Eene schoone en voordeelige onderneming De aanleg van de weg IJzendijke - Watervliet Een moeizame voorbereiding In de loop van 2014 verdween de bus uit de straten van IJzendijke. Langs de nieuwe N61 kwam aarzelend een bushalte tot stand. Ruim een eeuw geleden reed de tram door het dorp, vervolgens de lijnbussen waardoor een goede ontsluiting met de omgeving werd gegarandeerd. Over de verbindingen in het midden van de 19e eeuw gaat deze bijdrage, speciaal over het wegvak naar Watervliet. Rinus Willemsen Het is een drukte van belang op het notariskantoor van Isaak Clement Otto Benteijn op die 11e december 1852. Wat is er aan de hand? Rentmeester - gemeentesecretaris Adolf Bavo Carpreau ijvert al ruim twee jaar om een goede wegverbinding te krijgen met Middelburg, Brugge en Gent. Het gemeentebestuur vindt het initiatief sympathiek, maar het ontbreekt de bestuurders aan daadkracht om het plan tot uitvoering te brengen. Carpreau heeft goede relaties in het Gentse en wist binnen korte tijd een bedrag van f25.000,00 bijeen te brengen. Daarvoor tekenen 25 personen, die deelnemen in de pas opgerichte maatschap pij "Straatweg van IJzendijke naar de Belgische grenzen." Te verdelen zijn 50 aandelen van elk f 500,00 groot. Wegen omstreek 1855 Verharde (tol)wegen Traject Balhofstede - grens Vlissingen Westerschelde jkens Groede Hoofdplaat Cadzand Nieuwvliet .Schoondijke 'Biervliet Zuidzant 'IJzendijke W'kerkje Oostburg iluis Jraaibrugge •Watervliet Aardenburg Eekloo Brugge Overzichtskaartje wegen in West-Zeeuwsch-Vlaanderen De Gentse dames en heren hebben bijna allemaal lan derijen rond IJzendijke. Nu er al een goede straatweg is aangelegd van Gent tot in Watervliet, is hun reis naar Zeeuws-Vlaanderen aanzienlijk comfortabeler geworden. Althans tot aan de grens. Daarom de oprichting van deze maatschappij, die zorg dient te dragen voor het traject Wa tervliet - IJzendijke. Carpreau is de organisator achter dit ambitieus plan. Om precies te zijn: vanaf de Balhofstede tot de rijksgrens, want sinds 1846 was het traject vanaf de Balhofstede - IJzendijke al verhard toen ook de tolweg naar Schoondijke was aangelegd). Op 12 augustus 1851 komt het Koninklijk Besluit af. Adolfs vader, Johannes Franciscus Carpreau, was rent meester in IJzendijke voor diverse grondeigenaren, die allemaal in Vlaanderen woonden. Één van zijn landheren was Jacobus Johannes Lacombe, bankier op de Gentse Vrijdagsmarkt. Verder had zijn vader een zeer goede band met Jan Francies de Volder, die onder andere een boerderij in de Biervlietse Oranjepolder uitbaatte. Deze Gentenaar woonde een deel van het jaar op zijn hoeve bij zijn kaste lein. De Volder besprak het plan met Johannes Carpreau, regelde de administratie in Gent, terwijl Carpreau vanuit IJzendijke met het Nederlands bestuur de zaak afhandelde. Al in 1841 was een plan voor een tolweg uitgewerkt door Johannes Franciscus Carpreau de vader van Adolph. Hij had een concept uitgewerkt, ook met aandelen, die een rendement zouden opleveren van 3,5 tot 5 en zelfs in het achtste jaar misschien wel 20%. Jaarlijks zou een aan deel uitgeloot worden (er waren er totaal 25). De jaarlijkse netto inkomsten van de tol bij de Ponte raamde hij op ca f 1500,00. Na de dood van zijn vader in 1849, nam Adolf het administratiekantoor over. Hij werkte al diverse jaren op het kantoor. Korte tijd later moet hij met het gestrande plan van de straatweg naar de Belgische grens aan de slag zijn gegaan. Hij vroeg een concessie aan voor dit wegvak. Dat kwam af in de zomer van 1851. Het geld voor de steenweg zou hij in de buurt van IJzendijke proberen op te halen, maar dat lukte niet. Hij riep daarom de hulp in van Jan de Volder. Die zou in Gent "de voornaamste daarbij belanghebbende grondeigenaren" kunnen benaderen, laat Carpreau zijn vriend Lacombe weten, want mensen persoonlijk benaderen zou meer effect hebben dan steeds maar brieven schrijven. Hij denkt dan aan een bedrag van vier- tot vijfduizend franc. Een aanzienlijk bedrag komt hij op dat moment, rond de jaarwisseling van 1851/52, nog te kort. Mocht dat niet lukken, dan zou hij contact opnemen met de concessionarissen van het traject Gent Waterv liet. Zij hadden toch immers ook enig belang bij een goede verbinding naar IJzendijke? In januari 1852 heeft Car preau zoveel enthousiasme bij Lacombe weten te ontwik kelen dat deze zich ook met de aanleg van de steenweg op Nederlands gebied gaat bemoeien, zodat "nu eindelijk die Schoone en voordeelige onderneming zoude tot stand ko men." schrijft Adolph. Hij stelt ook een intekenlijst op om potentiële aandeelhouders binnen te halen. Daarmee gaat Lacombe aan de slag. Midden februari belegt hij de eerste vergadering in IJzendijke met enkele geïnteresseerden. De Gentse familie Van den Hecke, die een boerderij onder IJzendijke heeft, wordt ook benaderd. Mogelijk heeft pachter Joris van Hijfte hiervoor gezorgd. Ook de naam van de gemeente IJzendijke komt ter sprake die mogelijk

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2016 | | pagina 4