GESLOTEN Nehalennia winter 2016 nr. 194 lieden Donderdag wegens den Grooten Verzoendag. M. Frankel—Wijzenbeek, De eerste jaren in Zierikzee 11 de opvoering en de toejuiching van het stuk Ghetto. Aan dat gevoel heb ik door mijn 'protest' uiting willen geven.' En hij eindigt zijn reactie met 'Wij, Joden, zullen onzen God blijven dienen volgens de wet van Mozes en de profeten, en overeenkomstig de traditie. En zoolang er nog kracht in mij is, zal ik die gebruiken tot aanwending van eiken aanval op mijn geloof en mijn geloofsgenooten, van welke zijde die aanval thans ook komen moge. Sf' Havoopnrk 848. Ook in 1899 voeren Arthur en I. Schreur een stevige pen- nenstrijd. Dit keer is het onderwerp het Zionisme. Een beweging die streeft naar de terugkeer van joden naar Palestina (het huidige Israël) en waar Frankel een warm voorstander van is.13 Andere min of meer pre-journalistieke activiteiten van Arthur Frankel zijn niet teruggevonden. Ook is er, tot nu toe, niets gevonden dat verwijst naar een beroep in de juridische sfeer. Het is zelfs niet zeker dat hij zijn studie heeft afgemaakt. Wel komt een aantal keren een juridische zaak aan bod in de 'Brieven uit Zierikzee'. Brieven die hij onder het pseudoniem 'Brinio' schrijft.14 Wat ook vast staat is dat hij met ingang van 1895, als agent voor Amsterdam, verbonden is aan de 'Nederlandsche Stoombranderij en Distilleerderij voorheen onder de Firma E. Kiderlerï.15 Dat verklaart waarschijnlijk het toch wel opvallende beroep op zijn huwelijksakte: wijnhandelaar. In het boekje 'Wegwijs in Kasjroet' staat: 'Het handel drij ven in niet-Joodse wijn is alleen toegestaan in het geval, dat de inkomstenbron van iemand daarvan afhangt. In andere gevallen mag men geen enkel profijt hebben van niet-Joodse wijn.'16 Opvallend, want in die jaren is de wijnhandel niet het enige wat Frankel doet. In 'De Telegraaf van 21 augustus 1897 wordt melding gemaakt van een nieuw opgericht bedrijf met de naam Esperanza. Deze onderneming is gevestigd aan de Nieuwe Heerengracht 59 te Amsterdam en Frankel is er de directeur van. Het bedrijf bemid delt 'voor vacante betrekkingen en [is een] internationaal Advertentie-bureau'. Een uitzendbureau voor kantoor-, magazijn-, winkel- of werkplaatspersoneel en reclame bureau ineen. In 1898 wordt de firma verder uitgebreid met een 'afdeeling voor dienstbooden, onder den naam 'Nederlandsch Dienstboodenkantoor'.'17 Ondanks de uitbreiding van activiteiten besluit het pas getrouwde stel om Amsterdam te verlaten. De modezaak van Mietje, op naam van M. de la Fuente, komt te koop te staan.18 En het bedrijf van Arthur? Er is geen bericht gevonden van verkoop. Waarschijnlijk is het 'gewoon' opgehouden te bestaan. Het is opmerkelijk dat het echtpaar, waarvan de vrouw zwanger is, kiest voor een woonplaats in de mediene (bui ten Amsterdam). Wat de redenen hiervoor zijn? Die zullen waarschijnlijk nooit meer te achterhalen zijn. In ieder geval is de stad Zierikzee niet een plaats met een enorm grote en bloeiende joodse gemeenschap. Zo rond 1900 zijn er van de 6.827 Zierikzeese inwoners 28 met een joodse achtergrond. De hoogtijdagen van de joodse gemeen schap, met op haar hoogtepunt rond 1870 ongeveer 80 leden, was lang voorbij. De overgang van het drukke grote Amsterdam naar het rustige kleine Zierikzee moet dan ook voor beiden enorm zijn geweest. Omdat de joodse gemeenschap klein is, en beiden religi eus zijn, worden ze al snel bij de joodse groep betrokken. Dat blijkt bijvoorbeeld uit het feit dat het spaarbankboekje van de Israëlitische Gemeente Zierikzee in 1901 al op naam gezet wordt van Salomon Abraham Frenk, Jacob Labzowski en Arthur Frankel. En ook de aanpassing aan de overige eilandbewoners verloopt snel. Zo is Arthur een van de ondertekenaars die de kandidatuur van J.A. de Bruyne uit Zierikzee, namens de 'Centrale Liberale Kies- vereeniging' voor de Tweede kamer ondersteunt.19 De handtekening van Arthur Frankel, bewerkt Ook Mietje is direct zakelijk actief in haar nieuwe woon plaats. Op 28 september 1899 verschijnt de volgende advertentie: 'Zierikzee. Havenpark 348. M. Frankel-Wijzen- beek bericht de ontvangst der Modelhoeden en Nouveautés.' Ondanks de schijnbaar snelle aanpassing verlopen de eerste jaren niet rimpelloos. De zwangerschap van Mietje eindigt tragisch. Op 24 november 1899 wordt hun zoon levenloos geboren. Een tweede verlies, in korte tijd, bin nen de familie. Arthurs moeder was dat jaar op 30 april overleden.20 De zaken van Mientje schijnen daarentegen goed te lopen. In de Zierikzeesche Nieuwsbode van 7 september 1901 vraagt ze om 'eene flinke dienstbode'. Of de komst van de dienstbode echt succesvol is geweest valt niet na te gaan. Op 25 januari 1902 vraagt ze in de Nieuwsbode 'terstond een dagmeisje'. Beviel de eerste dienstbode niet of was er sprake van 'seizoenwerk'? We weten het niet. Wel moet worden opgemerkt dat de mobiliteit binnen de 'dienstbo- dengroep' vrij groot is. In 1903 staan er in de Zierikzee sche Nieuwsbode, van de joodse inwoners alleen al, vijf oproepen voor 'dagmeisje' of'dienstbode'. Arthur is op verschillende maatschappelijke terreinen actief. Zo is hij volwaardig lid van de Zierikzeese soci ëteit 'Tot Nut en Genoegen' en treedt hij in 1901 op als

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2016 | | pagina 14