20
Boekbespreking
'Tot op de draad', De vele levens van oude
kleding'
Vaak stonden er in de dorpen meerdere travaljes. Soms
werden dubbele travaljes gebouwd. Sommige travaljes
hebben een afdakje zodat de smid droog bleef bij het be
slaan. De boeren stuurden namelijk hun paarden, wanneer
ze beslagen moesten worden, op regenachtige dagen naar
de smid omdat er dan toch niet op het land gewerkt kon
worden. Op zulke dagen stond er een lange rij paarden te
wachten om beslagen te worden. Ook stond er soms in de
smidse zelf een travalje zodat bij slecht weer het werk toch
kon doorgaan. Degenen, die in de buurt van een smidse
voorzien van een travalje zijn opgegroeid, vergeten nooit
meer de indringende geur van verschroeid haar wanneer
de smid het hoefijzer om te passen onder de hoef van het
paard plaatste. Tegenwoordig hebben hoefsmeden ver
rijdbare travaljes die ze achter hun rijdende werkplaats
kunnen hangen.
In Sint Philipsland hebben ook verschillende travaljes
gestaan. Nadat Sint Philipsland in 1645 weer bedijkt werd
en de landbouw weer op gang kwam, ontstond al snel be
hoefte aan een smid en een wagenmaker. In een akte van
1660 staat te lezen dat een smidse, die zeer waarschijnlijk
op de Voorstraat gevestigd was, verkocht werd. In 1757
kwam deze smederij in bezit van de familie Geense, die
de werkplaats vijf generaties lang (tot 1923) beheerde. In
1862 kwam er concurrentie van een tweede smederij. Wa
genmaker Christiaan Gelok opende toen op de Oostdijk
een wagenmakers werkplaats annex smederij met hoefstal.
In 1927 is dit bedrijf verkocht aan de familie Roozemond.
In de loop van de tijd groeide kennelijk de behoefte aan
deze tak van dienstverlening want in de (crisis)jaren 30
van de vorige eeuw waren er zelfs drie smeden in het dorp:
Roozemond, Verlinde en Faasse.
Na de indijking van Anna Jacoba Polder door Del Campo
in 1847 richtte hij tegenover de boerderij 'Hof Rumoirf
aan de Langeweg een jaar later een smederij op, die on
der zijn beheer stond. Nadat de landbouw zich verder
ontwikkelde, werden in de nieuwe polder meerdere
smederijen met travaljes opgezet. De zoon van de voor
malige smid Zuidweg herinnert zich dat er vóór 1940
nog een andere smederij aan de Langeweg stond, die van
de gebroeders De Jong. Later heeft zich in dit pand de
kolen- en oud ijzerboer Arie Wesdorp gevestigd. Voorts
was er nog een smederij met een ingebouwde travalje aan
de Noordweg, die eigendom was van de familie Zuidweg!
Helaas zijn nu alle travaljes op het eiland Sint Philipsland
verdwenen.
Bij bepaalde gelegenheden worden de huidige travaljes in
Zeeland weer gebruikt om - zoals men vroeger deed - een
paard te beslaan. Vooral kinderen vinden zo'n demonstra
tie prachtig. Het is de beste manier om hen het doel en de
werkwijze van dit cultureel erfgoed duidelijk te maken.
Daarom blijft de in 2008 opgerichte 'Stichting Vrienden
van de Travalje' ijveren voor het behoud én onderhoud
van deze belangrijke en sfeerbepalende monumenten.
Het doet onze Stichting dan ook veel genoegen te verne
men dat de heemkundekring te Sint Philipsland plannen
heeft een oude travalje te gaan restaureren. We wensen
jullie veel succes hiermee.
(Eerder verschenen in de Cronijcke, het verenigingsblad
van de heemkundige kring St. Philipsland)
J. van Haver, is Bestuurslid voor Publiciteit
en Redactie van de 'Stichting Vrienden van
de Travalje' (www.travalje.eu)
Enkele maanden geleden is er een mooi boek versche
nen waarin alle zaken over de vele levens van kleding
uitvoerig behandeld zijn. Een aanrader voor iedereen die
van kleding of mode houdt. Het is geschreven door Ileen
Montijn, die al eerder boeken over cultuurhistorische ver
schijnselen het licht heeft doen zien. Het boek bevat een
zestal hoofdstukken,vooraf gegaan door een voorwoord en
besluit met een epiloog. De titels van de hoofstukken met
een korte karakterisering van de inhoud zijn:
Mantel der barmhartigheid
Wie vóór de twintigste eeuw arm was in Nederland - en
dat waren er velen - kon nauwelijks aan kleren komen.
Men was aangewezen op liefdadigheid, want recht op