m
Eigendom
Jacob Kodde met zijn vrouw Wilhelmina Jacoba Manneke. Beiden
zijn geboren op Tholen, hij in St. Maartensdijk, zij in Poortvliet.
Hun knecht Laurens Deurloo, de vader van Marie, blijkt eveneens
uit St. Maartensdijk te komen. Foto: Familiebezit
rijen, in de buurt van Werkendam'. Ze waren er varend
aangekomen, vanuit een polder onder Steenbergen, met
een scheepje waarop 'ons huishouden was geladen'.
Vader was ontslagen, maar kon terecht bij een boer in de
Biesbosch; moeder had al drie kinderen, van wie Marie de
oudste was. Met z'n vijven trokken ze in het 'knechtshuis
je', dat tegenover de boerderij stond, 'aan de andere kant
van de weg, maar wél zo dat het vanuit de boerderij niet in
het zicht stond. Wij keken tegen de schuur op.'
Vlakbij was ook nog een houten keet, waarin de hele week
de landarbeiders zaten, die uit de dorpen in de omgeving
kwamen. Ze sliepen er op stro, en ze stookten er een ka
cheltje om koffie en thee te zetten voor bij het brood. 'Als
de boer je riep', haalt Marie terug in het boek, had je maar
te komen. Zo waren de verhoudingen.'
Voor ingewijden in de topografie van de Biesbosch komt
de locatie door deze schaarse gegevens misschien al lang
zaam in zicht. Drie boerderijen, knechtshuisje, houten
keet in een verder verlaten landschap: onwillekeurig doe
men de contouren op van de hoeves Willem II, Willem III
en het Zalmpje. Maar welke boer zou zich zo bruut beto
nen dat Marie zich hem op 81-jarige leeftijd, in gesprek
met Kees Slager, nog met pijn heugt?
Zes jaar was Marie toen het landarbeidersgezin, dat oor
spronkelijk afkomstig was uit het Zeeuwse St. Maartens
dijk, neerstreek in de Biesbosch. Haar vader kwam er al
snel achter dat je 'als knecht zo ongeveer het eigendom
was van de boer', en erger nog: daar bleef het niet bij. Ma
rie: 'De boer wilde ook over de rest van het gezin de baas
spelen.' Haar moeder, zwanger van de vierde, werd gesom
meerd te komen helpen in het huishouden van de boerin.
'Die boer eiste het gewoon, en dus deed ze het maar.'
Alle werkdagen was ze er. 'En ze moest hard werken hoor,
want ze hadden 27 koeien, die allemaal met de hand ge
molken moesten worden. Op zondag kon ze haar eigen
boeltje doen.' Het gevolg was dat Marie de hele week voor
haar twee broertjes moest zorgen. In de verte, op het erf
van de boerderij, zag ze haar moeder soms. 'Dan zwaaiden
we weieens, maar we mochten nooit naar haar toe. Dat
was streng verboden.' Toen de boer eens ontdekte dat de
kinderen stiekem een holletje hadden gemaakt in een stro-
klamp vlakbij het erf, pakte hij het kleine broertje en gaf
hem zo'n aframmeling dat het kind in zijn broek plaste.
'Zo'n schoft was die boer', valt Marie uit. 'Een echte tiran
was dat.'
Het echtpaar Kodde had zes kinderen: drie meisjes en drie jon
gens, van wie er één, Cornelis, als jong kind is verdronken.
Foto: Historische Vereniging Werkendam
Drie onbekende vrouwen (niet de dochters van Kodde) met op
de achtergrond de Willem lll-hoeve. Foto: Historische Vereniging
Werkendam
Toen haar moeder 'al zeven maanden onderweg was',
greep haar vader in. Hij verbood zijn vrouw nog langer bij
de boerin te werken. De boer pikte dat niet, maar de vader
hield vol. Hij werd daarop ontslagen, niet op staande voet,
maar per 1 mei 1921.
Niet alle boeren waren zo, nuanceert Marie. Een andere
boerin kwam bij haar moeder langs en zei dat ze geen
dokter hoefde te bestellen, zij haalde het kind wel. [Ze had
er zelf 17.] Deze boerin hield woord en nadat Maries zusje
op 15 februari 1921 was geboren, kwamen alle boerin
nen uit de omgeving boter, spek en eieren brengen, in dat
knechtshuisje. Ook de boerin waar haar moeder zo zwaar
had moeten werken, kwam op kraamvisite. 'Met één ei!'
Marie hielp nu haar moeder elke ochtend, met het huis
houden en de babywas. 'Zo was ik op mijn zesde al ba
ker, en daarna heb ik tot mijn achttiende bij elk kind dat
moeder kreeg gebakerd. Ze heeft in totaal elf kinderen
gekregen.'