over het plattelandsleven, gewoon omdat ik nu eenmaal van het platteland kom. Ik dicht in het Zeeuws omdat dat nu eenmaal mijn moerstaal is. Niet uit nostalgische overwegingen of om de streektaal per se te willen bewaren, zoals 'men' wel beweert over schrijven in de streektaal. Dat bewaren wil ik uiteraard ook, maar dat is hier geen doelstelling. Dichten lukt mij nu eenmaal het best in de eigen taal, het Zeeuws. Overigens dicht ik ook wel in het Nederlands. Verder heb ik nog wat folksongs, vooral van The Dubliners, liggen die ik ooit in het Zeeuws vertaald heb. Eigenlijk wil ik dat die worden gezongen, maar het is me nooit gelukt om een instrument te bespelen en ook niet om iemand te vinden die deze vertalingen wil zingen. Zeeuwse artiesten zingen blijkbaar graag hun eigen teksten en ik geef ze groot gelijk. Maar ik heb dus een kleine voorraad vertalingen uit het Engels liggen; wie ervan wil kennisnemen, kan contact met me opnemen. Eén is een 'hertaling' van een Vlaamse ballade van Wannes van de Velde. Daarmee zou ik graag eens meedoen met de jaarlijkse Zeeuwse-cover wedstrijd van Omroep Zeeland. Is er misschien iemand die muziek kan maken en die me daarmee kan helpen? Tenslotte treed ik al jaren op met zelf geschreven humo ristische verhalen in het Zeeuws. Ze variëren in lengte van drie tot acht minuten, de optredens variëren tussen een goed half uur en anderhalf uur incluis pauze. Tussen de verhalen zitten ook een paar 'raps' en de laatste tijd meng ik soms wat gedichten in zulke optredens, 't Is aoltied gaef en stikgezellig om te doeen. Natuurlijk geef ik ook lezingen, maar dat doe ik dan als historicus en in het Nederlands. Het beantwoorden van vragen achteraf gebeurt dan trou wens vaak in het Zeeuws. Dus je schakelt makkelijk over? Ja, heel makkelijk. Dat kost amper moeite en het is een in vele delen van het Nederlandse taalgebied bij veel mensen gebruikelijke manier van omgaan met taal. Ik heb het idee dat we in Zeeland wat dat betreft achterlopen. In het oosten van het land is men volgens mij minder bang voor stigmatisering en praat men als het kan onbekommerd Nedersaksisch of Limburgs. Trouwens, op de landelijke radiozenders in Vlaanderen komen zeer regelmatig songs voorbij met liedteksten in het Antwerps, Gents en in toenemende mate het Westvlaams. Dat is bijna dezelfde streektaal als het Zeeuws. Ik vind het jammer dat bij Omroep Zeeland Zeeuwstalige liederen beperkt zijn tot een klein aantal uren in het weekeind. Ik weet wel dat het repertoire beperkt is, maar het 'verbannen' van Zeeuwsta- lig repertoire tot bepaalde uren, heeft iets ghetto-achtigs. Zet ze maar samen achter een hekje, hoor je de omroep bazen denken. Overigens mis ik al jaren bepaalde songs die ik regelmatig draaide toen ik eind jaren negentig een streektaalprogramma bij Omroep Zeeland had, zoals die van de Bressiaanse groep Crash Boogie. Volgens mij ligt daar in de kelder nog heel wat destijds opgenomen materi aal te verstoffen. Regelmatig denk ik nog aan de uitspraak van Commissaris Wim van Gelder over 'Zeeuwse zelfhaat'. Zijn constatering op zich was juist, maar om 'zelfhaat' gaat het natuurlijk niet. Er is een deel van de elite in Zeeland die zich bij tijd en wijle afzet tegen aspecten van de cultuur van de massa der bevolking in Zeeland, of misschien van het platteland, die ze als inferieur beschouwen. Misschien is het vooral een soort schaamte: ze verdedigen zich bij voorbaat tegen een verwijt van hun stands- en elitegenoten in Holland ten aanzien van het feit dat ze in Zeeland wonen of Zeeuwse roots hebben. Om dat verwijt, dat misschien alleen maar in hun denkwereld bestaat, voor te zijn gaan ze dan afge ven op bijvoorbeeld de streektaal en de sprekers ervan en zeker op pogingen deze te revitaliseren. In de tijd dat de erkenning van het Zeeuws in het kader van het Europees Handvest voor de Minderheidstalen speelde, kon je dat volop waarnemen. De media, de Zeeuwse voorop, gingen keihard mee in een soort nega tieve gedrevenheid, waarbij de stellingnamen van degenen die voor erkenning waren, sterk werden overdreven en allerlei onwaarheden werden verkondigd. Het was gewoon prijsschieten, waarbij onbenul overheerste, ook bij com mentatoren die best wat letters hadden gegeten. Ik vind dat intrigerend: wat beweegt elites om zich zó kei hard af te zetten tegen een makkelijk slachtoffer, in dit ge val een minderheidstaal, een zwakke broeder die op geen enkele manier een bedreiging vormt voor het Nederlands en dat ook nooit zal kunnen worden? Het Nederlands, hoewel veel jonger dan het Zeeuws, heeft onder meer een volledig opgetuigd onderwijssysteem achter zich staan. De teneur is sindsdien wel afgezwakt en je ziet nu een zekere welwillendheid, maar ik bespeur nog altijd dat zo gauw je iets zegt ten voordele van de streektaal, je woorden worden overdreven. Toen ik in de PZC van 23 september het dialect 'cultuurgoed van duizend jaren oud' noemde (er stond duizenden, maar dat had ik niet gezegd), volgde een redactioneel commentaar waarin het ging over 'het pleidooi voor de streektaal als cultuurdrager'. Dit werd dan tegenover het Nederlands gesteld en het woord verzet werd gebruikt. Maar dat was totaal niet wat ik bedoelde. Wat ik wel bedoelde: elke taal is als cultuurdrager uiterst waardevol omdat zij de neerslag is van vele honderden jaren geschiedenis. Ook het Zeeuws en in dat verband is het Nederlands en de relatie tot die taal niet interessant en zelfs volledig irrelevant.

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2016 | | pagina 28