Middelburg, 17 mei 1940 Het gemeentebestuur van Middelburg wilde nu wel eens eindelijk precies weten wat er op 17 mei 1940 was gebeurd in de uren vóór de binnenstad grotendeels in vlammen opging. Er waren in 2010 en 2012 twee publicaties verschenen die aanleiding gaven tot deze vraag. Daarom werd de hulp van het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIHM) in Den Haag ingeroepen, dat in 2016 met een onderzoeksrapport naar buiten kwam. We geven in dit artikel een overzicht van die studie. In 2010 verscheen ter gelegenheid van de zeventigjarige herdenking van de strijd in Zeeland, Middelburg 17 mei 1940 onder redactie van Peter Sijnke. Het is een uitgave van een collectief van auteurs, dat op grond van uitgebreid literatuur- en archiefonderzoek tot de conclusie komt dat de oorzaak van de stadsbrand Duitse artilleriegranaten waren geweest en dat daarnaast waarschijnlijk Duitse vliegtuigbommen op de stad waren gevallen. Teven hiel den de auteurs er rekening mee dat Franse artilleriegra naten op Middelburg waren gevallen. Een bewust Duits bombardement werd uitgesloten. De onderzoekscommissie gaat grotendeels met de auteurs mee met de vaststelling dat de stad werd getroffen in de loop van de morgen door Duits artillerievuur dat werd geleid door waarnemingsvliegtuigen die boven de stad vlogen en mogelijk ook enkele lichtbommen hebben afgeworpen. In die zelfde uren werd de stad echter ook getroffen door Franse artilleriegranaten van een opstel ling ten westen van Breskens. Eerst vuurde men richting Sloedam en later in een andere richting om de terugtrek kende Franse soldaten die richting Vlissingen trokken te treffen. Één kanttekening maakt de commissie bij de bespreking van dit boek. Er zijn verschillende auteurs en onderling zitten er enkele nuances in de conclusies. De verwoeste Nieuwe Kerk. Illustratie uit Middelburg, 77 mei 1940, (fragment) A. B. J. Goossens is ook geen onbekende in het Zeeuwse. Hij publiceerde meerdere werken over de Tweede Wereld oorlog. In 2012 presenteerde hij in eigen beheer Gestold Verleden, 17 mei 1940. Frans oorlogsgeweld op Middelburg. Voor dit boek onderzocht hij veel archieven en hij bouwt volgens de commissie een transparant betoog op, dat con troleerbaar is en vertrouwen wekt bij de lezer. Vervolgens komt de commissie met een kritische opmerking over de verwerking van de bronnen. De schrijver zou op belang rijke plaatsen in zijn boek dingen in zijn bronnen lezen die er volgens de onderzoekscommissie niet staan, dus trekt hij onjuiste conclusies. De commissie merkt zelfs op dat het sluitstuk van zijn betoog daarbij speculatief is. Om het kort samen te vatten, is het dus helemaal niet zeker dat de binnenstad in brand vloog als gevolg van Frans vuur om de Duitsers bij de Sloedam tegen de hou den. Tenslotte merkt de commissie nog op dat Goossens heel veel aandacht besteedt aan het Franse optreden in de meidagen van 1940, maar dat een onderzoek in Duitse bronnen daarbij in geen verhouding staat. Eindconclusie Voor het ontstaan van beide boeken is veel en uitgebreid bronnenonderzoek gedaan. Ze stellen alle twee vast, dat er op die 17e mei Franse artilleriegranaten op de binnenstad zijn neergekomen en dat deze een rol hebben gespeeld bij het ontstaan van de branden die samensmolten tot een grote stadsbrand. Een groot verschil tussen beide studies is, dat in Gestold verleden, geconcludeerd wordt dat uit sluitend artilleriegranaten de brand veroorzaakt kunnen hebben. Het vergeten bombardement daarentegen concludeert dat voornamelijk Duitse artilleriegranaten de oorzaak van de brand moeten zijn geweest en dat er bovendien Duitse lichte vliegtuigbommen en Franse artilleriegranaten bij betrokken zijn geweest, waardoor er meerdere bandhaar den ontstonden. Twee boeken: twee zienswijzen. Maar de commissie volgt het betoog van Gestold verleden niet, hoewel er veel waardering is voor het bronnenonderzoek. R.W. De brand van Middelburg, Eindrapport van de commissie inzake de geschiedschrijving van de brand Middelburg op 17 mei 1940. Nederlands Instituut voor Militaire Historie, Den Haag 2016. Versie internet, 8 april 2017.

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2017 | | pagina 18