t Sommige van die votiefstenen kwamen terecht in tuinen van buitens, waaronder twee bij Van Tuijlls landhuis.5 Pas in 1745 werden de vondsten door de toenmalige eigenaar van het Huys ten Duyne, Johan Willem Thibaut, geschon ken aan het museum van de Academie van Leiden, nu het Academisch Historisch Museum. De broers Resen Op 18 februari 1649 kocht Jacob Resen de Oostkapelse bezittingen van Jeronimus van Tuijl.6 Jacob breidde ver volgens uit door land erbij te kopen.7 Resen was ongehuwd en woonde bij zijn iets oudere broer Johan in diens huis in de Latijnse Schoolstraat in Middelburg. Na Jacobs overlijden in oktober 1653 gingen zijn bezittingen naar Johan, de enige erfgenaam. Johan kocht rondom het land huis verschillende percelen land, vroon- en bosgebied. Vervolgens het hij siertuinen, dreven en vijvers aanleggen en hoogstwaarschijnlijk een boerderij bouwen, waardoor we kunnen spreken van een transformatie van buitenhuis naar buitenplaats. Ook andere feiten duiden op Resens grootse uitbreidingsplannen. In november 1655 kocht hij een flink perceel bos. Dit werd het Hellebosch genoemd, naar de oplopende of hellende structuur ervan. De grond was eerder het bezit geweest van Adriaen ten Haeff en de Armenzorg van Domburg.8 Kort daarna vroeg Resen toe stemming om de weg die langs zijn landgoed lag te mogen verleggen. Na de goedkeuring kon een indrukwekkende toegangslaan aan de huidige Duinweg worden gereali seerd.9 De Middelburgers Jacob en mr. Johan Resen waren zonen van Pieter Resen en Maria van der Merct.10 Zij stamden uit een vermogende familie. Zo wordt vader Pieter, bewind hebber bij de Verenigde Oostindische Compagnie, in 1622 genoemd in het kohier van de duizendste penning. Hij had een vermogen van maar liefst 25.000 pond Vlaams.11 Johan Resen verloor zijn moeder toen hij slechts enkele jaren oud was. Hij werd als 12-jarige toegelaten tot de vijfde klas van de prestigieuze Latijnse School in zijn ge boorteplaats. In november 1646 huwde hij met zijn tien jaar jongere stadgenote Anna van der Stringe, een doch- ter van ontvanger-generaal Johan van der Stringe en een kleindochter van Aernout van Ceters, de grondlegger van 't Huys te Gapinge.12 De Zeeuwse Bibliotheek houdt een gedicht van Ferdinandus Gruiward uit 1655 in bewaring dat werd geschreven ten gevolge van de achtentwintigste verjaardag van Anna. Op 16 november 1651 werd Johan benoemd tot baljuw van de wateren en de grafelijkheid van Zeeland ofwel wa terbaljuw van Zeeland.13 Na de rentmeester-generaal der domeinen van Zeeland bewestenschelde en de baljuw van Middelburg was de waterbaljuw de belangrijkste officier van de grafelijkheid. Al in 1653 kreeg Resen promotie en werd hij baljuw van Middelburg.14 Hij bekleedde die func tie tot 1665. Fredrik Nagtglas schreef in zijn Levensberichten van Zeeuwen: "Johan Resen was een man van aanzien en in vloed. Hij bewoonde in 1665 een groot huis in de Latijn sche Schoolstraat in Middelburg en hield karos [rijtuigen] en paarden."15 En Mattheus Smallegange liet in zijn be kende Nieuwe Cronyck van Zeeland uit 1696 weten dat hij de vijf (half)broers Resen allemaal had gekend. Overigens wordt op de kaart van het cartografenduo Ni- colaas Visscher-Zacharias Roman uit circa 1655 de naam Huys ten Duyne voor het eerst genoemd. H. M. Kesteloo meldt in zijn boek Oostkapelle in woord en beeld dat die naam al in 1598 voorkwam. Dat is best mogelijk, maar die identiteit houdt geen verband met het hier beschre ven Huys ten Duyne; tenzij het landhuis van de eerder genoemde Adriaen Wisse al in 1598 bestond. Daarvoor is echter geen enkel bewijs. Van der Stringe en De Mauregnault Na het overlijden van Johan Resen in 1666 werd zijn weduwe Anna van der Stringe de boedelhoudster. Dat betekent dat zij tot aan de verkoop van zijn bezittingen het beheer daarover in handen had. Johan en Anna hadden geen kinderen gekregen. Op 18 april 1668 hertrouwde Anna met Veerenaar Caspar de Mauregnault. Voor Caspar was dit zijn vierde huwe lijk.16 De Mauregnault bekleedde een groot aantal militaire of ordebewakende functies. Zo was hij baljuw van Veere, CLA"*1 ról toi to tc 5 "Monsr. Jacob Resen zaliger is gestorven in de Latijnsche School- straete ende begraeven inde duijtsche kercke op den 13e october 1653." (Rekenkamer van Zeeland/Rekenkamer D', inv.nr. 59120.) Portret van Anna van der Stringe. lU'! rtfl 4' <^éjcuj£

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2015 | | pagina 14