Nehalennia winter 2017 nr. 198 In de polder Noodmaatregelen verkeer en vervoer Het herstel 11 Zicht op de Snellemarkt te Kruiningen, voorjaar 1953. plaatsvinden. De politie voerde in de polder patrouilles uit per boot. Het Amerikaanse leger heeft vanuit het Duitse Saarland manschappen en amfibievoertuigen (DUKW's) ingezet. De militairen brachten van daaruit ook hulpgoe deren mee. Maandenlang (van februari tot juli 1953) bleef de Kruinin- gerpolder onder de invloed van eb en vloed en gingen er bij iedere vloed meer en meer gebouwen verloren. De ach tergebleven mensen hebben er tijdens hun verblijf maar het beste van weten te maken. Naast het uitvoeren van werkzaamheden was er ook tijd voor gezelligheid. Er werd 'een kaartje gelegd' of men praatte wat. De in de polder terechtgekomen veerboot Willemsdorp is op 16 februari vlotgetrokken en de polder uitgevaren. De diepgang van de boot werd verminderd door er aan weerskanten pontons aan te lassen, die vervolgens werden leeggepompt. De watervoorziening vanuit Brabant naar het gebied ten westen van de Zanddijk werd door een noodwaterleiding op palen vanaf Oostdijk tot aan de Zanddijk hersteld. Om een grote kreek ter hoogte van de Rijksweg over te steken werd de leiding daar gedeeltelijk op houten palen aangelegd. Deze steeds breder wordende kreek was ont staan door het uitschuren van een watergang vanaf de Veerhaven tot ver in de polder. De houten palen van de leidingoversteek werden later vervangen door een stalen noodbrug, gebouwd door militairen. De constructie met palen bleek niet sterk genoeg om de sterke stroom in de kreek te weerstaan. De overspoelde en zwaar beschadigde Rijksweg was zelfs bij laagwater niet door het wegverkeer tussen Krabben- dijke en Goes te gebruiken. Daarom werd er een omlei dingsroute aangelegd via de Zanddijk en de binnendijken aan de noordzijde van de polder tot aan Oostdijk. Ten westen van de spoorcoupure in de Zanddijk werd een weg aangelegd, omdat de oorspronkelijke weg aan de oost zijde van de coupure steeds onder water kwam te staan en hierdoor onbruikbaar was geworden Het weggedeelte over de Nieuwlandsebinnendijk, die een zee-werende taak had gekregen en te zwak was om verkeer te dragen, werd via een snel onderlangs deze dijk aangelegde noodweg (de Inundatieweg) omgeleid. Het spoortracé in de polder heeft door de stroming in de polder eveneens grote schade opgelopen. Omdat er over de weg onvoldoende capaciteit was om transport van goederen van en naar Goes te verwerken, werd besloten de spoorlijn zover te herstellen dat er bij laagwater een goederentrein de polder kon oversteken. In de laagwa- terperiodes werden twee rijen bekisting aangebracht met daartussen een enkel spoor. Dit werd de badkuipspoorlijn genoemd. Het was toen mogelijk op onregelmatige basis een trein door de polder te laten rijden. Dit hield natuur lijk ook in dat na de passage van een trein de vloeddeuren in de spoorwegcoupures aan de Zanddijk en de Nieuw- landse binnendijk weer tijdig voor het hoogwater water dicht moesten worden gemaakt. Bewoners op excursie terug in het dorp, zomer 1953. Er werd door waterbouwkundigen een plan bedacht om de gaten in de zeedijk stuk voor stuk te dichten, waarbij de Veerhaven als laatste sluitgat zou moeten dienen. Om de benodigde grote hoeveelheden zand te kunnen aanleveren werden in de Westerschelde twee perszuigers ingezet. Allereerst was het noodzakelijk de stroming in de zeedijk gaten te verminderen. Daarom is men begonnen met het herstel van de Kadijk/Lavendeldijk, zodat de hoeveelheid water die daarvoor de polder van Waarde steeds in- en uitstroomde nu niet meer door de gaten in de zeedijk stroomde, wat de stroming verminderde. In de Lavendel- dijk was, middenin Oostdijk, een groot gat gevallen en er zat een kleiner gat ter hoogte van de huidige dijkkruising Luchtenburg met de N289 (de oude Rijksweg). Deze gaten zijn gedicht met twee rijen ingeheide palen waartussen zandzakken werden gestort. In de Kadijk waren in to taal dertien gaten geslagen en ter hoogte van het huidige Luchtenburg zaten verschillende stroomgaten in het land, uitgeschuurd tot zelfs tien meter diepte. Het herstel van de Kadijk heeft behoorlijk wat tegenslagen gekend, waardoor de werkplannen regelmatig moesten worden bijgesteld. Voor het herstel van deze dijk vanaf de zeedijk tot aan Luchtenburg, besloot men een grote lus

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2017 | | pagina 13