m JOHANNTS GOED\FRT i I obfervationes generales de in l efto- rum nutura rransfbrmatione. A Deinde Xe uitgave ook in 1659 uit kwam. Het handmatig zetten, m corrigeren, drukken, het maken van de etsen, het vouwen van Je gedrukte bladen en het binden van een boek nam in de zeventiende eeuw veel meer tijd in beslag dan tegen- r~*~ woordig. De laatst gedateerde waarneming van Goedaert, in deel een, staat in de 70-ste 'Bevindinge' op blz. 129, over de larve van een soort zweefvlieg, die wij nu 'Blinde bij' noemen: 'Desen worm hebbe ick by my gehouden tot den 27 Maert 1659 sonder eenich eten. En leyde hem doen op syn rugge, en hadde doen sulcken kracht noch, dat hy hem op syn buyck leyde en is gestorven op den 28 Augustus, ick noemde hem den kamelio.' Gezien het voorgaande is het aannemelijk dat het boek reeds voor 1662 verscheen, zoals overigens in het verleden ook reeds door een tweetal 'goede lezers' is opgemerkt en gepubliceerd: Dr. A. C. Oudemans en G. Kruseman. Kruseman geeft daarbij aan dat het Octrooi, het recht het werk te mogen drukken, aan Fierens werd verleend op 30 november 1660. Als gevolg van het bombardement op Middelburg op 17 mei 1940 is een groot deel van de Middelburgse en Zeeuwse archiefstukken verloren gegaan. Met betrekking tot oude archiefgegevens moeten we daardoor meestal blij zijn, als we ons kunnen baseren op bronnen van voor 1940, waarin archivalia worden vermeld. Als door een wonder zijn echter veel archiefgegevens van de Staten van Zeeland bewaard gebleven en ter inzage beschikbaar in het Zeeuws Archief te Middelburg. Uit de in dit Archief door de auteur van dit artikel gevonden jaarrekening van Fierens aan de Staten van Zeeland over 1660 blijkt dat Fierens op 17 mei dat jaar leverde: '1 Metamorphosis van Goedaerdt Afgeset, 1 pond Vlaams en 10 schelling.' Deze rekening levert dus het bewijs dat Goedaerts werk reeds in 1660 was verschenen. Tevens levert de rekening van Fierens een bewijs dat Goedaert persoonlijk zijn werk inkleurde en dat een door Goedaert 'afgeset', ofwel ge kleurd boek in 1660 anderhalve pond Vlaams kostte. Uit de prijs van het boek, een pond Vlaams en 10 schel ling, dit was ongeveer evenveel als negen gulden, blijkt dat de koper voor de etsen en het kleuren ervan, aanzienlijk extra moest betalen. Metamorphosis Naturalis was bijvoor beeld bijna 5 maal zo duur als het door Fierens uitgegeven Banket-werk van goede gedachten van Johan De Brune. Een tweede bewijs dat Goedaerts werk al in 1660 werd uitgegeven is te vinden in de brieven van Christiaan Huy- gens. De eerste keer dat Christiaan het boek van Goedaert noemt is op 9 november 1660, toen hij in Parijs verbleef en 'Het boek over vliegen' van Goedaert aan M. Boreel zond. Zowel Christiaan als zijn broer Constantijn hadden grote waardering voor het werk van Goedaert, zoals hun correspondentie herhaaldelijk aantoont. Zoals hiervoor reeds vermeld gaf Fierens ook een Latijnse vertaling van het volledige werk van Goedaert uit. Fierens liet het werk door Johannes de Mey ook in het Frans ver talen. Omdat het ondoenlijk is om binnen het bestek van dit artikel achtereenvolgens de Nederlandse, Latijnse en Fran se drukken en hun onderlinge verschillen te bespreken als ook de afbeeldingen in de verschillende door Fierens gedrukte versies, wil ik hier alleen nog het portret van Goedaert aan de orde stellen. Auteur dezes is voornemens deze materie uitvoeriger te behandelen in een over niet al te lange tijd te verschijnen boek over leven en werk van Goedaert. fJOMTHS* GOEÖAATnjs ■Medwi<«&en/h Uemadmodum rpliqua ani- malia inftinchi qu >dam naturali ad fpeciei iuje confcrvationem, generation ni opcram dant non igruvain ita Sc inlectaquod magis eft admir.uv dum, iis in locis ova fcmcnque luuui deponunt,in quibus calore iolis com mode incalelccrc poflunt, neque anre folent foetus erumperequ tm iifdcin in locis, parata fibi in veniant ahmen- ta, qua in re ipfis hotninibus lèliciora videntur, utpote quibus ad vitam& prolis fuftentationem necefiaria Lepe defunt, eaquc vix anxio animocon- tmuoque labore übi comparare Poflunt. Portret van Goedaert in het Latijnse deel I

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2016 | | pagina 10