mm raa Nehalennia winter 2017 nr. 198 JANMAAT IN DE IJSZEE l'j. van hoekf.ua 88$ 15 [is], al werkt het streven, dat er in opgeslo ten ligt, nog eeuwen na. Het Algemeen Handelsblad van 2 no vember 1941, ochtendeditie, p. 2 geeft de oplossing van een puzzle: 'Kielen, wielen, rand van het land'. En staatssecretaris Vonhoff (Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk) rakelt tijdens viering van het gouden jubileum van de Vereniging De Hollandse Molen nog maar eens de zegswijze op. Al is de verklaring wat aangepast aan de jubilaris: het zijn de molens die ditmaal met wielen worden aangewezen. 'Onze voorvaderen konden de dingen soms in een kernachtig rijmpje samenvatten', aldus NRC-Handelsblad van 5 maart 1973, p. 2. In Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag voor de zuid-hollandse en zeeuwse eilanden van 18 juni 1999, p. 7 een taaipraatje over kielwaarbij nog even naar Kielen, wielen, rand om het land wordt verwezen. Dat niet alleen een beknopte omschrijving van Zeeland heet, maar ook een 'tafeldronk op het welzijn van de zeevaart, de akkerbouw en het dijkwezen'. Kielen, wie len, rand om 't land verschijnt ook nog in de historische familieroman De rode freule van Rosegaert uit 2016 van Gerda van Wageningen. Terug naar het begin, naar het verhaal van Sprenger van Eyk over de toost van de grijsaard tijdens het feestmaal in Middelburg in 1834. Voordat de hoogbejaarde zijn toost uitbracht zal de alcohol al aardig hebben gevloeid. Er zijn er die dan dan wat baldadig worden, en ik denk dat dat het geval was met de grijsaard. Kennelijk vond hij het tijd DE OVERWINTER!}»; DER HOLLANDERS NOVA-ZEMllLA P. LOUWERSE Mat gaktettfda platan en een kMilje AMttrekDAM DOOR 1>,10UWER5E om met een ter plekke verzonnen leus en met gespeelde verbazing de boel op zachtaardige wijze te belazeren. Daar zijn aanwijzingen voor. Iedereen praat namelijk over vroeger, te beginnen met de hoogbejaarde zelf. Hij moet aan zijn onwetende disge noten uitleggen wat zijn toost betekent, en zegt dan dat kielen, wielen, enz. in zijn jeugd spreekwoordelijk werd gebruikt om Zeelands middelen van bestaan en veiligheid aan te geven. Weliswaar mag men deze oude Zeeuw niet verantwoordelijk houden voor al die latere vermeldingen, want dat is Sprenger van Eyk, maar uiteindelijk is wel alles op de hoogbejaarde Zeeuw met zijn toost van 1834 terug te voeren. Latere vermeldingen geven veelal aan dat de zegswijze 'thans nagenoeg vergeten of 'zowat vergeten' is, of uit 'overoude dagen' stamt, dat het gaat om een 'dronk onzer vaderen', of om 'een oud vaderlandschen dronk'. Telkens weer memoreert men dat de zegswijze uit aloude tijden stamt. Men veronderstelt telkens weer dat de lezer of toehoorder onbekend is met de zegs wijze. Van levend taalgebruik is dan ook geen sprake, niet in de geringste mate. De zegswijze Kielen, wielen, rand om 't land is een tijdens een maaltijd in 1834 verzonnen zegswijze van een toen al hoogbejaarde Zeeuw. Zijn toost komt niet alleen voor in plaatselijke Zeeuwse bladen, maar ook in landelijke bla den, in spreekwoordenboeken, in het nautisch woordenboek van Van Lennep, in de woorden boeken van Koenen en Kuipers, in het WNT, in werken over dijkage, in de Handelingen der Staten-Generaal, in jongensboeken, in een familieroman. Helemaal niet gek voor een ver zinsel. Ere zij de hoogbejaarde.

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2017 | | pagina 17