedaert leerjongen geweest is. Gezien de stijl, onderwerpkeuze en periode van werkzaamheid wordt algemeen aangenomen dat Goedaert het vak van fijnschilder geleerd heeft bij Christoffel van den Berghe. 1635: aanvang entomologisch onderzoek De vroegst gedocumenteerde entomologische waarne mingen van Goedaert dateren uit 1635. Johannes was toen 18 jaar oud. In het eerste deel van de Metamorphosis Ondervindinge I, schrijft hij over de rups van de Paeuw- oog, die we nu dagpauwoog noemen: 'Dese Rupse heb ick ghevanghen den 14 Mey, 1635 ende onderhouden met netel-bladeren tot den 11 Junii des selfden jaers'. Goed aert maakte waterverftekeningen van zijn waarnemingen, waarnaar hij de etsen voor zijn publicaties vervaardigde. Helaas zijn alle waterverftekeningen verloren gegaan. De door Goedaert gemaakte en persoonlijk ingekleurde ets met de metamorfose van de Paeuw-oog is bij dit artikel opgenomen. Sinds 1635 heeft Goedaert rupsen en larven van vliegen, kevers en andere diertjes verzameld en verzorgd om te bestuderen en af te beelden hoe zij zich ontwikkelden. Het doel een publicatie van zijn waarnemingen samen te stel len had Goedaert aanvankelijk niet. In 1639 overleed Goedaerts zus Adriana. Uit het Journaal van de Weeskamer Middelburg, 3 juni 1639, blad 182, blijkt dat Johannes Goedaert samen met Glaude Lunius, de echtgenoot van Adriana Goedaert, de drie kinderen van Adriana en Glaude adopteerden. In dit in het Zeeuws Archief aanwezige document (zie de afbeelding) is onder meer te lezen (Transcriptie werkgroep Paleografie in Zee land (PaiZ)): Glaude Lunius als vader, Johannes Goetaert, oom van de moederlycke zyde hebben overgenomen de voochdy van de weesen ende den behoorlycken eedt daertoe staen- de gedaen. Actum als voren. .Du.D,- Lhui,,-5 ujlJJfu'jid> Johannes trouwde omstreeks 1643 met Clara de Bock, de dochter van een edelsmid. Het echtpaar woonde aan het Molenwater in Middelburg. Het Molenwater werd halver wege de zestiende eeuw gegraven. Het is genoemd naar de korenmolen die aangedreven werd door waterkracht: bij vloed werd het water door twee sluizen 'opgesloten', waar na bij lager water de kracht van het water gebruikt werd om de molen aan te drijven. In feite was deze korenmolen dus een van de vroegste getijdenwaterkrachtcentrales. Clara heeft haar echtgenoot haar leven lang ondersteund en het haar man mogelijk gemaakt, dat hij hun gezamen lijke woning en binnenplaats voor zijn onderzoek kon gebruiken. Niet elke vrouw zal het immers goedkeuren, dat haar man jarenlang vaak dag en nacht bezig is met het observeren en verzorgen van larven, rupsen, poppen, ke vers, spinnen, hommels en vlinders. Johannes en Clara kregen drie kinderen van wie enige informatie bekend is. Jacob(us) werd in 1645 geboren. Dit blijkt uit de Notulen van de Staten van Zeeland van 21 november 1667. Daarin wordt, i.v.m. een verzoek van Johannes Goedaert zijn door 'de Turcken gevangen genomen en verkochte zoon vrij te kunnen kopen, vermeld dat Jacob 22 jaar oud is. Van Jacob is verder bekend, dat hij in 1658 werd toe gelaten op de Latijnse School te Middelburg. Jacob was klasgenoot van Stephan Blankaart, die in 1688 'op de wyse van Joannes Goedaard zijn Schouburg der Rupsen, Wor men, Maden en Vliegende Dierkens zou uitbrengen. Na |_»||-| wvp u "V-O trv i*-" Door Goedaert vervaardigde en ingekleurde ets van de'Paeuw- 8 oog', Ondervindinge I, Metamorphosis Deel I. Goedaert Collectie. Zeeuws Archief: Journaal van de Weeskamer Middelburg, 3 juni 1639, Gedeelte van blad 182: zie transcriptie in de tekst.

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2015 | | pagina 10