©LKS-FEEST|
Nehalennia winter 2016 nr. 194
UZEIDU&E,
Op 19 januari 1853 was de aanbesteding van de weg. De
heer A. F. van Ster uit Breda tekende voor de uitvoering
van het project: f22.050,00. Maar, het werk komt traag op
gang. Op 4 mei begint de aannemer eindelijk serieus aan
het werk. Drie weken later schrijft Carpreau dat het werk
goed vordert. "De keijleggers bestraten dagelijk onge
veer 100 strekkende ellen (70 m2,RW), weshalve dit werk
spoedig achter de rug zal zijn." De uitbetalingen gebeuren
bij Carpreau aan huis. De aannemer komt wekelijks zijn
deel ophalen. En Carpreau ontving het geld per reQu van
de penningmeester der Maatschappij, de heer Van den
Hecke. De kasseien kwamen uit de steengroeven in de
buurt van Brussel.
"Deze week zijn ongeveer 40.000 extra schoone goede
keijen aan den Kapitalen Dam aangekomen. Een gelijk
getal wordt binnen 2 a 3 dagen verwacht. De congnuse-
menten (sic!, opdrachten) heb ik den morgen daarvan
ontvangen."
Carpreau heeft er een dagtaak aan. Hij moet alles con
troleren, opschrijven en met de aandeelhouders van de
Maatschappij in Gent contact houden. Hij had een goed
lopend administratiekantoor aan huis, waar minstens
één klerk werkzaam is. Pachters komen hier betalen,
ambachtslui leveren er hun rekeningen af. Eigenaren van
boerderijen vallen soms onverwacht binnen om het reilen
en zeilen in de polders te bespreken, waarvan Carpreau
grifRer-ontvanger is.
Om met de aannemer van de keiweg op goede voet te
blijven, wordt hij een tweede kassier van de Maatschap
pij. Hij beheert dus de kas. Het geld van de plaatselijk
aandeelhouders komt traag binnen. We bedoelen Pieter
Francies Snebbaut, wethouder, molenaar en landbouwer
met één aandeel. Ook Carpreau zelf en ook Bernardus
Josephus Bonte (wethouder 1842-1851) nemen er één.
Met twee aandelen tekenen Pieter Bernard Averbeke en
Joris van Hijfte in. Deze aandeelhouders storten blijkbaar
niet onmiddellijk het volle bedrag in de kas, maar dat gaat
gedeeltelijk. Van hun bijdrage betaalt Carpreau dus de
schippers en het werkvolk. Op deze manier garandeert hij
de voortgang en is hij verzekerd van een geregelde aanvoer
van keien. Bovendien voorkomt hij op deze manier dat
het werkvolk gaat staken voor loonsverhoging. Want
stakingen waren altijd nadelig. Het werk lag stil en dat
was kapitaalsvernietiging. Bovendien moesten de keien
op zeer korte termijn vervoerd worden. Namelijk in een
droge periode en op een moment dat er weinig werk was
op het land, dus in mei. "De schippers en werklieden
worden voor het gemak van den aannemer door mij al
len uitbetaald," gaat Carpreau verder. "Hierin kruipt zeer
veel geld. De actionarissen alhier hebben mij beloofd zoo
dhr Van Hecke als theresor [thesaurier, RW] er genoegen
mede neemt hunne action gedeeltelijk te voldoen. Ik meen
dat ZEd (bedoeld wordt Van Hecke RW) hier niet tegen
kan hebben, daar de aannemer per sé zijn geld alhier
moet ontvangen. Daarom zoo uwe leden van de Directie
spreekt, gelief hun S.V.P. een en ander op te merken, opdat
zijn onze kas niet onvoorzien laten, want zeker is het [dat,
RW] men de aannemers niet te veel gemak kan aandoen
met de betaling. Ofschoon zij solide zijn, zullen zij ook
gaarne specie hebben om de aankopen dadelijk te betalen."
BIJ GE EEGEXH EIODER VOLTOOIJIXG VAX DEX STRA ATVV EG
NAAR I>E BELGISCHE GRENZEN,
01» BEK a SEPTEMBER 1853.
Programma van het volksfeest in IJzendijke op 8 sept. 1853
De stenen worden over water per schip aangevoerd
naar de Kapitale Dam en met een tweewielskar naar de
bouwplaats gebracht. Op 21 juli meldt Carpreau: In de
loop van de volgende week zal aan den Kapitalen Dam de
laatste keijen en kantstenen aankomen."
Als op het eind van het project alle betalingen zijn gedaan
door Carpreau, stuurt hij het eindrekeningboek op naar
Van den Hecke. "De acties zullen vrijdag gereed zijn, na
dat die door de Directie getekend en door mij in het boek
geregistreerd zullen zijn verzende ik die ter incassering
aan Mijnheer Vd. Hecke".
In september is het werk al voltooid en komt de ingenieur
van Waterstaat om de weg te keuren. Begin oktober wordt
de tolboom geplaatst. Inmiddels is er ook een tolgaarder
aangesteld. Helaas is hij niet lang in dienst. De man komt
om begin november in zijn tolhuis, waarschijnlijk aan de
gevolgen door koolmonoxide.
De straatweg komt dus in de zomer van 1853 gereed. Op
donderdag 8 september is het feest in IJzendijke. Een spe
ciale commissie regelt dat. Carpreau zit daarin samen met
burgemeesterszoon Johannes Abraham Bekaar (fabrikant).
Dit comité werkt samen met het plaatselijke muziekgezel
schap onder voorzitterschap van notaris Benteijn. Natuur
lijk waren de lijntjes in die tijd kort, want de notarisklerk
Jannis de Bois was secretaris van de harmonie. In elk geval
wordt het een grote manifestatie, met straatversiering,
optredens van een tiental streekmuziekgezelschappen,