?*w
m
m
12
■M
Apollonius was, zo lang mocht Maria genieten van haar
aardse bestaan. Zij overleed in februari 1694 op 86-jarige
leeftijd en was dus maar liefst ruim zestig jaar lang wedu
we van Apollonius. In 1695 wordt er een legaat gedaan aan
de diaconie van de hervormde kerk te Vlissingen conform
de wil van Maria. De grootte van het bedrag is 83 pond, 6
schellingen en 8 groten Vlaams. Het Vlaams pond was een
gangbare valuta in die tijd.
Naamgeving
Over de herkomst van de naam Swanenburg zijn er ondui
delijkheden. Jacob Verheye van Citters, de bekende magis
traat, oudheidkundige en verzamelaar, schrijft in zijn aan
tekeningen uit 1801 dat Swanenburg niet werd vernoemd
naar de gevleugelde dieren, zoals algemeen werd aange
nomen, maar naar een in de buurt liggend water, de Swaa,
Swaak of Swaan geheten. De dubbele klinkers, zoals aa, ee,
ie of ij, duiden volgens hem op een water(loop). Ze zijn
voortgekomen uit het Latijnse woord aqua. Verheyes theo
rie is een optie. Maar vervolgens stuiten we op een nieuwe
vraag. Kunnen we het woord Swaan tevens interpreteren
naar de vorm van die waterloop? Al sinds mensenheugenis
loopt er immers een S-vormig stroompje vanaf de huidige
Kanovijver in het Vlissingse Nollebos tot aan de huidige
Koudekerkseweg. In de loop der tijd is er een deel, zowel
door mensenhand als door de inundatie in 1944, verbreed
en er zijn wat aftakkingen gegraven. De contouren van
de S-vormige waterloop zijn echter nog altijd duidelijk te
herkennen in het landschap. Op luchtfoto's van dit gebied
is de zwanenhals mooi te zien.
Mr. Jasper Ingels
Appolonius' zoon Jasper of Gaspar Ingels werd geboren
op 15 augustus 1627 in Vlissingen en vernoemd naar zijn
grootvader Jasper Bouwense Schot. In 1643 werd Jasper
toegelaten tot het prestigieuze gymnasium in Middelburg.
Na zijn rechtenstudie in de Franse stad Nantes keerde hij
in de zomer van 1649 terug naar Vlissingen en ging hij
weer bij zijn moeder in de Nieuwstraat wonen. In sep
tember liet hij zich inschrijven als lid van de nederduits-
gereformeerde kerk en al op 19 november werd hij op
22-jarige leeftijd benoemd tot raad in Vlissingen. In 1650
en 1651 was Jasper schepen en in 1652 en 1653 burge
meester van zijn geboortestad. Jasper trouwde in deze tijd
met zijn 17-jarige nicht Cornelia Cau. Zij was een dochter
van zijn tante Johanna Ingels en oom Bonifatius Cau. Cor
nelia schonk hem zeven kinderen. Vier van hen lieten al
jong het leven.
Na zijn afscheid van het Vlissingse stadsbestuur volgde
hij op 4 februari 1654 de roemruchte Braziliaanse Johan
Ghyselin op als gecommitteerde raad in de Staten van
Zeeland en ter Admiraliteit. Als gevolg van zijn nieuwe
functie verhuisde Jasper met zijn gezin naar het voor hem
bekende adres op het Abdijcomplex in Middelburg. Jasper
zou het gewestelijke raadschap maar liefst 25 jaar lang ver
vullen. Daarmee overtrof hij zijn grootvader die dit ambt
23 jaar had uitgeoefend. Jasper was mede door dit feit een
zeer invloedrijke man.
Na de dood van Cornelia in 1670 hertrouwde Jasper twee
jaar later. Zijn tweede vrouw was de van oorsprong Am-
Jasper Ingels en zijn vrouw Maria Christina. (Particuliere collectie
Apeldoorn)
sterdamse, maar al twaalf jaar in Middelburg wonende
Maria Christina Bartolotti van den Heuvel, een dochter
van één van de rijkste Amsterdammers van de Gouden
Eeuw, Guillelmo ofwel Willem Bartolotti van den Heuvel.
Maria Christina was eerder getrouwd met Johan Thibaut,
heer van Aagtekerke en had één kind, Jacoba.
Op 8 april 1679 stierf Jasper 'Onder de Abdijpoort'. Zo
luidde namelijk het adres van de dienstwoning van de
Vlissingse gecommitteerde raad. Zijn woonruimte bevond
zich weliswaar westelijk naast de Abdij- of Zuidpoort,
maar de toegang lag letterlijk onder de poort. Jasper
werd in de Koorkerk bijgezet in een familiegraf, op een
steenworp afstand van zijn woonhuis. In het graf lagen
ook zijn vader en grootouders. Om de armen van de stad
Vlissingen te ondersteunen, liet Jasper een legaat na van
50 pond Vlaams aan de diaconie van de kerk van zijn ge
boorteplaats.
Wanneer Jasper precies eigenaar werd van Swanenburg,
is helaas niet duidelijk. In overloper van de Westwatering
van Walcheren uit 1648 staat Maria Schot, de weduwe van
Appolonius Ingels ofwel de moeder van Jasper, vermeld.
Vermoedelijk zal Jasper tussen 1649 en 1653 eigenaar zijn
geworden. Zeker als burgemeester van Vlissingen en als
gevolg van zijn huwelijk met Cornelia Cau zal hij Swanen
burg wel in eigendom hebben gehad in die periode, hoe
wel daar geen bewijs voor is gevonden. In elk geval bleef
hij tot zijn dood in 1679 eigenaar van het door zijn vader
opgerichte slot.
Mr. Bonifatius Ingels en zijn grootmoeder
Eén van Jaspers erfgenamen was zijn oudste zoon. Wan-