m
iii
b'i W
iSJR
m
In gesprek met met Krijn en Clarie Tanis op de Kleistee in Ouddorp
ie komt d'r nooit in tènde
«imm
28
Over het eeuwenoude kerkenpad
Er is eigenlijk geen betere plaats te vinden voor een vraag
gesprek met het echtpaar Krijn en Clarie Tanis, beiden
bevlogen natuurliefhebbers, dan het natuurgebied de
Kleistee. We fietsen er dan ook op die woensdagmiddag
over het eeuwenoude kerkenpad, vanaf het kruispunt
Dirkdoensweg/Molenweg met z'n drieën heen. Het heeft
in die week enkele dagen aaneen geregend, nu is het
droog. Wel is het klam en zwoel; wij verwachten daarom
nog buien die dag.
Tot het metalen draaihekje, dat toegang geeft tot de Kleis
tee, is het pad breed. Aan weerszijden liggen de akkers
tussen de hoagten (zandwallen), enkele nog in gebruik
voor akkerbouw, andere prijsgegeven aan de natuur. Aan
de linkerkant zal op een gebied, enkele percelen groot,
de nieuwe begraafplaats van Ouddorp komen. In de ja
ren vijftig van de vorige eeuw zijn er hoagten afgegraven
om zand te leveren voor de aanleg van nieuwe wegen op
Overflakkee, onder andere voor het verbreden van de
zogenaamde Fortuinweg tussen Stellendam en Melissant,
zo vertelt Krijn. De hoagten lagen er toen nog niet zo lang,
want tot in het begin van de jaren vijftig zijn daar nog
percelen 'uitgemijnd'.
Krijn en Clarie zijn ook grote liefhebbers van het dialect
van Ouddorp. Dat spreken we dan ook deze middag. Voor
het gemak van de lezers heb ik het maar, op een paar zin
nen na, in het 'Hollands' vertaald.
Wie goed kijkt, ziet meer
Nauwelijks hebben we de fietsen bij het draaihekje neer
gezet, of Krijn roept: 'Kiek een Bruun Zandoagje', een
kleine vlinder die neerstrijkt op de vegetatie van een aan
de natuur prijsgegeven perceel akkerland. Ernaast een stuk
bouwland, ingezaaid met kalebassen, vrijwel vrij van on
kruid. 'Zo zie ik het eigenlijk nog het liefst, als landbouw
grond', merkt Krijn op.
Even later zijn we op de haemeteEen kleurrijk geheel
met allerlei soorten planten en grassen strekt zich voor
ons uit. Ik merk op dat in mijn kinderjaren, nu zo'n zestig
jaar geleden, dit het voetbalveld van de Ouddorpse West
Flakkeese Boys was. Over het terrein loopt diagonaal het
smalle kerkenpad. Klarie bukt om de vegetatie beter te
kunnen bekijken. 'Kijk', zegt ze, 'heel veel Tandjesgras,
een vrij zeldzame kleine grassoort.' Ook valt het op dat er
heel veel Grote Ratelaar bloeit, een halfparasiet, een soort
die hier vroeger helemaal niet voorkwam, merkt Krijn
op. De Klavervreter parasiteert bijvoorbeeld totaal op
de gastplant. Trouwens als je goed kijkt, zie je veel meer:
Zandblauwtje, dat wijst op kalkarme grond, Biggenkruid,
Reukgras, Hazenpootje, Muizenoortje, Schapenzuring.
ÉÈffflVËËËÊ
Op de haemete, rechtsboven het kerkenpad
Biggenkruid,Tandjesgras, Schapenzuring, Zandblauwtje, Reuk
gras, Hazenpootje, Muizenoortje
Clarie merkt op dat er tegenwoordig heel veel gefietst
wordt op die elektrische fietsen, maar dat de mensen ei
genlijk niets zien, het is alleen maar kilometers maken. Ze
vinden alles wel mooi maar kijken niet goed. As je echt
goed om je heen kijkt en je stapt af en toe eens af, dan zie
je veel meer. En dat zorgt dan weer voor veel rijkere erva
ringen. Je gaat je dan steeds meer verwonderen over al het
moois dat de natuur te bieden heeft.
Haaygemeten, schurvelingen en hoagten
Intussen zijn er wat termen gevallen die wel wat toelich
ting eisen. Het gebied van de Kleistee is heel bijzonder. Je
ziet hier eigenlijk alle elementen van het typische Oud-
dorpse landschap, uitgezonderd het polderland: haayge
meten, schurvelingen, haogten (zandwallen) en mêêtjes
(akkers).
Haaygemeten (of in dialect haemeten) zijn woeste gron
den, die aanzienlijk hoger liggen dan het omringende pol
derland. Ze zijn ooit gevormd door verstoven duinzand.
Na het vertrek van de Romeinen, ongeveer de derde eeuw
na Chr., zijn de hoge Westduinen over het eiland gaan ver
stuiven. Over de zeeklei kwam een zandpakket, dat zich
tot de oostelijke rand van de huidige dorpskern van Oud-