Het Thools verdwijnt van het schoolplein
In 2015 vraagt Rietje Krijger uit Poortvliet - actief bij de organisatie van het jaarlijkse Groot Dictee der Thoolse Taal - of ik
de tekst wil schrijven voor het dictee, omdat het dat jaar in mijn geboortedorp zal worden gehouden. Hoewel ik vind dat
ons dialect een spreektaal is en geen schrijftaal, doe ik het graag, want elke poging om het dialect in de belangstelling te
brengen, moet je aangrijpen. En zo laat ik de jeugd van mijn vader - die precies honderd jaar eerder in Scherpenisse werd
geboren - herleven in het dictee.
Kees Slager
In mijn poging zo goed mogelijk Zeeuws te schrijven pak
ik het 'Woordenboek der Zeeuwse dialecten erbij. Ik heb
een zwak voor dat boek. Dat komt door de foto van de
samenstelster op de eerste pagina. Je ziet een wat oudere
dame met een knotje in het haar achter een kofferschrijf
machine met daarnaast een schoenendoos vol kaartjes. Ze
is duidelijk bezig om de gegevens van haar medewerkers
in het Zeeuwse taalgebied uit te tikken. Het onderzoek dat
deze Rika Ghijsen doet naar de Zeeuwse dialecten duurt
van 1929 tot 1964 en al die tijd zit ze in haar eentje in
haar grote Domburgse huis met die schrijfmachine en die
schoenendozen met duizenden kaartjes van medewerkers
uit alle delen van Zeeland en Goeree-Overflakkee. Onder
hen enkele tientallen van Tholen en Sint Philipsland. In
1965 wordt haar volhouden beloond en verschijnt het
woordenboek met meer dan 1200 pagina's. Haar levens
werk.
Het bijzondere van het boek is dat je er in kunt zien dat er
geen sprake is van één Zeeuws dialect, maar van vele. Van
elk woord wordt nauwgezet vermeld waar het gesproken
wordt. Zo leer je dat het woord 'duif' op het westelijk deel
van Tholen wordt gebruikt, terwijl de inwoners in het oos
ten (Poortvliet, Tholen en Oud-Vossemeer) het over een
'slööt' hebben.
Een paar jaar geleden is het boek op cd-rom uitgebracht.
Die heeft het voordeel dat je nu kunt hóren hoe die woor
den klinken, want er zijn nu eenmaal klanken in het
dialect die je amper in letters kunt vangen. Ik heb er aan
meegewerkt door een aantal woorden in te spreken met
mijn Thoolse accent. Maar om eerlijk te zijn, ik gebruik
die cd-rom nooit. Geef mij de dikke pil van Rika maar.
Daar kan ik uren in bladeren en ik word zelden teleurge
steld als ik een woord zoek. Bovendien is er sinds 2003 een
supplement van vierhonderd bladzijden. En dan hebben
we ook nog 'Dialect op Tholen en Sint Philipsland' van de
dames Van den Broecke-de Man en Krijger-Goedegebuure
uit 1987.
Met die boeken bij de hand probeer ik mijn dictee in het
dialect van Scherpenisse op papier te zetten. Tevreden
lever ik het resultaat in, maar dan blijkt dat de door de
organisatie samengestelde Thoolse 'schriefwiezer' zich
weinig van Rika Ghijsen aantrekt, zodat nogal wat woor
den moeten worden aangepast. En ik realiseer me dat als
ikzelf onvoorbereid aan het dictee had meegedaan, tiental
len fouten zou hebben gemaakt in de twintig zinnen van
het dictee. Ik ben dan ook niet verbaasd dat de (21)deel-
nemers dat ook doen. Het is grappig dat mijn oud-klas
genote van de Thoolse ulo, Sarien Sakko (nu Bout-Sakko)
de tweede prijs in de wacht sleept. Een jaar later mag zij
- gekleed in Thoolse dracht - zelf het dictee schrijven, dan
voor Tholen-stad.
Sinds enkele jaren wordt er daarnaast een apart dictee
voor scholieren georganiseerd. De deelnemertjes kunnen
een trofee winnen, die is genoemd naar - de helaas plotse
ling overleden - Rietje Krijger. Nu kun je een jeugddictee
alleen maar organiseren als de Thoolse jeugd nog dialect
spreekt. Is dat ook zo? Ten dele.
Ik ben bang dat er zich sinds enkele decennia een 'schei
ding der geesten' aftekent onder de Thoolse jeugd. Een fors
deel weigert nog dialect te spreken. Ik hoor het op verjaar
dagsfeestjes in m'n eigen familie: de kleinkinderen van m'n
oudste zus - geboren en getogen in respectievelijk Scher
penisse en Sint Philipsland - spreken geen woord Zeeuws.
Terwijl hun ouders dat wél doen. Diezelfde houding neemt
hun oma (mijn zus dus) aan: ze blijft consequent Zeeuws
tegen haar kleinkinderen praten. Die verstaan haar heel
goed, want ooit leerden ze immers hun eerste woordjes
in het Zeeuws. Maar tegenwoordig beantwoorden ze het
Zeeuws van oma en ouders consequent in Algemeen Be
schaafd Nederlands. En ze zijn niet de enigen, ook hun
vriendjes en vriendinnetjes hebben dezelfde ommezwaai
gemaakt.
Wat is er gebeurd? Vanaf het moment dat ze naar school
gingen - in de jaren '90 - schakelden ze over op de taal
van de schooljuffrouw. Nu spraken wij vroeger in de klas
ook Nederlands, maar op het schoolplein was de voertaal
Zeeuws en zo groeiden wij automatisch tweetalig op. Dat
blijkt radicaal veranderd te zijn. Waarschijnlijk onder in
vloed van het toenemend aantal 'import'-kinderen is het
Zeeuws verdreven van het schoolplein. En onder invloed
van televisie en sociale media is het vervolgens helemaal
afgezworen.
Groot dictee Tholen met Sarien Bout-Sakko.