Nehalennia zomer 2016 nr. 192 Het geld komt binnen 17 Voorbeeld van een wisselbrief Daniël Baert, burgemeester Daniël Baart, straatschoonmaker Abraham Leijssenaar, klokkenist Abraham Joris, brandmeester 100,00 40,00 25,00 15,00 26 In zijn brief van 7 april, de oudste brief die we konden raadplegen, is Lijbaart duidelijk. Hij schrijft aan de heren van Van den Andel en Breda in Gorinchem. "Mijnheer ik heb lange gedagt van aan u te verzoeken voor Ei(gen) rekening op te mogen kopen, indien U het eene of andere artikel van granen zou.En dan komt hij met een sterk argument: "Ik heb immers voorleden Jaar voor de heer Serlé nog al wat voor u verrigt. En u interest behartigt als voor Eigen en zal dit tragten voor het zelve Commissie- Loon als zijnde Een ryxd [aalder] p[e]r [Last regtstreeks voor U te willen doen het u dan wel voordeliger vallen zal." Hij gaat dan verder en stelt voor deze week een lading tarwe te kunnen kopen voor 6,00 en dan biedt hij nog een heleboel produkten tegen een bepaalde prijs aan. In Gorinchem klimt men in de pen op 13 april. Het ant woord is bevestigend en Jacob deelt hem op 16 april mee "Met genoegen ontvinge ik gisteren avond u Letter van 13 April, gezien als dat u wel in [doorgehaald: mijn verzoek, RW] zoude willen als dat ik voor U in Commissie Een ladingen tarwe van 9 a 10 lasten zoude aankopen voor de Prijs van uiterlijk f 6,00 a f 6,10, waarop ik werkzaam zal zijn." In al zijn brieven laat Jacob Lijbaart zich als een vakbe kwaam koopman zien. Slechts in één geval is er sprake van een onzuiver monster en daarvoor schijnt hij zelf niet verantwoordelijk te zijn, aldus een brief aan de heer Van Burg en Fokker: "Mijnheer gezien in Ue vorige als dat U onaangenaamheden op het monster heeft gehad, ik zal daar in het vervolg beter op lette, en ik heb nu het Mon ster van de Partij zelf getrokken, en ik Verzeker u dat U daar geen onaangenaamheden zult van te wagten hebbe, het is een Puik Partijtje tarwe en vertrouw dus ook dat Ue de hoogst mogelijke Cours van dezelve bedingen zult." Gezien de vervolgopdrachten, die in goede harmonie wor den uitgevoerd, bleef Jacob het vertrouwen bij de heren in Middelburg behouden.27 Meestal schreef Lijbaart een begeleidende brief bij de vracht die hij gesloten met de schipper meegaf. Hierin werden altijd de zakelijke aspecten vermeld zoals de hoe veelheid en de prijs die de koopman moest betalen of al leen hoeveel het product moest opbrengen. Jacob ontvangt als commissionair voor de firma Duijsse, Van Breda en Van Andel voor zijn werk een rijksdaalder per last. Aan J. de Haan schrijft hij over een provisie van 1,75% in augus tus 1737. De handelaren betaalden aan de schipper. Soms het totale bedrag, soms een voorschot. Lijbaart vraagt altijd om geld in zijn brieven. Somers gaf steeds voorschotten. Bij de halfjaarlijkse afrekening bleek dat hij 97% contant had betaald. Lijbaart verzocht de Gorinchemse firmanten te betalen in gouden tientjes tot een bedrag van duizend gulden, nadat hij in de zomer veel problemen had gehad met het verzilveren van zijn wissels. Dit zijn gewaarmerkte waar depapieren, die op een wisselkantoor ingeleverd kunnen worden tegen baar geld. In dit geval had hij problemen ondervonden bij het kantoor van Tienpond in Oostburg. "Ik heb u geeerde van 25 dezer alsmede ingesloten briefje aan de heer Tienpond ontvangen en zal hem die overhan digen aanstaande marktdag te Oostburg. Dat u weten wilt met welke schare hij snijd heeft u gelijk in Hij heeft mij ook eens door de oog van zijn schaar gehaald en zoude niet gaarne op dien Snijderschare geknipt worden. Schip per Veenendaal die weder vanhier afvoer was dat niets of was het voordeliger voor u de Specie tot Middelburg te zenden maar twijfele geenzints of 10 Pond zal dit met u gaan doen."28 Op 15 augustus ontvangt Lijbaart een wissel uit Gorin chem en daarmee gaat hij naar Oostburg, naar het wissel kantoor Tienpond. Maar met Tienpond kan hij ook deze keer geen zaken doen. Vijf dagen later schrijft hij terug "ook heb [ik] volgens u bij de heer Thienpond geweest maar minder dan 5/8 P[rocent] konde hij de wissel niet C

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2016 | | pagina 19