Nehalennia - najaar 2016 - nr. 193 15 Boerderij Swanenburg in een winters landschap, circa 1925. (Collectie familie De Jonge-de van Heijsteks lening via Slichers zeer kapitaalkrachtige weduwe, Wilhelmina Carolina van den Brande. Niet alleen Slicher, maar ook Heijstek trof rampspoed. In 1812 werd zijn vrouw Catharina Kraaije langs de kant van de weg dood gevonden, zo staat vermeld in haar overlijdensakte. Enkele jaren vóór of na dit laatstgenoemde noodlot moet Heijstek Swanenburg hebben verkocht. Slichers weduwe kreeg Swanenburg nu in handen. Notabelen Met Wilhelmina Carolina van den Brande brak een peri ode aan dat notabelen boerderij Swanenburg als investe ringsobject in eigendom kregen. Dat tijdvak zou voortdu ren tot en met de nadagen van de Tweede Wereldoorlog. Wilhelmina Carolina trouwde in 1799 met Adriaan Slicher en woonde in de Lange Delft in Middelburg. In 1817 kocht Van den Brande de ambachtsheerlijkheid Domburg.32 Zij was al vrouwe van de heerlijkheden Bath en Westhove. Dat laatste ambacht hield verband met haar eigenaar schap van kasteel Westhove bij Oostkapelle. Wilhelmina overleed in november 1826 op slechts 47-jarige leeftijd. Op 5, 6, 8 en 10 januari 1827 werd haar indrukwekkende nalatenschap in diverse notariële akten beschreven. Pas op 21 december 1827 kreeg haar dochter Johanna Jacoba Maria Slicher Swanenburg, inclusief bijna 20 hectare land, in bezit.33 Zij erfde van haar moeder tevens de drie am- bachtsheerlijke titels. Johanna (1800-1851) trouwde op 13 augustus 1824 met mr. Albert Willem Laurens Martinus Heldewier (1791- 1870). Samen kregen zij vier kinderen. Mr. Heldewier was diplomaat. In die hoedanigheid was hij gezant van Neder land in het Duitse Karlsruhe in de periode 1825-1828 en daarna zaakgelastigde van Nederland bij het hof van Sar dinië in Turijn. Heldewier werd in 1835 bij koninklijk be sluit in de adelstand verheven, waardoor hij en zijn vrouw zich jonkheer en jonkvrouw mochten noemen. Jonkvrouw Johanna Jacoba Maria Slicher werd later hofdame van koningin Anna Paulowna, de echtgenote van koning Wil lem II, en woonde en werkte daarom in Den Haag. Na de dood van Johanna in 1851 waren drie kinderen van het paar Heldewier-Slicher verkozen tot erfgenamen. In 1871 ontstond er een merkwaardige situatie. Volgens Middelburgsche Courant van 7 december van dat jaar vond er een openbare verkoop van Swanenburg plaats. Door notaris Tak werd na afloop van de verkoop inder daad een akte opgemaakt, waarbij de boerderij en het bijbehorende erf naar Souburger Adriaan Roose gingen en de verdere grond naar een reeks andere lieden.34 De ver koop moet kort daarna zijn geannuleerd, want de jongste dochter van Johanna Slicher, komen we in latere bronnen tegen: Elvire Heldewier is dan geheel en alleen eigenaar van Swanenburg. De reden van de nietig verklaarde ver koop is tijdens dit onderzoek niet duidelijk geworden. Elvire Heldewier werd in 1835 in Turijn geboren. Zij trouwde met de Belg August Charles Constant Garnier. Hij werkte in Den Haag als secretaris van legatie bij de Belgische ambassade, maar werd vervolgens buitenge woon gezant en gevolmachtigd minister van België te Parijs.35 August en Elvire hadden één zoon, die bij de dood van zijn moeder in 1876 slechts een jaar of acht oud was. August en zijn zoon Eugène Albert werden gezamenlijk eigenaar van Swanenburg, de weduwnaar voor één vierde en de zoon voor drie vierde deel.36 Het is opvallend dat de drie laatstgenoemde eigenaressen van Swanenburg op jonge leeftijd stierven: Wilhelmina werd 47 jaar, haar dochter Johanna 51 jaar en haar klein dochter Elvire slechts 40 jaar. Na de dood van zijn vader August in 1906 werd Eugène Albert onverdeeld eigenaar van de boerderij. Garnier woonde in Brussel en trad in de diplomatieke voetsporen van zijn vader. Hij was rond 1911 'minister-résident de Belgique' te Tanger en in latere jaren te Madrid.37 Eugène Albert was getrouwd met Herminie Charrière. Om zijn zaken in Zeeland te behartigen had Garnier de Middel burgse advocaat-procureur mr. Heyse in de arm genomen. Heyse hield kantoor aan de Markt in de Zeeuwse hoofd stad. De Belgische graaf Robert Marie Franqois Carpentier de Changy (1885-1962) werd vermoedelijk in de loop van de jaren dertig van de twintigste eeuw de laatste eigenaar van Swanenburg. De Changy was een bekende uit het milieu van de vorige eigenaar, Garnier. De graaf was woonach tig in St. Gillis (Brussel) en trouwde in 1914 in Meldert (bij Aalst) met Anne Marie Jeanne de Lantsheere. In een kadastraal artikel treffen we de naam van De Changy, inclusief een separate lijst met daarop een reeks familiele-

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2016 | | pagina 17