Nehalennia winter 2015 nr. 190
de Latijnse school zal Jacob in Middelburg een medische
opleiding gevolgd hebben, waarna hij chirurgijn werd op
het schip De offerande Abrahams. Het was op dit schip dat
Jacob gegijzeld werd door de 'Turcken' of Barbarijse zee
rovers. De Offerande Abrahams is een van de schepen die
zijn afgebeeld op het schilderij in het stadhuis van Veere,
getiteld Schepen op de rede van Veere 1651, dat wordt
toegeschreven aan Philips van Macheren, een van de vele
collega's van Goedaert in het Middelburgse St.-Lucasgilde.
Zoon Johan(nes) Goedaert Jr. werd in 1656 geboren. Dit
blijkt uit zijn volwassenverklaring in 1676, toen hij 20 jaar
oud was. (Archief Genealogische bronnen Middelburg, 20
mei, 1676; Zeeuws Archief). Johannes trok naar Utrecht.
Uit gegevens van het Utrechts Archief blijkt dat hij het
tenminste bracht tot luitenant in het leger van Stadhouder
Koning Willem III.
Goedaert en zijn vrouw Clara de Bock hadden ook een
dochter. Dat weten we uit het reisverslag van De Mon-
conys; Journal des voyages de Monsieur De Monconys II
(Lyon 1665-1666). De Monconys trof op 15 juli 1663
Goedaert niet thuis. Dit vernam hij van zijn dochter, een
van de mooiste meisjes die De Monconys ooit in zijn leven
gezien had. Verder zijn momenteel geen gegevens over
deze dochter bekend, zelfs niet haar naam.
Vanaf 1660 entomologische publicaties
Vanaf 1635 zette Goedaert zijn gedocumenteerd onder
zoek naar de ontwikkeling van larven, rupsen en maden
voort. Vrienden en relaties die zijn werk kenden, raadden
hem aan een boek over zijn waarnemingen te maken.
Daarover schrijft Goedaert zelf in de 'Dedicatie' van zijn
in 1660 verschenen Metamorphosis Naturalis'Dese mijne
uytvindinghen heb ick door den druck ghemeen ghemae-
ckt, niet so seer door mijn eyghen drift, als wel door het
aanporren ende menichvoudig versoeck van andere'. Wie
Goedaert ertoe aanzetten zijn bevindingen te publiceren,
schrijft hij niet. Bij de totstandkoming van de publicatie
speelden de in Middelburg ontstane samenwerkingsver
banden een belangrijke rol. Mensen in de directe omge
ving van Goedaert waren o.a.:
- zijn geleerde vriend en predikant Johannes de Mey, die
o.a. hielp bij het samenstellen en vertalen van de Meta
morphosis;
- zijn vriend, St.-Lucasgildegenoot, drukker en uitgever
Jaques Fierens;
- de artsen en auteurs Cornelis van de Voorde en An-
thony Everaerts; beiden waren bewonderaars van Goe-
daerts werk en voor Everaerts vervaardigde Goedaert
afbeeldingen voor een van zijn publicaties;
- de heer W. Boreel, ambassadeur in Parijs bij de koning
van Frankrijk; Boreel is een van degenen die Goedaert
insecten of larven zond;
- verschillende regenten, zoals diverse raadpensionaris
sen en stadsbestuurders ondersteunden Goedaert, zoals
o.m. blijkt uit de bedragen die ontvangen werden voor
de Dedicatie in verschillende uitgaven van de Metamor
phosis;
- Goedaert onderhield, evenals zijn vriend Johannes de
Mey, goede contacten met reders als Lampsins.
Vrijwel alle publicaties melden 1662 als jaar van uitgave
van het eerste deel van de Metamorphosis. Uit een door
mij in het Zeeuws Archief gevonden jaarrekening van
Fierens aan de Staten van Zeeland over 1660, blijkt dat
Fierens op 17 mei 1660 Metamorphosis Naturalis, door
Goedaert 'afgeset', aan de Staten van Zeeland leverde. Zo'n
door Goedaert persoonlijk ingekleurd boekje kostte 1
pond Vlaams en 10 schellingen. In die tijd ongeveer het
maandloon van een arbeider.
Het boek werd blijkens de Dedicatie 'Aen de edele mogen
de Heeren mijn Heeren de gecommiteerde Raden 's Lands
ende Graeflijckheyds van Zeelandt' opgedragen. Daarnaast
zijn ook enkele exemplaren bekend die, blijkens een ande
re Dedicatie met de volgende aanhef, opgedragen werden
aan het gemeentebestuur van Middelburg: 'ACHTBARE,
WYSE, Voorsienige Heeren, mijn Heeren BALJOUW,
BURGEMEESTERS, SCHEPENEN ende RAADEN der
wijt-beroem-de Koop-stadt Middelburgh'.
Door verschillende Dedicaties te drukken was het moge
lijk meerdere bijdragen te ontvangen. Goedaerts vriend,
de natuurfilosoof en predikant Johannes de Mey, schreef
een aantal bijlagen bij de Metamorphosis en maakte ook de
Latijnse vertaling ervan, die in 1662 eveneens bij Fierens
verscheen. De Latijnse versie werd opgedragen aan Hen-
drick Thibaut, een van de belangrijkste Zeeuwse regenten,
die o.a. burgemeester van Middelburg en raadpensionaris
van Zeeland was. Hij schonk ongetwijfeld een aanzienlijk
bedrag voor deze Dedicatie.
De Moncony, de Fransman die in 1663 Goedaert bezocht,
schreef dat Goedaert ver gevorderd was met het tweede
deel van de Metamorphosis. Mogelijk door het grote succes
van het eerste deel en het feit dat Goedaert zelf een groot
aantal boeken inkleurde, zou het tot 1667 duren voordat
het tweede deel zowel in het Nederlands als in het Latijn
verscheen.
Het Nederlandstalige tweede deel werd weer opgedragen
aan de Staten van Zeeland, die daarvoor als 'gratuïteit'
aan Goedaert 41 pond Vlaams, 13 schellingen en 4 groten
schonk. Een bedrag waar een arbeider in die tijd ruim
twee jaar voor moest werken.
Postume uitgaven
Na het overlijden van Goedaert in januari 1668, versche
nen in 1669 zowel het Nederlandse, als het Latijnse derde
deel van zijn werk. Dit deel, dat nog niet gereed was, bevat
Goedaerts laatste aantekeningen. Het werd, met aanvul
lende teksten, op verzoek van Fierens door Johannes de
Mey samengesteld.
Uit de laatste jaarrekening aan de Staten van Zeeland van
de in 1669 overleden Fierens, blijkt dat het derde deel
goedkoper was dan deel een. Het derde deel kostte 15
schelling, dat is de helft van de prijs van het eerste deel.
Fierens liet de Metamorphosis Naturalis ook in het Frans
vertalen. Johannes de Mey schreef de vertaling en Persyn
maakte de titelgravures. Er werden veel exemplaren ge
drukt, maar vrijwel niet in de handel gebracht. Naar de
redenen daarvan kunnen we gissen. Het zou met Swam-
merdam te maken kunnen hebben. Swammerdam schreef