Nehalennia najaar 2017 nr. 197 Terug naar Boerengat Boek over verdwenen gehucht 21 ondersteuning had toen niemand. We moeten hierbij denken aan de ondersteuning door de geloofsgemeen schappen en het burgerlijk armbestuur. Ook de rijkere klasse organiseerde handwerkclubjes, die voor de armen kleding vervaardigden. Dat was nodig want het was on gepast dat een arme in de kleding rondliep die de rijken zelf hadden afgedankt. Mode was in die tijd nog erg klas segebonden. Handel in gedragen goed In dit hoofdstuk wordt uiteengezet wie zich in de loop der eeuwen bezig hielden met de handel in gedragen goed. De zogenaamde uitdragers, vrije vogels, die handelden in gedragen kleding, repareerden en vermaakten die ook wel. Die uitdragers waren vaak joden, juist omdat die geen lid mochten zijn van de gilden en zich noodgedwongen moesten bezighouden met niet gereguleerde beroepen. De handel hoorde daartoe. Van vodden tot vintage De wereld van kleding en textiel is sinds 1950 schrikba rend veranderd, van eenvoud en soberheid tot overdaad. Wat nieuw was in de jaren vijftig en zestig, was dat niet alleen de armen belangstelling hadden voor oude kleren, maar ook jonge mensen die in welvaart waren opge groeid. Met hun manier van kleding zetten ze zich af tegen de ouderen. Oude kleding werd onderdeel van de jeugdcultuur. Denk hierbij aan de zogenaamde 'hippie mode'. Ook werd steeds meer tweedehands kleding van bekende modeontwerpers aangeboden. Er ontstaat een hausse in vintagekleding, waar soms behoorlijk bedragen voor wor den neergeteld. Sommige dames en heren vinden het leuk om zich te hullen in kleding uit een bepaalde stijlperiode, bijvoorbeeld uit de vijftiger en zestiger jaren van de vorige eeuw. Toveren met naald en draad Persoonlijk vind ik dit een van de leukste hoofdstukken van het boek, omdat er veel herkenbaars in beschreven wordt. In gedachten zie ik mijn moeder en zussen nog be zig met de beschreven technieken bezig. Zo moet wie naait ook kunnen tornen. Ook dat uit el kaar halen van gebruikte kleding vereiste een bepaalde vaardigheid: er moet namelijk zo weinig mogelijk stof verloren gaan. Het gaat in dit hoofdstuk over repareren, verstellen en vermaken en nog veel meer. Ouderwetse kledingstukken worden omgeturnd tot moderne versies. Diverse technieken komen aan de orde, zoals zomen en mazen. Erfgoed In dit hoofdstuk gaat het over kleding die het waard is om bewaard te worden: streekdrachten, historische kleding uit vroeger eeuwen, ceremoniële kleding, zoals trouw jurken, doopjurken, toga's, uniformen, de koningsmantel e.d. Elk gerespecteerd museum beschikt wel over een kleinere of grotere kledingcollectie, zodat deze ook voor het nage slacht bewaard wordt. De klerenkringloop In dit hoofdstuk veel wetenswaardigheden over hoe het een kledingstuk in de loop van de tijd vergaat. Samengevat: van met genoegen gedragen kledingstuk tot poetslap. Ik besluit met de laatste alinea van de epiloog waarin de schrijfster haar doelstelling verwoordt: 'In dit boek heb ik iets over willen brengen van de zorgvul dige, vindingrijke omgang met kleren van onze voorouders én van de cultuur daaromheen, die zo rijk is dat niemand er ooit alles van zal kunnen weten. Het zijn verhalen waardoor we beter kunnen navoelen hoe het was om toen te leven, en die ons hopelijk ook iets leren voor de toekomst. Maar vooral is te hopen dat ze bijdragen aan het plezier dat de lezer kan beleven aan oude kleren, gewoon nu.' Ileen Montijn, Tot op de draad. De vele levens van oude kleren. 232 blz., rijk geïllustreerd, Prijs€ 19,99 ISBN 978 90 450 3379 2 Van dit boek heb ik slechts de hoofdzaken kunnen aan stippen. Het biedt echter een schat aan gegevens en het is een genoegen om het te lezen. Pau Heerschap De kerk in Hoek liep moeiteloos vol bij de presentatie van het boek, en in de verkoop blijkt het een gewild artikel te zijn. Dat is Terug naar Boerengat, de geschiedenis van een gesloopt gehucht tussen Hoek en Terneuzen, door oud journalist Jan Jansen. Onder de kopers zijn veel oud-Boerengattenaars en dat wekt geen verbazing. In een gezamenlijke operatie van bedrijfsleven (Dow Chemical vooral) en overheden werd Boerengat eind vorige eeuw dan wel van de kaart geveegd, maar uit de harten van de oud-inwoners is het nooit ver dwenen. Wat maakte Boerengat dan zo speciaal? Het was een haast letterlijk uit de klei getrokken gemeenschap van landarbei ders. Bijna allemaal landarbeiders, hun vrouwen ook! Op het vooroorlogse Gat (zoals het kortweg werd genoemd) was iemand met een ander ambacht een vreemde eend in de bijt. De Gattenaars waren dus grotendeels afhankelijk van de boeren uit de omringende polders, hun bazen. Grote boeren vaak die zich graag opstelden als landadel, terwijl knechten en meiden tegen geringe beloning het vuile, zware werk mochten doen. Geliefd waren de meeste bazen niet. 'Je had ertussen, die konden een erbeier nog uitwrin gen om een dubbeltje', zegt een landarbeidersdochter in het boek. De mensen van haar stand woonden in simpele huisjes, gebouwd op voor de landbouw onrendabele plekken als

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2017 | | pagina 23