Parlevinkers
Nehalennia winter 2015 nr. 190
1
Anya Luscombe
Werk aan het kanaal door Zuid-Beveland begon al in
juli 18521 door een Engels aannemersconsortium, Tho
mas Hutchings Co, dat het werk uitvoerde voor een
Nederlands-Frans-Belgische maatschappij, die de conces
sie had gekregen voor zowel het kanaal als de afdamming
van het Kreekrak. Echter, het werk aan het kanaal liep om
verschillende redenen helemaal mis, en negen jaar later,
op 10 mei 1861, moest er een wetsontwerp waarbij de
maatschappij werd ontheven van de verplichting tot het
maken van het kanaal goedgekeurd worden door de Twee
de Kamer. Pas in 1865 waren de sluizen bij Hansweert en
Wemeldinge gereed en in oktober 1866 kon de verbinding
eindelijk opengaan voor de scheepvaart. Al snel werd het
kanaal een belangrijke en drukke doorvaarroute. In 1905
passeerden 50.000 schepen per jaar, in 1937 zat dit aantal
op meer dan 90.000. In de oorlog zakte het uiteraard in,
maar in 1949 passeerden er alweer meer dan 50.000 en in
1968 bereikte het aantal zelfs 100.000.2 Met de komst van
de schepen was er ook behoefte aan bevoorrading en het
aantal ondernemers die waren verkochten, de zogeheten
parlevinkers, groeide mee naarmate het aantal schepen
ook groeide.
kader van de voorbereiding op het 150-jarig jubileum
van het kanaal eind 2014 begonnen met een project om
de verhalen van de parlevinkers, die zon belangrijke be
drijfstak in Wemeldinge vormden, te beschrijven. Omdat
Hansweert ook onlosmakelijk met het parlevinken op
het Kanaal door Zuid-Beveland is verbonden, omhelst
het project nu ook dat dorp. Oral fiisfory-interviews met
parlevinkers en anderen die parlevinkers kenden, vormen
de kern, maar ook het verzamelen van foto's, geschreven
verhalen en andere documenten is belangrijk.
Kleinhandelaars
Een parlevinker wordt in het woordenboek omschreven
als een kleinhandelaar in grutterswaren en veevoer, in 't
bijzonder iemand die met een bootje langs de schepen
vent.5 In Wemeldinge en Hansweert waren er behalve
handelaren met een bootje ook een groot aantal die werk
ten op de sluizen zelf en de bestelde goederen op de fiets
brachten. Ze leverden van alles, waaronder melk, kaas,
eieren, koffie, textiel, olie, scheepsbenodigdheden en hooi.
Er is weinig geschreven over de geschiedenis van het Ka
naal door Zuid-Beveland, nog minder over de mensen
zoals de parlevinkers die hun brood eraan verdienden.
Gerard Lepoeter wijdt een hoofdstuk aan het kanaal in
zijn boek Wemeldinge historie van een dorp tussen Kerk en
KanaaP, waarvan twee bladzijden aan de parlevinkers zijn
gewijd. Anton Nelis schreef zijn herinneringen op als zoon
van een parlevinker te Hans
weert in de jaren dertig van de
vorige eeuw, hoe de hele familie
allerlei klusjes erbij moest doen
in de winter, inclusief kolen
rapen die van de schepen waren
gevallen bij de sluizen, om het
karige loon van zijn vader aan te
vullen.4 Het project Ooggetuigen
van de 20? eeuw heeft in de jaren
negentig een viertal interviews
met parlevinkers opgenomen,
die te beluisteren zijn in de
Zeeuwse Bibliotheek in Mid
delburg. De Stichting Bewoners
Belangen Wemeldinge is in het
In 2016 bestaat het kanaal door Zuid-Beveland 150 jaar. Het kanaal, ooit een van de drukst bevaren kanalen van West-
Europa, werd feestelijk geopend op 11 oktober 1866. Het verbond niet alleen de Ooster- en Westerschelde, maar zorgde er
voor dat de twee dorpen aan ieder uiteinde, Wemeldinge en Hansweert, economisch opbloeiden. Een lokaal project brengt
nu de verhalen van één van de beroepsgroepen die van het kanaal leefden, de parlevinkers, in kaart.
-gÉÜWSCHG
^•SLiyETENSCHPj^-
Uit Zuid-Beveland schrijft men ons van 16dezer:
„Gisteren werd, zooals bekend is, het kanaal door ons
eiland voor de scheepvaart toegankelijk gesteld. Reeds
vele schepen zijn er dien dag doorgevaren. De beurt
schippers van Kruiningen en Wemeldinge deden gratis
een pleiziertocbt, waaraan velen deelnamen.
„Even als verleden Donderdag getuigden de vele
vlaggen, die alom wapperden, dat men dien lang verbei
den dag met vreugde begroette.
„Heden zijn, onder vele andere vaartuigeni, ook de
stoomboot Telegraaf en do stoom vrachtbooten stad Rot
terdam en Amicitia het kanaal gepasseerd.
„Een en ander geeft veel levendigheid."
Kleine Sluis in Wemeldinge, 1905.
Middelburgsche Courant, 18 oktober 1866.