Van de Zeeuwse Dialectverênigieng Kom meer te weten over dialectwoorden Immaterieel erfgoed Verkooppunten en -prijs Van de redactiecommissie dialect Altijd al willen weten wat een neuzenooier en een rugesoot is? En weet je nog wat tikketelen en kumen is? Waar komt dat Zeeuwse dulve toch vandaan? Gebruiken de Zeeuwen kerbikse en orlevinks nog? Of klinkt het in jouw dorp net iets anders? Zijn juun en frenze alleen bekend in Zeeland? En was die platte zeug een terechte winnaar in de Zeeuwse dialectwedstrijd? Veel kans dat dit boekje een antwoord geeft op al je Zeeuwse vragen. Sommige van deze woorden zijn zo goed als verdwenen, andere zijn nog springlevend. Streektaal is immaterieel erfgoed en verdient het om in al haar verscheidenheid overgeleverd te worden. Dat ge beurt o.a. door Omroep Zeeland en de Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland, door vertelkringen en door dialectver enigingen. De woordenschat van het Zeeuws krijgt die aandacht niet alleen via de omroep maar ook via Zeeuwse Ankers. Wie dus nog meer wil weten over Zeeuwse dia lectwoorden kan de facebookpaginas van Goedemorgen Zeeland en Intzeeuws volgen of kan www.zeeuwseankers. nl raadplegen. Het boekje is te koop bij alle Zeeuwse boekhandels voor 9,95 euro. Uitgeverij: Het Paard van Troje. [ISBN 978- 907193747-7] Pau Heerschap Nu ik dit schrijf is de rage van de Dinoplaatjes bij een plaatselijke grote kruidenier enkele weken geleden afge lopen. Elke dag stonden er wel groepjes kinderen bij de uitgang: 'Meneer, heeft u Dinoplaatjes?' Ja, die had ik soms wel. Op mijn leeftijd verzamelde ik dat soort zaken toch niet meer en ze gingen gretig van de hand. Dat was vroe ger wel anders. Van alles heb ik gespaard, zo in de jaren vijftig van de vorige eeuw. Je kon toen bij de plaatselijke snoepwinkels zakjes 'heksenpoeier', gewoon droppoeder. Bij Jamin zat er in elk zakje een plastic lepeltje met sprook jesfiguren aan het uiteinde van het steeltje. Ook die lepel Zêêuwse Dialect Verênigieng tjes ik gespaard. Ik weet nog dat ik samen met een vriendje met een stuiver in de hand om te versnoepen naar de winkel van Jamin toog. De eigenaar van die winkel werd Jaopie de Slachter genoemd, want zelf was hij slager. Zijn vrouw dreef de snoepwinkel. We kochten ieder een zakje heksenpoeder. Snel het zakje opengemaakt. 'Ik hè Snêêu- witje', riep ik verheugd, want die had ik nog niet. Mijn vriendje riep op zijn beurt: En ikke de gelazerde katte. Zo waren we allebei blij, die middag, voor een stuiver! Nog veel meer heb gespaard: sigarenbandjes, postzegels en speldjes van bedrijven en instellingen. Daar schreefje dan een briefkaart naartoe. En niet te vergeten: onderdelen voor bootjes of helikopters uit de lodalineflessen. Vanzelf sprekend heb ik ook sigarenbandjes verzameld. Heel bijzonder was het verzamelen van junikevers, maar daarover kunt u lezen in het jubileumboek van onze ver eniging 'Koekoek, schietebroek!' Antieke boeken ging ik ook een keer verzamelen. Het topstuk van mij zijn de ver zamelde gedichten van P. C. Hooft van 1636. Dat is, zoals met potlood voorin staat geschreven ooit nog eens het exemplaar geweest van de bekende letterkundige Johan nes van Vloten, de schoonvader van Frederik van Eeden. Soms ontstaat een verzameling toevallig. Toen ik in de jaren zeventig van de vorige eeuw Nederlands studeerde, was ik een keer in het antiquariaat van Aris van den Tol in Dordrecht. In de winkel stond een verzameling dichtbun dels van Willem de Mérode, allemaal eerste drukken. Die heb ik toen in één keer opgekocht, nog niet eens voor zo veel geld. De dichter Cees Buddingh, die daar regelmatig

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2016 | | pagina 23