Kwa, zei bure m een diek mee böömen, dao kwam geld van joeng. De bak ker, de slager, de schoolmeester, ja iedereen kwam erop af. Want in de winter moest de kachel branden. Daarvoor was hout nodig, zeker om die aan te maken. Tot omstreeks 1900 was die houtverkoop in januari een steeds terugkerend gebeuren. En hoe kwam al dat hout en die takkenbossen thuis? Dat regelde je met andere kopers. Samen even een afspraak maken met een boer, een voer man of een paar arbeiders. Na een paar dagen was alles opgeruimd en was er van al die drukte, niets meer te zien. De kopbomen stonden er dan keurig bij. De witte wonden gaven een spookachtige uitstraling. Vooral bij volle maan. Geen wonder, dat deze pas geknotte bomen in griezelver halen voorkomen. Uit de regio's Zuid-Beveland Presentatie Kwa, zei bure Op zaterdagmiddag 24 oktober jl. presenteerden Jan Minnaard en zijn echtgenote Jopie Minnaard-Verheijke in het Kerkje van Ellewoutsdijk een nieuw boekje met zogenaamde zeispreuken en wetenswaardigheden over het Zeeuwse dialect. De presentatie was ingebed in een leuk, afwisselend programma, waaraan eigenlijk de hele familie Minnaard een bijdrage leverde. Zo vertelde Jopie op de van haar bekende wijze een tweetal eigen verhalen. Jan vermaakte de vele belangstellenden, het kerkje was tot de laatste plaats gevuld, met wetenswaardigheden over het Zeeuws. De zonen en kleinkinderen vermaakten het pu bliek met twee geslaagde muzikale optredens. De dochter, die een verdienstelijke fotografe is, legde intussen de vro lijke gebeurtenissen vast in beelden. Mevrouw Roose hield een korte lezing over persoonlijke voornaamwoorden in het Zeeuws. Zo werd het alles bij elkaar een leuke en boei ende gebeurtenis. 22 Kwa, zei bure bevat 27 zeispreuk en van het type als: Ieder z'n meug', zei Kaotje en ze trouwden een zot', 'k Mö licht en licht zei d'n en ie goaiden een steên deur de ruute, 't Is 't ènde van 't liedje, zei de voorzanger toen a 't schor wier. 'Een zeispreuk wordt ook wel apologisch spreekwoord genoemd. Dikwijls wordt een zeispreuk gebruikt om dwaasheden van een ander aan de kaak te stellen. Het is een levenswijsheid die vaak spottend of relativerend wordt gebruikt. Een zeispreuk bestaat uit drie delen: Eerst wordt iets beweerd Ieder z'n eigen kruus), dan wordt de persoon genoemd die de bewering doet zei de sjouweren daarna een beschrijving van de situatie, waar de bewering op slaat (en hie droeg z'n vrouwe op z'n rik). De zeispreuken in dit boekje zijn alle in het dialect van Zuid-Beveland gesteld. Ze zijn bekend om hun humoristische karakter. Bij elke spreuk heeft Jopie een passende humoristische, illustratie gemaakt. In de titel van het boekje staat ook nog en aol vermeld. Dat slaat op de eenentwintig korte anekdotes en wetenswaardigheden die door Jan zijn geschreven, zo staat in de inleiding te lezen. Het is een heel leuk boekje geworden, met een fleurige omslag en een gevarieerde inhoud. Echt een boekje om zelf te hebben of om cadeau te geven. Voor de prijs hoeft u het niet te laten: slechts 9,95. Verkrijgbaar in alle Zeeuw se boekhandels. In gesprek met Wim de Vrieze Je woont in Haamstede. Heb je daar altijd gewoond? Ik werd op 20 oktober 1937 geboren op de boerderij 'Luchtenburg', toen gelegen aan de doodlopende Luchten- burgseweg, een macadamwegje met nog twee 'zijwekkens' en oorspronkelijk thuishorend bij het Schouwse Koude- kerke. Kun je wat meer vertellen over die boerderij? De rond 1740 gebouwde hofstede besloeg volgens een notariële akte uit 1765, 17 hectare en werd 'Luchtenburg' genoemd, ongeveer om de helft bouw- en weiland (onbe kend hoeveel pachtgrond er bij was). Op een koopdag in augustus 1886, na faillissement van landbouwer Cees Kosten, als zoveelste opvolger van Een opname van de presentatie (foto www.kiekuniek.nl). Zeispreuken en aol Jan Minnaard en Jopie Minnaard-Verheijke Afbeelding van het boekje.

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2015 | | pagina 24